Flevokust is impuls voor agribusiness

Achtergrond Flevoland Joost de la Court 21 jan 2017 om 12:38uur

Flevoland - De eerste ladingen uien zijn dit najaar al overgeslagen op binnenvaartschepen in Flevokust, de haven in wording even ten noorden van Lelystad. Het havencomplex met bedrijventerrein maakt het makkelijker om landbouwproducten uit Flevoland en omstreken af te zetten, én kan de motor worden van nog veel meer agrarisch gerelateerde activiteiten.

Flevokust ligt naast de Máxima-centrale ten westen van de A6 en heeft de potentie uit te groeien tot iets groots, bevestigt projectmanager Hans de Groote van gemeente Lelystad. Dit jaar wordt een buitendijkse kade met (container)terminal gerealiseerd van 400 bij 155 meter. Het binnendijkse terrein telt vooralsnog 43 hectare, waarvan de eerste fase van 7 hectare nu in ontwikkeling is. 'Er is dus ruimte voor nog veel meer.'

Provincie Flevoland en gemeente Lelystad trekken gezamenlijk op in het project. Waarbij de provincie de aanleg van de haven voor haar rekening neemt.

Voordelen

De voordelen zijn evident, volgens projectleider Edwin Bos en programmamanager Rogier Wilms van de provincie. De overslag van containergoederen via Flevokust, waaronder ook agrarische producten zoals uien en aardappelen, bespaart ondernemers tijd en transportkosten. En er zijn milieuvoordelen: minder files en minder uitstoot van fijnstof en CO2.

'Havencomplex schept kansen om ter plekke waarde toe te voegen'

Rogier Wilms, programmamanager provincie Flevoland

'Het is goed voor de concurrentiepositie', zegt Wilms. 'Je ontwijkt de files op de weg. Belangrijk ook: het geeft een economisch structuurversterkend effect. Flevoland had gek genoeg nog geen overslaghaven, dus met Flevokust verbetert het vestigingsklimaat aanzienlijk.'

Volgens het drietal is het met name de agribusiness die zich aangetrokken voelt tot een faciliteit als Flevokust. 'Voor hen biedt het echt een plus. Zij werken veelal met grote volumes of kunnen er meerwaarde realiseren', zegt Bos.

Interesse

Een kleine rondgang langs een aantal van dit soort bedrijven leert dat de interesse zeker aanwezig is. Agrarische handelshuizen als Agrico en HZPC, maar ook gebroeders Van Liere en Waterman Onions, zien het project als een kans.

Directeur Gerard Backx van HZPC rekent voor dat inmiddels de helft van 'zijn' pootaardappelen ergens het schip op gaat, veelal richting Middellandse Zeegebied. 'Dat is vaak nog traditioneel in zakken op pallets, maar de laatste tijd steeds meer in containers. Dat wordt steeds goedkoper, en is ook iets beter voor de aardappel.'

Die containers gaan nu nog over de weg naar de havens van Rotterdam of Antwerpen, of worden in Groningen en Heerenveen op binnenvaartschepen geladen. 'Maar afzet via Lelystad is een goed alternatief. De Noordoostpolder is immers ons derde teeltgebied. Als de kostprijs aantrekkelijk is en het serviceapparaat op peil, gaan we dat zeker doen.'

Ook uienverwerker Wim Waterman ziet er de voordelen van in.

Banenmotor

Naast de economische voordelen voor de agribusiness en een banenmotor voor de regio schept Flevokust ook kansen voor bedrijven om ter plekke waarde toe te voegen aan uitgaande of binnenkomende goederen. Veel (koel)containers komen nu nog vaak leeg terug.

'Als je die op de exportbestemming weet te vullen met bijvoorbeeld mango's, kun je die hier weer verwerken. Door slimme combinaties te maken met producten van fruittelers uit de regio creëer je ook een lokale koppeling', schetst Wilms een nieuw businessmodel.

Een andere mogelijkheid ligt in de verwerking van nutriënten op het Flevokust-complex. De Groote, Wilms en Bos denken dan aan de verwerking van mest in Flevoland uit overschotgebieden in Zuid-Nederland en afzet bij akkerbouwers in de regio.

'Als het om grote hoeveelheden gaat, is vervoer van mest over water aantrekkelijker dan over de weg.'