LTO Noord: 'Weidevogelgebieden zijn geen natuur'

In de verordening van de provincie staan regels die rechtstreeks gelden voor alle inwoners, bedrijven of specifieke doelgroepen. In de regels is opgenomen wat de voorwaarden zijn om bepaalde activiteiten te verrichten. Ook wordt vastgesteld of er bijvoorbeeld eerst een vergunning moet worden aangevraagd of dat er een melding gedaan moet worden voor bepaalde activiteiten.

LTO Noord stelt vast dat de weidevogelconcentratiegebieden en de zogeheten weidevogelparels worden aangewezen als bijzondere provinciale natuurgebieden. De vereniging wijst erop dat het hier gaat om agrarische productiegebieden. 'Als de verordening zo wordt toegepast, houdt dat in dat de functie landbouw in deze gebieden ondergeschikt wordt gemaakt aan een natuurstempel.'

Dit zou kunnen betekenen dat agrarische activiteiten worden beperkt als die nadelig zijn voor de weidevogelbescherming. Dat druist volgens LTO Noord in tegen het principe dat in landbouwgebied de exploitatie van landbouwgronden en het voeren en kunnen ontwikkelen van een agrarisch bedrijf centraal staan.

'Het omschrijven van deze gebieden als bijzondere provinciale natuurgebieden creëert een haakje om op een later moment dwingende regels voor dit 'natuurgebied' af te kondigen. Dat achten wij onaanvaardbaar', stelt de belangenorganisatie.

Koesteren

Er dreigt een beeld te ontstaan dat de weidevogelgebieden er zijn ondanks de landbouw. Dit terwijl er in werkelijkheid weide- en akkervogels zitten door landbouwkundig handelen, merkt LTO Noord op. 'Je zou de agrariërs in zo'n gebied moeten koesten. Nu worden daar tegenstrijdige signalen over afgegeven.'

Provincie Fryslân zegt in een toelichting dat agrarische ontwikkelingen in de weidevogelgebieden wel zijn toegestaan. 'Omdat de agrarische functie juist mede bepalend is voor de geschiktheid van deze gebieden voor weidevogels. Ook hier geldt dat bijbehorende nevenactiviteiten eveneens toelaatbaar zijn.'

LTO Noord legt dat uit dat in deze gebieden alle relevante agrarische activiteiten moeten worden vrijgesteld van beperkingen. Overigens ziet de belangenorganisatie het aanwijzen van zogeheten verstoringszones rond weidevogelbeschermingsgebieden ook als een bedreiging van agrarische activiteit.