'Voorlopig zijn we uitgebouwd'

Voorlopig is hij uitgebouwd. 'Maar dat dacht ik toen ook', grinnikt Christiaan Rodenburg.

De melkveehouder is op Texel vooral bekend van zijn ijsboerderij Labora. Zeker onder toeristen. Tevreden kijkt hij terug op de flinke verbouwing van de stal. Hoewel hij zich soms ook wel bekocht voelt, nu hij de extra capaciteit voorlopig bij lange na niet kan benutten door de onzekere mestwetgeving.

'We melken zo'n 125 koeien. Ik heb er pas al 20 weggedaan, terwijl ik in het bedrijfsplan uitging van rond de 165', vertelt Rodenburg. 'Daarmee zouden we op drie melkrobots perfect kunnen draaien. Nu zitten we wel heel luxe in de apparatuur.'

Toch heeft hij geen spijt van de staluitbreiding. 'Het onderkomen van het jongvee was volledig versleten. Die dieren staan er nu weer mooi bij in de ruime en lichte stal. Daarnaast functioneert de voerkeuken boven verwachting.'

Melkproductie verbeterd

Sinds het automatisch voeren met de nieuwe Lely Vector-installatie is de melkproductie zienderogen verbeterd. 'Door alle bouwerij lag die wel wat onder het gemiddelde. Vanwege de drukte hebben we soms toch een steek laten vallen. Nu zitten we met zo'n 2 liter per koe boven ons oude gemiddelde. En de rek is er zeker nog niet uit.'

Gelukkig maar, want de voorlopige uitkomst van de fosfaatdiscussie is een flinke streep door de rekening. 'Ik ben heel blij met de goedlopende tweede tak. Anders zou dit een groot financieel gat hebben geslagen.'

Zelf heeft Rodenburg 67 hectare in eigendom en huurt nog een deel bij van Staatsbosbeheer, alles rond het bedrijf. Perfect voor de weidegang. Belangrijk in de bedrijfsfilosofie van Labora. 'De ijsmakerij biedt ons de mogelijkheid om mensen inzicht te geven in een modern boerenbedrijf. Ik zie dat als een belangrijke taak. Er is veel onwetendheid en er bestaan nogal wat misverstanden over de sector.'

Fraai uitzicht

In de nieuwe stal kunnen bezoekers via een trap op een speciale vide komen met fraai uitzicht over de stal. Op grote platen aan de wand staat uitleg over het melkveebedrijf en de ijsmakerij.

Vlak voor de eeuwwisseling werd een voorzichtige start gemaakt met de neventak, toen quotumuitbreiding financieel geen optie bleek. Ondanks scepsis bij de bank schafte Rodenburg een ijsmachine aan. Samen met zijn moeder en toenmalige vrouw volgde hij cursussen, en in 2000 werd het eerste roomijs verkocht. 'De eerste jaren zijn we steeds iets uitgebreid, met een enorme groeispurt in 2006.'

Naast de horeca die Labora belevert, nam ook de aanloop bij de ijssalon flink toe. 'De precieze reden weten we nog steeds niet. Echt reclame hebben we nooit gemaakt. Wel gaan we puur voor kwaliteit. Op een gegeven moment zong dat rond over het eiland.'

Elke dag open

Sinds 2010 vlakt de steile groeicurve iets af, maar nog steeds produceert Labora jaarlijks meer ijs. Vanaf 18 februari is de salon weer elke dag van de week geopend. Rodenburg heeft al jaren iemand in dienst voor de dagelijkse aansturing. Dat mag ook wel, want in de zomerpiek staan er veertien personeelsleden in de salon en de ijsmakerij.

Zelf houdt Rodenburg zich voornamelijk bezig met de agrarische bedrijfsvoering, Hij krijgt daarbij nog veel steun van zijn gepensioneerde vader. 'Ik zorg 's ochtends dat alles in de stal goed draait. De middag is dan voor de boekhouding, facturering en bestellingen. Voorheen deed ik dat in de avonduren, maar ik ben het financiële beheer ook gewoon als werk gaan beschouwen. 's Avonds is er nu tijd om te relaxen met de kinderen of voor mijn taak als postcommandant bij de brandweer.'

Die laatste functie is een wezenlijk onderdeel in het leven van Rodenburg, die zich ooit aanmeldde als chauffeur. Vooral om mensen te leren kennen op het eiland. 'Oorspronkelijk komen we uit Noorden vlakbij Nieuwkoop. Daar verkocht mijn vader het melkveebedrijf en de mestvarkens vanwege gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden. Van Zeeland tot Groningen hebben we gezocht naar een nieuwe locatie. Die hebben we uiteindelijk bij toeval gevonden op Texel.'

Rodenburg staat voor zes uur per week op de loonlijst van de veiligheidsregio. Graag zou hij enkele nieuwe jonge agrariërs bij het korps willen betrekken. 'Met z'n tienen is onze post dun bezet. Het is lastig om geschikte kandidaten te vinden. Toch houd ik hoop. Boeren zijn doeners. Ze werken veel bij huis en krijgen hier een mooie opleiding. Ik kan het iedereen aanraden. Mij heeft het in elk geval veel gebracht.'