Jagers willen jachtseizoen voor ganzen verschuiven

De Jagersvereniging stelt dat ganzen in Nederland vooral worden gedood in de periode dat zij volgens de Europese Vogelrichtlijn extra beschermd moeten worden. Nederland maakt als enige land in Europa geen structureel gebruik van ganzenbejaging in de herfst- en wintermaanden, wanneer dit volgens de Vogelrichtlijn is toegestaan.

Het is beter om de ganzen te bejagen in de periode juli tot en met januari, vindt de vereniging. In die periode broeden de ganzen niet en zijn de kuikens uitgegroeid tot ganzen. Daarmee wordt voorkomen dat in het voorjaar kuikens en broedende ganzen worden geschoten. De Jagersvereniging vindt in dit pleidooi steun in de randvoorwaarden die de Vogelrichtlijn stelt aan ganzenjacht en twee gerechtelijke uitspraken dit voorjaar. Daar komt bij dat de vraag naar ganzenvlees in het najaar moment groter is dan in het voorjaar en de zomer.

Schadevergoeding

De jagers denken dat de ganzenjacht in het najaar en de winter ook effectiever is. Op die manier wordt boeren een dienst bewezen, want ganzen zorgen jaarlijks voor miljoenen aan schade aan gewassen en grasland. Het afgelopen jaar werd 22 miljoen euro aan schadevergoeding uitgekeerd. De Jagersvereniging noemt dit een fractie van de werkelijke schade op het boerenland.

De Jagersvereniging vraagt de provincies om de Nederlandse jagers te voorzien van werkbare regelgeving om het ganzenprobleem op een duurzame manier aan te gaan pakken. De Vogelrichtlijn is weliswaar een richtlijn, maar geen wet. De provincies bepalen steeds voor een periode van vijf jaar hoe en wanneer er mag worden gejaagd. Jagers kunnen vervolgens ontheffing krijgen om te mogen jagen. In een aantal provincies wordt hierover volgend jaar opnieuw een beslissing genomen.

De provincies bepalen ook of met een lokfluit of ander lokmateriaal mag worden gejaagd. De regels verschillen per provincie. De jagers zouden daar ook graag een lijn in zien.

Effectief bejaagd

De Jagersvereniging heeft het aantal ganzen dat permanent in Nederland verblijft op 600.000 exemplaren vastgesteld. Door ganzentrek komen daar in het najaar en de winter ongeveer 2 miljoen dieren bij, die nauwelijks effectief bejaagd mogen worden. 'Nederland is belangrijk voor trekganzen. Ze zijn beschermd, maar met zo'n grote populatie als de huidige kun je wel zeggen dat die bescherming goed gelukt is', stelt woordvoerder Reinier Enzerink van de Jagersvereniging.

LTO Nederland vindt dat de plannen van de Jagersvereniging serieus onderzocht moeten worden, zegt Ingrid van Huizen, LTO-portefeuillehouder Natuur- en Landschapsontwikkeling. ''We moeten kijken hoe we schade kunnen voorkomen. Dat betekent dat we alle mogelijkheden moeten benutten die er wettelijk zijn om ganzen effectief te bejagen, want misschien benutten we die mogelijkheden nu niet.'