'Elk tijdperk krijgt bestuurder die het nodig heeft'

Van 1983 tot 2000 werkt Van de Ven als verpleegkundige. Ook vervult ze diverse bestuursfuncties. Ze is secretaris van zowel het dorpshuis als van de regionale plattelandsverbreders. Vanaf 2010 is Van der Ven voorzitter van LTO-vakgroep Melkgeitenhouderij. Verder is ze sinds 2015 bestuurslid bij ZLTO.

Mijn inbreng is inzicht in de humane kant, maar ook van de verbinding zoeken

Jeannette van de Ven, LTO-portefeuillehouder Gezonde Dieren

Nu gaat Van de Ven een nieuwe uitdaging aan als LTO-portefeuillehouder Gezonde Dieren. Dit is een fulltime bestuursfunctie. Toch is ze ook graag actief op haar eigen geitenbedrijf met 1.600 melkgeiten in Oirschot.

Hebt u zin in uw nieuwe functie?

'Jazeker, ik wil me constant blijven ontwikkelen. Maar het is ook wel dubbel. Enerzijds is het een mooie uitdaging. Gezonde dieren is een dossier waar mijn hart ligt. Ik ben niet iemand van de economische kengetallen. Anderzijds heb ik in deze functie ook een grote verantwoordelijkheid. Ik zal moeten leren om zakelijk genoeg te zijn bij onderhandelingen.'

Waarom ligt uw hart bij gezonde dieren?

'Het is voor mij een sport op te focussen op een gezonde veestapel. Daar kan ik ontzettend van genieten. Het raakt de kern van de bedrijfsvoering. Bij een gezond dier komt de productie vanzelf, of het nu gaat om vlees, melk of eieren.

'Ik ben jarenlang verpleegkundige geweest. Hierbij gaat het niet alleen om gezondheid, ik heb ook geleerd met mensen om te gaan. Met name in de thuiszorg, waar ik heb gewerkt, moet je met Jan en alleman kunnen communiceren en overleggen. Dat helpt bij het vinden van de juiste verbindingen met mensen.'

Wat hebt u opgestoken van de Q-koortscrisis?

'In korte tijd erg veel. Een Ieerschool die echt onvoorstelbaar is. Ik werd op 1 januari 2010 voorzitter van LTO-vakgroep Melkgeitenhouderij. Op 5 januari werd ons eigen bedrijf getaxeerd vanwege een Q-koortsbesmetting, op 6 januari was de ruiming. Op 7 januari zat ik mijn eerste boerenvergadering voor, met 250 boze, bange en verdrietige boeren. Ik was van tevoren niet bestuurlijk actief bij LTO, dus ik werd direct in het diepe gegooid.'

Hoe was dat?

'Ik kon iets doen in deze crisis, iets betekenen. Andere ondernemers konden niet meer dan internet afstruinen over Q-koorts. Als bestuurder moest ik de boer op. Zaken regelen. Je kunt beter in actie komen dan af zitten wachten. Doordat het op ons bedrijf thuis ook crisis was, voelde ik wat andere geitenhouders meemaakten. Het is goed dat bestuurders zelf ook ondernemer zijn.'

Wat voor soort bestuurder bent u?

'Ieder tijdperk krijgt de bestuurder die het nodig heeft. Mijn inbreng is inzicht in de humane kant, maar ook van de verbinding zoeken. Ik ben van het concessies doen.

'Voordat ik aantrad als voorzitter van LTO-vakgroep Melkgeitenhouderij ben ik gaan praten met de belangenvereniging van Q-koortspatiënten. Ik hoor namelijk ook graag de andere kant van het verhaal en zoek altijd naar de verdieping. Dat heeft bij dit dossier veel geholpen. We zijn nog steeds geen dikke vrienden, maar ik merk wel dat er meer wederzijds begrip is.'

De maatschappelijke druk rondom diergezondheid is erg groot. Hoe ervaart u dat?

'Die druk neemt inderdaad toe, maar ik zie ook een andere trend. Er is een groeiende groep kritische mensen die niet klakkeloos alle uitlatingen van partijen zoals Wakker Dier overneemt. Deze groep is geïnteresseerd en oordeelt niet.

'Bij incidenten zoals de huidige discussie rondom de kalversterfte ben ik er voorstander van om vanaf de voorkant te communiceren. Soms worden we te snel verleid om defensief te reageren en feiten te ontkennen. We mogen best laten zien dat het ons ook raakt en dat we het probleem willen aanpakken.'

Hoe moet de sector handelen bij een crisis?

'Wat mij erg hielp bij de uitbraak van Q-koorts destijds, was dat er een landelijke kerngroep met specialisten bestond. Alles ging over tafel. We bespraken het beleid, stemden communicatieve boodschappen af en voedden elkaar. Dat zorgde voor één weloverwogen geluid naar buiten toe.'

Wat is de rol van de bestuurder?

'Vroeger was de bestuurder de messias die de zaal toesprak. Ook waren er veel overlegsituaties bij LTO Nederland. Dat is de oude stijl van besturen.

'De nieuwe stijl is om samen aan de slag te gaan, beweging te creëren. Ik wil daarin dienend zijn aan andere sectoren, niet leidend. Vakgroepen zijn zo professioneel dat ze zelf de prioriteiten op diergezondheid kunnen bepalen. Ik leg de verbindingen en houd me vooral bezig met sectoroverstijgende thema's.'

Hoe gaat u zich inwerken?

'Ik ga in elke sector een dagje meelopen, zodat ik weet wat er onder de ondernemers leeft. Daarnaast houd ik contact met maatschappelijke instellingen zoals RIVM, GGD en de Dierenbescherming. Ook zoek ik contact met mensen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Verder ben ik betrokken bij het platform Samedi, waarin medici en dierenartsen samenwerken.'

Wanneer bent u tevreden?

'Als elke sector naar vermogen stappen zet qua diergezondheid. Ook als er een bijdrage is geleverd aan het maatschappelijk draagvlak, al is dat lastig te meten. Verder ben ik tevreden als de onderlinge verbondenheid tussen sectoren is toegenomen qua diergezondheid en dierenwelzijn.'