Bussemaker deelt zorg boeren Bildtdijken niet

De ondernemers vrezen dat akkerbouwgrond op slot gezet wordt. Bussemaker deelt de vrees van de agrarische ondernemers echter niet, geeft ze aan.

'De begrenzing van het beschermde gezicht is vastgesteld op grond van cultuurhistorische waarden en kenmerken en omvat ook landbouwareaal, omdat dit onlosmakelijk deel uitmaakt van het karakteristieke agrarische landschap van Oude en Nieuwe Bildtdijken. Het doel van de aanwijzing is daarbij nadrukkelijk niet om alles op slot te zetten, maar om toekomstige ontwikkelingen goed aan te kunnen laten sluiten bij de historische waarden en kenmerken van het gebied.'

De minister ziet geen aanleiding om de aanwijzing tot beschermd dorpsgebied te heroverwegen of de landbouwgebieden van de aanwijzingen uit te sluiten.

'Aan de zorg bij de agrariërs is in de aanwijzingsprocedure ook uitdrukking gegeven en dit is naar mijn mening ook afdoende meegenomen in de afweging tot aanwijzing.'

Volgen de minster blijft het vigerende bestemmingsplan van kracht. 'De gemeente is het bevoegd gezag voor de verlening van omgevingsvergunningen en kan een goede afweging maken tussen de verschillende belangen die spelen.

Protocol

Wel wil de minister samen met de agrarische sector, gemeente Het Bildt en de provincie Fryslân een protocol opstellen over de agrarische bedrijfsvoering in het gebied. De minister hoopt hiermee dat ze de zorg van de boeren wegneemt.

Provincie en gemeente hebben echter aangegeven eerst de uitspraak van de Raad van State naar aanleiding van het hoger beroep van onder andere LTO Noord en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond af te wachten.

Waarderen

De minister waardeert het agrarisch ondernemerschap in het gebied zeer. 'De agrarische sector heeft door de eeuwen heen het gebied ook in belangrijke mate gevormd: Oude en Nieuwe Biltdijken is immers van oudsher een agrarisch gebied, ontgonnen voor agrarisch gebruik.'

Bij de aanwijzing van een beschermd gezicht wordt primair gekeken naar bijzondere ruimtelijke karakteristieken, in dit geval de samenhang tussen de dijken, de (agrarische) bebouwing en het open (agrarisch) landschap, geeft de bewindsvrouw aan. 'Het agrarisch gebruik van het gebied draagt in belangrijke mate bij aan het behoud van deze karakteristieken.'

Bussemaker geeft tenslotte aan dat ze 'zeer terughoudend' omgaat met de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten. 'De procedure tot aanwijzing is zeer zorgvuldig en de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed is altijd bereid om indien nodig extra te investeren in het (voor)traject bijvoorbeeld – zoals hier het geval – door bij te dragen aan een protocol.'