Excretieforfaits stikstof bij melkvee omlaag

Als gevolg van een gewijzigde stikstofcorrectiefactor worden de excretieforfaits in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet aangepast. Deze aanpassing is per 1 januari doorgevoerd. De stikstofcorrectiefactor, een correctie vanwege de gasvormige verliezen bij stallen met drijfmest, wordt verhoogd van 8,5 procent naar 14 procent. Bij vaste mest gaat die naar 39 procent.

Excretieforfaits+stikstof+bij+melkvee+omlaag
© Job Hiddink

Dat heeft minister Femke Wiersma van LVVN vermeld in de Staatscourant van 19 december 2024. De oorspronkelijke stikstofcorrectiefactor was gebaseerd een berekening door de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) op basis van gegevens rond voeropname en voersamenstelling in de periode van 2010 tot en met 2012. Hiervoor werd de zogenaamde NEMA-methode gebruikt.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft in 2018 op basis van een andere methode en gegevens van 2015 tot en met 2017 de stikstofcorrectiefactor opnieuw berekend. Bij die methode is ervan uitgegaan dat van de hoeveelheid stikstof en fosfaat in de mest enkel een deel de stikstof verloren gaat, het fosfaatgehalte blijft constant. Dit is de zogenaamde N/P methode. Het CBS kwam daarbij op een stikstofcorrectiefactor van 14 procent.

Daarop heeft de CDM op basis van de N/P methode in 2020 nieuwe excretieforfaits voor landbouwhuisdieren geadviseerd. Daarbij hoorde ook een aanpassing van de stikstofcorrectiefactor. Destijds is het advies voor varkens en pluimvee door het ministerie overgenomen. Voor melkvee niet, omdat uit de internetconsultatie naar voren kwam dat hier gebruik werd gemaakt van verouderde gegevens.

Bij een nieuw CDM-advies in 2021, op basis van actuelere gegevens, kwam advies van een stikstofcorrectiefactor van 14 procent in het geval van drijfmest en 39 procent in het geval van vaste mest naar voren. Aan dit advies werd geen gevolg gegeven, omdat door dit advies de productie van stikstof zou toenemen. Dit was niet wenselijk, omdat Nederland in het kader van de derogatiebeschikking 2022-2025 de productie van stikstof en fosfaat moest verlagen.


Druk mestmarkt

Door de derogatiebeschikking 2022-2025 is de mestplaatsingsruimte flink geslonken als gevolg van maatregelen als het vaststellen van bufferstroken, het aanwijzen van met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) en de afbouw van derogatie. Hierdoor is de druk op de mestmarkt vergroot, met voor veel bedrijven aanzienlijke kosten voor de mestafvoer.

Om die druk enigszins af te laten nemen heeft de sector voorgesteld om op basis van het CDM-advies uit 2020 de stikstofcorrectiefactor te verhogen en de stikstofexcretieforfaits hierop aan te passen. Een bedrijf zou daardoor binnen de gebruiksnorm voor stikstof uit dierlijke mest als bedoeld in de Meststoffenwet meer kubieke meter mest op of in de bodem kunnen brengen en hoeft dan minder mest af te voeren.

Bij een nieuwe berekening van het CDM in 2024 kwam hetzelfde advies als in 2020 naar voren. Dit blijft een stikstofcorrectiefactor van 14 procent bij drijfmest en 39 procent bij vaste mest. Dit advies wordt voor 2025 overgenomen.

Een veehouder kan daardoor binnen de beschikbare plaatsingsruimte voor stikstof uit dierlijke mest meer mest op of in de bodem brengen en hoeft in het geval van een mestoverschot minder mest af te voeren. Ook het mestoverschot op nationaal niveau neemt minder sterk toe.


Per kalenderjaar

Normaal gesproken wordt een dergelijke wetswijziging twee maanden na publicatie in de Staatscourant ingevoerd. Omdat de sector is gebaat bij de wijziging en inwerkingtreding hiervan per 1 januari en de verantwoording over meststoffen per kalenderjaar wordt gekeken, is gekozen voor een invoering per 1 januari 2025.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Maandag
    11° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    5° / 3°
    70 %
  • Woensdag
    5° / 2°
    30 %
Meer weer