Bijdragen voor Diergezondheidsfonds stijgen in 2025

Via het diergezondheidsfonds worden kosten betaald voor de bestrijding, bewaking en preventie van besmettelijke dierziekten en zoönosen. Voor dierziekten die zich snel kunnen verspreiden, gelden speciale bestrijdings- en preventieregels. Naast de financiële bijdrage per dier vanuit veehouders wordt het fonds gevuld door het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). De verdeling is vastgelegd in een convenant.

Komend jaar stijgen de bijdragen per dier voor alle diersoorten. Voor runderen vanaf een jaar en ouder stijgt het bedrag van 2,942 euro naar 4,402 euro. Voor runderen jonger dan een jaar gaat het te betalen bedrag van 0,402 euro naar 0,613 euro.

Varkenssector

Ook bij varkens stijgen de tarieven. De tarieven voor de varkenssector zijn ingedeeld op bedrijfsstatusniveau, van de niveaus A tot en met F. Voor vleesvarkens van een A- of B-bedrijf, afgevoerd voor slacht of export, stijgt het tarief van 0,171 euro naar 0,275 euro per dier.

Voor biggen van een A- of B-bedrijf, afgevoerd naar een E- of F-bedrijf, stijgt het tarief van 0,060 euro naar 0,096 per dier. Voor zeugen, beren of gelten die afgevoerd worden van een A-, B-, C-, of D-bedrijf stijgt het tarief van 0,086 euro naar 0,138 euro.

In de varkenshouderij zijn nog drie andere tarieven van toepassing. Voor biggen die worden afgevoerd van een A- of B-bedrijf naar een A-, B-, C- of D-bedrijf of voor slacht of export, stijgt het tarief eveneens van van 0,086 euro naar 0,138 euro. Dit geldt ook voor varkens van een C- of D-bedrijf. Voor varkens die worden afgevoerd van een E- of F-bedrijf stijgt het tarief van 0,026 euro naar 0,041 euro.

Schapen en geiten

Voor schapen stijgt het tarief voor het Diergezondheidsfonds van 0,948 euro per dier naar 1,205 euro per dier. Voor geiten tenslotte is ook een stijging van kracht. Voor deze dieren stijgt de bijdrage van 1,018 euro naar 1,789 euro per dier. Voor pluimvee waren de tarieven al eerder bekend gemaakt. Veebedrijven met schapen, geiten, runderen en varkens merken deze stijging niet direct. Deze veehouders krijgen in 2025 een heffing over 2024 en in 2026 over 2025.

Op dit moment worden de kosten van bewaking van dierziekten voor 50 procent door het Rijk en voor 50 procent door het bedrijfsleven gefinancierd, met uitzondering van de bewakingsprogramma's die LVVN heeft overgenomen van de voormalige productschappen. Deze worden voor 100 procent door de sectoren gefinancierd.

Het gaat hierbij om het voorkomen en/of bestrijden van dierziekten, waaronder de ziekte van Aujeszky, Salmonella, Leukose, en een monitoringsprogramma voor AI, NCD, non-zoönotische Salmonella, en Mycoplasma.

Plafondbedrag

De financiering van de kosten voor het bestrijden van dierziekten is afhankelijk van de dierziekte en de noodzakelijke voorzieningen om de bestrijding uit te kunnen voeren. Deze kosten worden, tot een per diersoort afgesproken plafondbedrag, voor 100 procent doorberekend aan de veehouderijsectoren.

Uitzondering zijn de kosten van de contractueel vastgelegde voorzieningen voor de bestrijding. Deze worden gefinancierd door overheid en sector, beiden voor 50 procent. Boven de plafondbedragen draagt de overheid de resterende kosten.