Doordacht investeren in ons imago

Maar wat blijkt: we krijgen als waardering een 7,7 van de Nederlandse burger in een imago-onderzoek. Dat is een topresultaat en stelt me voor een deel weer gerust.

Wat ik me vervolgens dan weer afvraag, is hoe landbouwbeleid in ons land eigenlijk wordt vastgesteld. Wij worden vaak geconfronteerd met nieuwe regels omdat volgens de overheid de consument in het algemeen zou vinden dat we iets verkeerd doen. Neem het hele dierenwelzijn, kalf bij de koe, koe in de wei, bijensterfte en de ultrahoge eisen ten aanzien van gewasbeschermingsmiddelen binnen Milieukeur.

De strenge regels gelden in Nederland overigens zowel voor de gangbare als voor de biologische landbouw en staan niet in verhouding tot de rest van Europa. Op het gebied van milieu en dierenwelzijn is er niet bepaald sprake van een gelijk speelveld.

Volgens mij is het ook niet de grote groep consumenten die onze samenleving en onze beleidsmakers allerlei angstbeelden en horrorscenario's aanpraat. Ik heb er al wel vaker voor gewaarschuwd dat we onze oren niet moeten laten hangen naar een kleine groep hard schreeuwende fanatiekelingen.

De landbouwsector kan zich beter richten op de andere, misschien wel 90 procent van de consumenten. Die waarderen ons per slot van rekening met een 7,7. Dit ondanks een bult oneerlijk geschreeuw in veel kranten en ook regelmatig op de televisie.

Het is belangrijk voor ons als agrarische ondernemers om de komende jaren binding te houden met de grote groep tevreden burgers. Om dit te doen zullen we wel op een goed doordachte manier moeten investeren in ons imago.

Het gaat erom dat we vooraf vaker vertellen wat we aan het doen zijn. We moeten alsjeblieft stoppen met ons achteraf verdedigen tegenover een paar schreeuwers. Want zoals het nu blijkt, heeft het dus niet gewerkt om ons imago kapot te maken.