Prijs exportvaarzen hoog, maar aanbod laag

Na het melkquotumtijdperk draaide de rol voor veel exporteurs om. Van fokvee-exporteur werden ze importeur van drachtige en melkgevende vaarzen. Onder invloed van het fosfaatreductieplan trok de export van vaarzen in de eerste helft van 2017 weer enorm aan. Inmiddels is ook dat weer gedraaid en worden weinig vaarzen geëxporteerd en juist gebruiksvee geïmporteerd.

In het voorjaar en de zomer van dit jaar is de export van drachtige vaarzen ongekend opgelopen ten opzichte van vorige jaren. In totaal werden in 2017 al bijna 46.000 vaarzen geëxporteerd. Ter vergelijking: in heel 2016 en 2015 lagen de aantallen net boven de 30.000.

Nieuwe markten

De prijzen daalden en nieuwe markten werden zo zelfs interessant voor Nederlandse vee. 'We exporteerden zelfs dieren naar een aantal Oost-Europese landen die anders om de prijzen veelal buiten beeld blijven de laatste jaren', vertelt vee-exporteur Marco de Keizer.

'Inmiddels is de vraag er nog wel, maar kunnen we de dieren nergens meer krijgen. Nederlandse melkveehouders houden ze zelf aan of importeren zelfs dieren. Dat laatste neemt duidelijk toe de laatste weken. De melkveehouders stoten kalveren en jongvee af om zo een paar stuks melkvee op dit moment meer te kunnen houden.'

Het jongveegetal is daar debet aan. De Keizer: 'De hoop voor de export is dat dat jongveegetal in januari passé is en dat de fosfaatrechten daadwerkelijk ingaan. Duidelijkheid en rust in de markt zorgen voor stabilisering en meer balans in vraag en aanbod. Al verwacht ik de komende jaren een daling van het aantal vaarzen dat we exporteren.'

Boete voor lief

Een bijkomende reden dat vaarzen momenteel niet tot nauwelijks voor export worden aangeboden, kan de hoge melkprijs zijn in combinatie met de eventuele boete voor de laatste ronde binnen het fosfaatreductieplan die sommige melkveehouders voor lief nemen om veel melk te leveren in deze periode.

Wat de reden ook is, de prijs van de exportvaarzen is er duidelijk door gestegen. Langer drachtige vaarzen gingen van circa 1.000 euro naar 1.200 tot 1.300 euro nu. Korter drachtige vaarzen bedragen momenteel ook al 1.050 euro.

Rusland

De vraag is er nog altijd volop uit meerdere landen, licht Erik Gostelie toe. Hij is Veepro-directeur onder de vlag van Vee&Logistiek en zodanig het hoofd van de Nederlandse fokveepromotie. 'Rusland is al een tijdje onze grootste markt. Turkije vraagt heel veel dieren net als de Noord-Afrikaanse landen', zegt hij.

'Naar Engeland gaat ook veel fokvee, maar dat zijn bijna allemaal melkgevende dieren. Vooral door de problemen met tuberculose vragen ze daar melkgevende dieren. Engeland is daarmee een afmelkland geworden. Als we niet oppassen, worden wij dat hier ook.'

Ondanks de opleving van het aantal verkochte dieren verwacht Gostelie de komende jaren substantieel minder te exporteren dan in de laatste jaren. 'Ik denk dat we op zo'n 25.000 blijven steken.'

Schmallenberg-virus

Een van de oorzaken daarvan is dat veel landen, waaronder Turkije, dieren die positief testen op antistoffen tegen het Schmallenberg-virus, niet accepteren. '50 procent van de te exporteren vaarzen test positief', zegt Gostelie.

'De ziekte lijkt gelukkig verworden tot een aandoening die de dieren hooguit een paar dagen ziekjes maakt, maar de antistoffen maken ze dan wel aan. Meerdere landen vertrouwen het dan nog niet en accepteren de vaarzen daarom niet als ze positief testen.'