Veerkamp hecht waarde aan goede beginfase kalf

Veerkamp wandelt in haar blauwe overall door de stallen. Ze pakt een bezem en veegt nog even het hooi aan bij de pinken. Met hetzelfde gemak springt ze even later in het strohok van de jongste dieren om een kalf te controleren. Het beestje ligt languit en lijkt moeilijk overeind te kunnen komen.

'Ah, ik zie het al', zegt ze tegen het dier. 'Je ligt te diep in het stro, hup ga maar staan.' Nadat Veerkamp het kalf overeind heeft geholpen, werpt ze een kritische blik naar de andere dieren. 'Ze zien er goed uit', zegt ze tevreden. 'Ze zijn sterk en lekker levendig. Dat moet ook. Want als een kalf het in de beginfase niet goed doet, dan kunnen ze als melkkoe ook niet optimaal presteren.'

Passie

Het verzorgen van jongvee is helemaal 'haar ding'. Veerkamp is geboren in het dorp Poeldijk en ging naar de middelbare en hogere landbouwschool. 'Bij al mijn stages en bedrijfsopdrachten koos ik voor het onderwerp jongvee. Dus ja, je kunt wel zeggen dat het mijn passie is', lacht ze.

Toen ze door de familie Kat uit Egmond aan de Hoef werd benaderd voor een baan als bedrijfsleider van hun nieuwe jongveeopfokbedrijf, hoefde ze niet lang na te denken. 'Het is een prachtig bedrijf. De familie heeft twee melkveebedrijven en het jongvee wordt sinds een jaar op deze locatie opgefokt. Zoiets moois kon ik niet laten schieten.'

200 stuks jongvee

Veerkamp heeft de verantwoordelijkheid over 200 stuks jongvee (50 kalveren, 110 pinken en 40 drachtige vaarzen). De kalveren worden op deze boerderij geboren en blijven er totdat ze zelf hebben afgekalfd. Daarna vertrekken ze naar een van de melkveebedrijven van de familie Kat.

Bij alle pinken worden embryo's geplaatst. 'We insemineren ze dus niet', legt Veerkamp uit. 'De embryo's zijn afkomstig van onze eigen pinken.'

Fokwaarde

Dat zit zo: van elk pasgeboren kalf wordt via een DNA-test de fokwaarde bepaald. Stieren met de hoogste fokwaarde verkoopt de familie Kat aan internationale KI-stations. De beste pinken worden geïnsemineerd met sperma van topstieren, waarna ze worden gespoeld. Deze embryo's worden vervolgens ingezet bij de andere pinken. Het doel hiervan is om binnen de veestapel een snelle genetische vooruitgang te boeken.

Veerkamp streeft naar een afkalfleeftijd van 24 maanden. Al is dat in de praktijk niet altijd even makkelijk te realiseren. 'Het komt soms voor dat de embryotransplantatie mislukt. In dat geval proberen we het opnieuw. Lukt het dan wéér niet, dan gaat de stier erbij. Anders loopt de vaars te veel uit.'

Aangezien het jongveeopfokbedrijf nog maar één jaar draait, beschikt Veerkamp nog niet over representatieve kengetallen.

Vaste protocollen

De bedrijfsleider werkt met vaste protocollen. Zo heeft ze een vaste werkwijze voor pasgeboren kalveren. Ze legt het dier meteen na de geboorte in een eenlingboxje met stro. Daarna ontsmet ze de navel en krijgt het kalf 2,5 liter biest. 'Ik melk de vaars meteen zoveel mogelijk uit met de minimelker. Ook al is het midden in de nacht, die eerste biest is heilig. Het bevat de meeste antistoffen. Wacht ik langer, dan gaat de koe meer melk aanmaken en wordt de hoeveelheid immuunglobulinen verdund.'

Ze geeft de biest met een speenfles. 'Het is echt opvallend hoe gretig zo'n pasgeboren kalf drinkt. Als ik een poos zou wachten dan neemt dat energieke af, een kalf heeft dan al veel kracht verspild omdat ze wil staan.'

7,5 liter biest

Later op de dag geeft Veerkamp nog een tweede en derde biestmaaltijd. Op zo'n eerste levensdag slokken haar kalveren zo'n 7,5 liter biest op. Op de tweede dag idem dito. 'De beginontwikkeling is gewoon heel belangrijk', motiveert ze. Ze voorziet de jongste dieren verder van een kalverdekje tegen de kou. Dan kan het dier z'n energie besteden aan groei en niet aan het zichzelf warm houden.

Zodra een kalf drie dagen oud is, krijgt het zes kilo kunstmelk in de eenlingboxjes. Op veertien dagen vertrekt het dier naar een groot strohok waar het 35 dagen lang onbeperkt kunstmelk krijgt via de drinkautomaat. Daarnaast is er onbeperkt hooi en kalverbrok beschikbaar. Na die periode wordt de melkgift in dertig dagen afgebouwd van 10 kilo per dag naar 0.

Levendigheid

Op de vraag hoe Veerkamp de ontwikkeling van haar dieren in de gaten houdt, zegt ze: 'Ik zie het meestal snel als een kalf niet goed groeit. Ik kijk naar zijn levendigheid, melkopname, haarkleed en conditie en ik kijk of er diarree is. Het is zo leuk om voor ze te zorgen. Al vergt het wel veel geduld, maar gelukkig heb ik dat ook.'