Preiteler wil zijn bedrijf nog beter nalaten dan hoe hij het kreeg

Keizer Organic Plants in Sevenum nam dit najaar het certificaat van Bio Suisse in ontvangst. Dit is een internationaal keurmerk voor de biologische markt in Zwitserland. Het maakt export van de biologische preiplanten van Keizer Organic Plants naar Zwitserland mogelijk.

'We zijn blij met het behalen van het Bio Suisse-certificaat', zegt ondernemer Johan Tielen. 'Het keurmerk opent voor ons de deuren om preiplanten te verspreiden op de Zwitserse markt. We zien het als een mooie bevestiging van onze visie en filosofie 'telen zoals de natuur ons heeft geleerd'. Dankzij het certificaat kunnen we onze internationale groei voortzetten.'

Het Limburgse bedrijf teelt al ruim vijftig jaar prei, vanaf 2000 volledig biologisch en sinds 2015 uitsluitend vollegrondspreiplanten. Keizer Organic Plants is uitgegroeid tot marktleider in Europa. Voor het bedrijf vormt Bio Suisse een belangrijke aanvulling op de certificaten Eko, Nak en Skal. Wel moet het bedrijf voor het Bio Suisse-certificaat aan meer eisen voldoen, zo wordt bijvoorbeeld 7 procent van het areaal ingezet om de biodiversiteit te vergroten.

Wel moet het bedrijf voor het Bio Suisse-certificaat aan meer eisen voldoen. Zo wordt bijvoorbeeld 7 procent van het areaal ingezet om de biodiversiteit te vergroten. Daarnaast moet het stikstofgebruik omlaag worden gebracht en wordt een goed plan gemaakt om de bodemvruchtbaarheid maximaal te vergroten. Daarnaast is er nog extra regelgeving met als doel de vruchtbaarheid en het ecosysteem rond het bedrijf sterk te bevorderen.

Groot afzetland

'Zwitserland kan voor ons een groot afzetland worden. Dat is nu Frankrijk, een echt preiland. Daar gaat nu tussen de 20 en 30 procent van onze planten naartoe', licht Tielen toe. Na Frankrijk zijn ook België, Duitsland, Engeland en Scandinavië belangrijke afzetbestemmingen. 10 tot 15 procent van de preiplanten blijft in Nederland.

De Limburgse teler constateert dat de markt voor biologische preiplanten groeit, ook in eigen land. Hij verwacht zelfs dat hier op termijn alle gewassen op biologische wijze worden verbouwd. 'Als ik zie waar de overheid naartoe wil, dan kan het in mijn ogen alleen maar die kant op. Daar wil ik klaar voor zijn.'

Biologisch telen past Tielen ook goed. 'Ik ben opgegroeid in de tijd dat er volop kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen werden ingezet. Daarbij wordt altijd gekeken naar een chemische oplossing voor een kwaal of een middel om het te voorkomen. Dat terwijl de natuur in staat is zichzelf te herstellen. Mijn conclusie is dan ook vaak dat een ziekte of plaag op een biologische manier kan worden voorkomen of opgelost.'

Uiteindelijk is het doel van Tielen om het bedrijf beter achter te laten dan hoe hij het heeft gekregen Als de ondernemer door een perceel loopt met een hoge ziektedruk, let hij vooral op de gezonde planten. Waarom zijn die vitaal en andere planten niet?, vraagt hij zich dan af. Hij geeft toe dat hij wat dat betreft ook nog veel moet leren.

Volgens de teler valt met een goede vruchtwisseling en het zorgen voor een gezondere bodem veel te winnen. 'Bodemprocessen zijn cruciaal. Daarvoor moet er voldoende bodemleven aanwezig zijn. Is dat in orde, dan komen alle nutriënten in de grond vrij en worden ze beschikbaar voor de plant.'

Groenbemesters

In zijn bedrijfsvoering werkt Tielen veel met groenbemesters, zoals Japanse haver (foto). De keuze hangt af van de aaltjessituatie op het perceel. 'Daar kijken we goed naar. We hebben nu geen problemen met aaltjes, dat willen we graag zo houden.'

De ondernemer geeft aan dat de hoge zandgronden rondom Sevenum bij uitstek geschikt zijn voor de biologische preiplantenteelt. 'Je kunt er altijd terecht en de grond is vruchtbaar. Voor een goede vruchtwisseling ruilen we met collega-tuinders en naast groenbemesters voeden we de bodem met compost en dierlijke mest. De bodem moet in goede conditie blijven om preiplanten rustig te kunnen laten opgroeien.'

Keizer Organic Plants zaait begin januari de eerste prei in de kas, eind februari onder tunnels en vanaf begin maart in de vollegrond. Rond 10 mei zit de laatste prei in de grond. De oogst vindt plaats vanaf week 17 (eind april) tot week 32 (begin augustus). Binnen die periode is ook de uitlevering.

Volgens Tielen is de onkruidbeheersing de grootste uitdaging in de teelt. 'Traditioneel schoffelen lukt niet, omdat de plantjes heel kort op elkaar staan. We werken daarom met een cameragestuurde schoffel die vlak langs de plantjes kan schoffelen.' Na de oogst worden de planten gespoeld en gaan ze direct op transport naar de bestemming. Daar groeien de planten uit tot herfst- of winterprei.

In de periode vanaf augustus tot februari maakt Tielen tijd vrij voor klantbezoeken in zowel het binnen- als buitenland, maar is hij vooral ook druk op zijn andere bedrijven Tielen Groenten en BioBrothers.