LTO Noord wil meer openheid over chitwoodi

'We moeten meer open zijn over chitwoodi', vindt Verhage. 'Dit is in heel Nederland een beladen probleem en zorgt binnen regio's soms voor spanningen. Als telers moeten we kennis delen en hebben we behoefte aan handvatten om besmettingen in toom te houden.'

LTO Noord Noordoostpolder hield deze week in Espel een bijeenkomst over de aanpak van chitwoodi. Daar vertelde nematoloog Leendert Molendijk van Wageningen University & Research over het quarantaineorganisme.

Jaren tachtig

Het wortelknobbelaaltje Meloidogyne chitwoodi werd in de jaren tachtig voor het eerst vastgesteld in Nederland. Vanaf 1998 geldt voor chitwoodi de quarantainestatus. Het aaltje heeft volgens Molendijk voorkeur voor lichte grond, maar overleeft ook op zware gronden.

Het areaal aangewezen gebieden met besmettingen van chitwoodi is in Nederland tussen 2008 en 2015 toegenomen van 716 hectare tot 2351 hectare.

Groeiend probleem

'Het is een groeiend probleem', concludeert de onderzoeker. 'Dat heeft te maken met de grote waardplantenreeks en ook is het lastig om een besmetting volledig kwijt te raken.'

In de beheersingsstrategie wijst Molendijk op het belang van schoon uitgangsmateriaal, bedrijfshygiëne en onkruidbestrijding. Verder is in het bouwplan en bij de keuze voor bijvoorbeeld groenbemesters de druk van chitwoodi goed te beperken.

Inundatie

Met directe bestrijdingsmaatregelen zijn de ervaringen nog beperkt. Volgens de onderzoeker zijn er sterke aanwijzingen dat inundatie goed werkt. Ook zijn veredelaars bezig met het inkruisen van resistentie tegen chitwoodi in raaigras, bladrammenas en aardappel.

Avondvoorzitter Verhage maakte in zijn inleiding volgens Molendijk terecht de vergelijking met aard-appelmoeheid (AM). 'Over AM werd eerst ook schimmig gedaan. Toen dat werd erkend als gezamenlijk probleem, is vol ingezet op gericht onderzoek. Daar plukken we nu de vruchten van.'

Financiën

Molendijk wil niet overkomen als een onderzoeker die op zoek is naar werk. 'Maar feit is wel dat we niet de capaciteit en de financiën hebben voor uitgebreid onderzoek', merkt hij op.

Verhage valt de wetenschapper bij en vindt dat chitwoodi speerpunt zou moeten zijn in het gezamenlijk akkerbouwonderzoek van BO Akkerbouw.