'Jongveeopfok over grens niet overhaast doen'

Jan de Hoop uit Drogeham is als bemiddelaar onder meer in Duitsland actief. Hij presenteerde een jaar geleden al plannen om jongvee op te laten fokken over de grens. 'De melkveehouders hier zaten stil. Bijna iedereen wachtte af en nu willen velen in een paar weken alles regelen in Duitsland of België. Maar zo eenvoudig is dat niet.'

Volgens De Hoop is er voldoende mogelijk, maar denken sommige melkveehouders te laconiek over de kwaliteit van opfokken en de kosten. 'De prijzen van grond net over de grens in West-Duitsland zijn bijna net zo hoog als in Nederland. Dat betekent hogere kosten voor het voer en pachtgronden', legt hij uit.

Dure stallen

'Bovendien zijn er in West-Duitsland vooral kleinere bedrijven met relatief dure stallen beschikbaar. Dat maakt het opfokken al snel veel duurder. Ondanks dat het transport langer en duurder is, is Oost-Duitsland daarom aantrekkelijker. Je kunt daar als melkveehouders gezamenlijk investeren in een grote stal en grote groepen jongvee professioneel opfokken.'

Vic Boeren, manager rundvee bij DLV Advies, ziet ook kansen voor jongveeopfok in België of Duitsland, maar voor een beperkte groep. Boeren wordt erover platgebeld door melkveehouders.

Niet voor iedereen

'Velen tonen interesse, maar voor lang niet iedereen acht ik het interessant. De groep die louter het jongvee weg wil doen om de 4 procent krimp te ontlopen en het vee maar ruim een half jaar wil uitbesteden, raad ik aan er niet aan te beginnen. Het voordeel weegt dan niet op tegen de tijd en energie die je erin moet stoppen.'

Waarschijnlijk wordt het ook lastig om een opfokker en locatie te vinden voor nog geen jaar tijd, merkt Boeren op. Voor een langere periode zijn die kansen er wel, al staan ze niet in de rij. 'Zelf hebben wij die adressen niet. Om die reden werken we ook samen met collega's in het buitenland.'

Keuzes maken

Volgens Boeren moeten melkveehouders nu geen overhaaste beslissingen nemen. 'Iedere melkveehouder doet er goed aan om eerst goed op een rij te zetten hoe de fosfaatwetgeving exact uitwerkt voor zijn of haar bedrijf. Nu en vanaf 2018. Op basis daarvan kun je beter strategische keuzes maken en gerichter kijken hoe interessant het uitbesteden van jongvee richting het buitenland is', zegt hij.

'Ik zie de urgentie van snel beslissen heus wel. Daarom houden wij ook studiebijeenkomsten. Maar voor een goede jongveeopfok is het essentieel om een goede opfokker te vinden en zaken goed te regelen.'

Quarantaine

Dat is onder meer een quarantainestal, elders of op het eigen bedrijf. Als het maar zo ingericht wordt dat de dieren, die geëxporteerd worden, dertig dagen in een stal geïsoleerd worden gehuisvest. Dieren van verschillende bedrijven mogen eventueel gezamenlijk in quarantaine.

Alle dieren moeten vrij zijn van IBR. Na 21 dagen quarantaine moeten ze hierop worden getest. Testen een of meerdere dieren positief, dan gaan alle kalveren uit quarantaine. 21 dagen daarna worden alle dieren opnieuw verplicht getest. Testen ze dan negatief, dan kan de quarantaineperiode van 30 dagen eventueel opnieuw worden ingezet.

Diergezondheid

In Duitsland en België is de wetgeving rond diergezondheid op veel terreinen minstens zo streng of strenger dan in Nederland. De Hoop beaamt dat wat betreft Duitsland, maar zegt dat dat geen probleem hoeft te zijn.

'Duitse dierenartsen komen vaker langs, maar met hen is veel overleg mogelijk. Zij zijn daarbij ook de partij die de exportdocumenten weer af moet geven voor de terug te keren dieren, terwijl in Nederland de NVWA dat regelt. Het Duitse systeem vraagt om veel communicatie, maar is effectiever.'

Geduld

Boeren bevestigt dat. 'Van veehouders wordt veel geduld vereist, want voldoende toegespitste kennis hierover ontbreekt vaak.'