Europese Commissie verwacht dat droogte grotere uitdaging wordt

De beschikbaarheid van water wordt een risicofactor die de productiviteit van de Europese landbouw sterk gaat beïnvloeden. De grote lijn is echter dat de agrarische productie blijft toenemen, maar wel minder hard dan voorheen. Dat zijn enkele trends uit het rapport Agricultural Outlook 2024-2035 van de Europese Commissie.

Europese+Commissie+verwacht+dat+droogte+grotere+uitdaging+wordt
© ANP

De Europese Commissie heeft recent het rapport Agricultural Outlook 2024-2035 gepresenteerd. Hierin worden de middellangetermijnvooruitzichten voor de agrarische sector van de Europese Unie tot 2035 geschetst. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar beleid, milieu en markt, maar ook naar globale ontwikkelingen.

De studie is een samenwerking van DG Agri (het Europese ‘landbouwministerie’) en het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) in opdracht van de Europese Commissie. De vooruitzichten zijn gebaseerd op een reeks macro-economische aannames.


1. Waterstress neemt toe

Droogte is een groeiend probleem voor de Europese Unie. In de afgelopen jaren traden al langdurige droogtes op en in 2024 was het in grote delen van Europa opnieuw raak, met name in het Middellandse Zeegebied, Oost-Europa en de Baltische landen. Bovengemiddelde temperaturen voor langere periodes hebben direct invloed gehad op de bodemvochtigheid en de vegetatiegroei. Ook nam het risico op bosbranden toe.

Nu waterschaarste toeneemt, worden grondwaterbronnen belangrijker. De beschikbaarheid van water is een relevante risicofactor geworden die de landbouwproductiviteit op de middellange termijn kan beïnvloeden, zo stellen de onderzoekers.


2. Agroklimaatzones verschuiven

De verschuiving van Europese agroklimaatzones als gevolg van klimaatverandering gaat sneller dan gedacht. Hogere temperaturen duwen traditionele landbouwzones verder noordwaarts. Dat heeft gevolgen voor de levensvatbaarheid van gewassen en de opbrengsten in verschillende regio’s. Noordelijke regio’s kunnen profiteren van langere en warmere groeiseizoenen, maar zijn daardoor ook kwetsbaarder voor vorst.

De frequentie van extreme weersomstandigheden, zoals overstromingen en hittegolven, neemt naar verwachting toe. De invloed op de productie is moeilijk in te schatten, maar dit wordt op de lange termijn een steeds grotere risicofactor voor de productie.


3

De totale Europese landbouwproductie groeit tot 2035 naar verwachting langzamer dan in het verleden en zal zelfs afnemen voor de meeste dierlijke producten. De lagere groei wordt veroorzaakt door een aantal factoren, zoals de toenemende frequentie en ernst van extreme weersomstandigheden, toegang tot financiering voor investeringen, mogelijke arbeidstekorten en beperkingen door milieu- en klimaatregelgeving.

Tot op zekere hoogte worden de uitdagingen gecompenseerd door de introductie van duurzamere landbouwpraktijken en andere innovatieve oplossingen. Deze ontwikkelingen zullen naar verwachting meer veerkracht brengen in de Europese voedselsystemen en verdere kansen creëren voor boeren.

De verschillende gewassen concurreren met elkaar om areaal bouwland. Die strijd tussen gewassen wordt beslist door hun winstgevendheid, klimaatbestendigheid en aanpassingsvermogen, evenals de veranderende vraag (bijvoorbeeld een lager gebruik van veevoer en biobrandstof). Wat betreft de Europese dierlijke productie blijven veranderende consumentenvoorkeuren en duurzaamheidszorgen, samen met winstgevendheid en de wetgeving belangrijke beperkingen voor de sector. Als gevolg hiervan wordt verwacht dat de melk- en vleesproductie in de Europese Unie blijft dalen, behalve voor pluimvee.

De marktvooruitzichten duiden op een opwaartse trend in de totale waarde van de landbouwproductie in de periode tot 2035. Op basis van de verschillen tussen productiewaarde en kosten, en na een periode van stabilisatie, wordt verwacht dat het landbouwinkomen van de Europese Unie vanaf 2028 met 1,4 procent toeneemt. Onzekerheid over macro-economische en klimatologische ontwikkelingen, geopolitiek en handelsrelaties blijft groot.


4

Het aantal boerderijen in Europa is fors afgenomen en de bedrijven die overblijven, zijn groter en gespecialiseerd in een bepaalde bedrijfstak. In de periode van 2010 tot 2020 daalde het totale landbouwareaal in de Europese Unie met 2,2 procent. Het aantal Europese boerderijen nam af met 24,8 procent, tot 9,1 miljoen in 2020.

Vooral in landen als Roemenië, Bulgarije en Hongarije nam het aantal boerenbedrijven sterk af. Terwijl in andere landen in Centraal- en Oost-Europa veel kleine (semi-zelfvoorzienende) boerderijen verdwenen, namen grotere boerderijen zowel in fysieke als economische omvang toe, wat een sterke structurele verandering laat zien.

Tussen 2010 en 2020 zijn boerenbedrijven zich steeds meer gaan specialiseren. In de landen die vanaf 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden (EU-13) is het aantal gemengde landbouwbedrijven fors gedaald (-42 procent in aantal en -32 procent in oppervlakte) ten gunste van bedrijven met een specialisatie in granen, oliehoudende zaden en eiwitgewassen (+31 procent in bedrijven en +36 procent in oppervlakte).

Bovendien is het aantal veehouderijen aanzienlijk gedaald (-48 procent in bedrijven), terwijl hun oppervlakte met 5 procent is toegenomen tussen 2010 en 2020. Met de afname van de veestapel heeft dit geleid tot een lagere veedichtheid in de meeste Europese landen.

In de landen die voor 2004 bij de Europese Unie zijn aangesloten daalde het aantal bedrijven voor elk type landbouw, vooral in de gemengde landbouw (-28 procent). Zowel in de veeteelt als in de gespecialiseerde plantaardige teelt daalde het aantal boerderijen met 24 procent, terwijl het bewerkte areaal slechts met respectievelijk 2 en 1 procent afnam.


5. Voedselongelijkheid

Sinds het begin van de eeuw neemt het belang van Aziatische (vooral China en India) en Afrikaanse landen in de wereldwijde voedselconsumptie toe. Dat komt voornamelijk door de toenemende bevolking in Sub-Sahara (Afrika) en stijgende inkomens in Azië. Het aandeel van Europa neemt juist af. Dat is te wijten aan een lager aandeel van de wereldbevolking, versterkt door een vergrijzende bevolking met behoefte aan gezondere, minder calorierijke en eiwitrijke diëten.

De betaalbaarheid van gezond voedsel blijft onder druk staan voor de laagste inkomens. Ondanks voldoende voedselproductie op wereldniveau is de verdeling ongelijk. Het hoogste percentage ondervoede bevolking bevindt zich in Azië (56 procent), gevolgd door Afrika (37 procent) en Latijns-Amerika (6 procent).

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    1° / -2°
    5 %
  • Maandag
    1° / -2°
    5 %
  • Dinsdag
    5° / 0°
    10 %
Meer weer