'Stikstofcommissie' overweegt noodwet om impasse te doorbreken

Dat schrijft landbouwminister Femke Wiersma in een brief die vrijdag naar de Tweede Kamer is gestuurd. In die brief beschrijft ze de beoogde aanpak van de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel, onder leiding van minister-president Dick Schoof. De genoemde opties maken deel uit van een breder pakket met oplossingen die worden onderzocht.

Deze stikstofcommissie werkt vier oplossingssporen uit die er uiteindelijk voor moeten zorgen dat Nederland van het stikstofslot gaat. De inzet van het kabinet is om dit voorjaar te komen met een aanpak op hoofdlijnen voor geborgde emissiereductie en herstel van natuur en daarmee vergunningverlening mogelijk te maken.

Juridisch perspectief

Het eerste spoor is gericht op verkennen wat er mogelijk is in de vergunningverlening vanuit juridisch perspectief, zoals de genoemde noodwet. Zo bekijkt de commissie of het mogelijk en juridisch houdbaar is om binnen de geldende internationale en EU-kaders een noodwet te maken die andere eisen stelt om zo buiten de bestaande kaders te treden.

Wiersma meldt ook dat de plannen voor een nieuwe 'rekenkundige ondergrens' waarmee voor activiteiten met een beperkte uitstoot de vergunningsplicht vervalt, 'op korte termijn' voor advies naar de Raad van State gaan.

Een ander onderdeel van dit spoor is volgens de commissie om te kijken naar 'verbetering van de aanwijzing van soorten en habitats in Natura 2000-gebieden en hoe dit zich verhoudt tot de huidige staat van instandhouding van soorten en habitats'.

Doelsturing

Het volgende spoor behelst een programma van maatregelen gericht op een geborgde daling van stikstofemissie en op natuurherstel. Onderdeel van dit spoor zijn de plannen voor doelsturing met emissiedoelen per bedrijf.

In het derde spoor bekijkt de commissie welke acties nodig zijn voor partijen die in problemen komen, doordat de Raad van State-uitspraak over intern salderen met terugwerkende kracht geldt. Wiersma erkent dat het na deze uitspraak nog lastiger is geworden om vergunningen te verlenen voor activiteiten die tot meer stikstofuitstoot leiden.

Tot slot verkent de commissie in het vierde spoor welke stappen er mogelijk zijn in Brussel, zowel op korte als op lange termijn. Zo wil de commissie onderzoeken of Brusselse regels misschien iets te streng zijn geïnterpreteerd en of daar nog bewegingsruimte zit.

Voor de financiële dekking wordt in eerste instantie bekeken hoe de maatregelen en dekking passend zijn bij het regeerprogramma en binnen bestaande begrotingen passend zijn te maken.