Aandacht ammoniak verwaterd

Met meer dan honderd aanmeldingen kon de kennisdag ‘Ammoniak in de veehouderij’, maandag in Zwolle, trouwens wel op voldoende aandacht rekenen, stelt Van Dijk vast. In Overijssel hebben Projecten LTO Noord, ondernemers en onderzoekers via de Proeftuin Natura 2000 maatregelen voor ammoniakreductie onderzocht.
Een deel van de oplossingen zijn op de toegestane lijst van maatregelen voor een Natuurbeschermingswetvergunning van Overijssel gekomen. Daarmee heeft de provincie naar eigen zeggen een voorbeeldfunctie, maar andere provincies nemen het vooralsnog niet over.
Om de ammoniakreducerende maatregelen te onderzoeken, werkte Projecten LTO Noord samen met Wageningen UR. Niet iedere optie is meteen PAS-lijstwaardig. ‘Iedere maatregel wordt individueel bekeken. Zo moet de maatregel minimaal 10 procent ammoniakreductie opleveren’, stelt Van Dijk.
‘Voor voer is 10 procent reductie haalbaar met een combinatie van ingrepen’, stelt Van Dijk. Ze denkt daarbij bijvoorbeeld aan het voeren van minder eiwit door relatief veel mais in het rantsoen, een eiwitarm bijproduct als bierbostel, verlagen van de hoeveelheid eiwit via het krachtvoer en stro voeren aan jongvee.
Aanpassingen in de mestaanwending bieden ook opties voor reductie, alleen al omdat het daarbij om de helft van de ammoniakemissie van het bedrijf gaat. Binnen het project is het het toevoegen van zuur en van water onderzocht. ‘Reductietechnisch is vooral dat laatste interessant.’
Hoewel er nog weinig op ammoniakreductie wordt gestuurd ziet Van Dijk voordelen voor iedere veehouder door minder stikstofverlies en beter economische resultaten. Dat geldt ook voor buiten Overijssel.
‘We willen een aantal voer- en managementmaatregelen borgen via de Bedrijfsspecifieke Excretie Ammoniak (BEA). In combinatie met het nieuwe instrument Navigator kunnen veehouders door het jaar heen gebruik maken van deze maatregelen’, aldus Van Dijk.
Wel merkt ze dat ammoniak uit beeld is bij ondernemers en adviseurs: ‘Fosfaat krijgt alle aandacht omdat die productie aan banden wordt gelegd. Wellicht kan een actieve houding rond ammoniakreductie soortgelijke maatregelen voor ammoniak voorkomen.’