Landbouwgif is volgens Van Dam spreektaal

In een persbericht over een nieuwe innovatieve schimmel van begin oktober gebruikte het ministerie van Economische Zaken heel nadrukkelijk de term landbouwgif. Staatssecretaris Martijn van Dam kreeg hierover vervolgens vragen voorgelegd van de Tweede Kamerleden Helma Lodders van VVD, Eibert Dijkgraaf van SGP en Jaco Geurts van CDA

Zij willen van Van Dam weten wat zijn doel is om te kiezen voor deze woordkeuze en of hij zich bewust is van de negatieve lading van de term landbouwgif. In zijn antwoord stelt de bewindsman dat het persbericht bedoeld is voor een breed publiek en dat hij ervan uitgaat dat landbouwgif net zo goed spreektaal is als de gebruikelijke term gewasbeschermingsmiddelen.

Communicatie

Met het gebruik van het begrip landbouwgif heeft het ministerie het onderscheid willen aangeven tussen risicovolle middelen en minder risicovolle middelen. Volgens Van Dam is in de communicatie juist ingezet om de ontwikkeling van groene en laagrisicomiddelen positief onder de aandacht te brengen.

Van Dam begrijpt dat de land- en tuinbouwsector liever spreekt over gewasbeschermingsmiddelen en dat hij normaal deze terminologie ook toepast. Verder onderschrijft hij in zijn reactie op de Kamervragen het belang van een effectief middelenpakket voor een gezonde en veilige productie van landbouwgewassen.