Mestverwerking biedt mogelijkheden voor melkveehouders
Veehouders ervaren in 2024 al een mestoverschot en dat zal richting 2026 alleen maar meer worden. De innovaties in mestverwerking gaan snel. Volgens FarmConsult, onderdeel van ForFarmers, bestaan er veel mogelijkheden voor melkveehouders.
Op een bijeenkomst op het melkveebedrijf van de familie Voet in het Noord-Brabantse Schaijk, georganiseerd door ForFarmers, zijn halverwege oktober de mogelijkheden op gebied van mestverwaarding besproken. Dat het onderwerp leeft bij melkveehouders is duidelijk; ruim 75 geïnteresseerde ondernemers luisterden aandachtig naar de sprekers.
De grootste uitdagingen in de melkveehouderij van dit moment werden toegelicht door teamleider Larson Arendsen Raedt van het kenniscentrum mestwetgeving en kringlooplandbouw van FarmConsult. Mestverwaarding biedt volgens hem kansen voor de verduurzaming van de sector.
Een betere benutting van mest speelt een belangrijke rol bij kringlooplandbouw en emissiereductie. Arendsen Raedt noemt bijvoorbeeld de productie van energie en kunstmestvervangers. Door de productie van kunstmestvervangers uit dierlijke mest hoeft per hectare ongeveer 25 kuub minder mest te worden afgevoerd. Dit betekent een besparing op de kosten voor zowel mestafzet als kunstmestaankoop.
De wet- en regelgeving bepaalt de kaders, maar de keten bepaalt het tempo
'De wet- en regelgeving bepaalt de kaders, maar de keten bepaalt het tempo met financiële prikkels', geeft Arendsen Raedt aan. 'Bijvoorbeeld door de duurzame melkstromen die zorgen voor een plus op het melkgeld.'
Als je mest wilt vergisten is het belangrijk dat je dagverse mest gebruikt, vervolgt de FarmConsult-teamleider. Hierdoor produceert de vergister 30 procent meer gas per kuub mest. Naast drijfmest kunnen er ook kleine hoeveelheden vaste mest aan worden toegevoegd, denk hierbij aan stromest uit afkalfhokken.
Toepassingen biogas
Afhankelijk van de grootte van de mestvergister zit de mest er 35 tot 45 dagen in. Daar wordt deze verwarmd tot ongeveer 39 graden en gemixt. De methaan die vrijkomt bij dit proces wordt biogas en dat kan op meerdere manieren worden gebruikt. Het kan worden omgezet naar groen gas, wat op het net kan worden geleverd. Het is ook mogelijk om het met een warmtekrachtkoppeling om te zetten naar elektriciteit of warmte.
Op het melkveebedrijf van de familie Voet wordt de warmte onder andere gebruikt voor de stikstofstripper. In de mestscheider, die is geplaatst na de vergister, worden de dikke en dunne fractie gescheiden.
De dikke fractie wordt door de Brabantse veehouders gebruikt als strooisel voor de boxen. De dunne fractie gaat door de stripper, waar de vloeistof wordt verwarmd tot meer dan 70 graden. Daardoor komt stikstof vrij in gasvorm. Dit gas wordt gewassen met zwavel- of salpeterzuur en daardoor ontstaat ammoniumsulfaat. Deze heldere vloeistof is een kunstmestvervanger, ofwel renure, en kan worden gebruikt door de veehouder.
Verdienmodel mestverwerking
Het verdienmodel achter verschillende vormen van mestverwerking varieert sterk tussen bedrijven. Bij een mestvergister is het verdienmodel onder andere afhankelijk van de investering, hoeveelheid koeien, versheid van de mest, het rantsoen en de manier waarop je het gas verwerkt. Een koe produceert ongeveer 30 kuub mest per jaar. In het vergistingsproces ontstaat dan 900 kuub biogas per koe. Als de keuze wordt gemaakt het om te zetten naar aardgas, is dat 600 kuub.
Biogas omzetten naar aardgas is nodig als de ondernemer het op het gasnet wil brengen. Voor de meeste melkveehouders is dit alleen rendabel bij voldoende omvang. Voor de melkveehouders met kleinere bedrijven kan dit rendabel zijn als ze deelnemen aan een biogashub.
Een biogashub is een samenwerking tussen meerdere bedrijven, waarbij het gas op een van die bedrijven wordt omgezet in aardgas. Gemiddeld wordt tussen de 1.000 en 1.500 euro per koe per jaar verdient aan het gas, afhankelijk van de bedrijfsgrootte, gasprijs en manier van afzet.
Rendement stikstofstripper
Het rendement van een stikstofstripper hangt af van de volgende factoren: investeringsruimte, subsidie, mestafvoer-, energie- en zuurkosten, toelating van renure en benutting van de capaciteit.
Ter illustratie is op de bijeenkomst in Schaijk een berekening gemaakt aan de hand van een voorbeeldbedrijf met tweehonderd melkkoeien, honderd stuks jongvee, 80 hectare en mestafzetkosten van 25 euro per kuub. Het verschil op de mestboekhouding is dan iets meer dan 2.000 ton drijfmest die niet meer hoeft te worden afgevoerd.
Kostenbesparing
Als renure mag worden ingezet als kunstmestvervanger bespaart het voorbeeldbedrijf ruim 80.000 euro aan mestafzetkosten en kunstmest. Daarnaast worden de organische stof en mineralen zoals kali en fosfaat op het bedrijf gehouden. Dit zorgt voor een besparing van ruim 14.000 euro bovenop de mestafzetkosten.
Vooral voor bedrijven met een groot verschil in wanneer zij moeten afvoeren op basis van fosfaat ten opzichte van stikstof kan een stikstofstripper interessant zijn. Stikstof wordt bij een stripper namelijk wel omgezet, maar fosfaat niet. Bij een stikstofstripper komt bovendien ook extra arbeid kijken en de investering is fors. Per bedrijf moet dus worden gekeken of een stikstofstripper past bij de ondernemers, omgeving en financiële ruimte.
Zo kunnen melkveehouders herwonnen meststromen goed benutten
Als op een melkveebedrijf mestverwerking wordt toegepast is het van belang dat de meststromen optimaal worden benut in het bemestingsplan. Dan is het goed om te weten in welke hoeveelheid voedingsstoffen aanwezig zijn in de mest. Monsters nemen voordat het bemestingsseizoen start is hiervoor essentieel.
Meet daarbij de verhouding tussen organisch gebonden stikstof en minerale stikstof en de hoeveelheid stikstof (N), fosfaat (P) en kali (K) in de mest. De NPK-verhouding is belangrijk om te weten, deze verschilt na de verwerking van de mest sterk ten opzichte van drijfmest. Als die verhouding niet wordt meegenomen in het bemestingsplan, loop je het risico op een tekort of overschot in de bodem van belangrijke mineralen.
De verhouding van organische en minerale stikstof verandert sterk gedurende het mestverwerkingsproces. Na vergisting is gemiddeld 20 procent organische stikstof omgezet in minerale stikstof. De werking van minerale stikstof is veel sneller dan die van organisch gebonden stikstof. Als het aandeel organisch gebonden stikstof in de mest hoog is, is het van belang dit vroeg in het seizoen uit te rijden in verband met de nawerking.
Als de mest door een stikstofstripper is geweest krijg je ammoniumsulfaat of -nitraat. Hier zit geen organisch gebonden stikstof in, maar gemiddeld wel drie tot zeven keer meer minerale stikstof. Dit heeft invloed op de werkingscoëfficiënt en de manier van toedienen. Het advies van FarmConsult is dan ook om deze minerale stikstof in de zomer toe te dienen. Door de nawerking van de eerder op het land gebrachte organisch gebonden stikstof benut je zo de meststromen efficiënter.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Stiga GYRO 500-E
2023, P.O.A.
-
Stihl RT 5097.1
Nieuw, P.O.A.
-
Massey Ferguson 5445 T2 Dyna-4
2008, € 28.000
-
Massey Ferguson 5S.125 Dyna-4 Efficient
Nieuw, P.O.A.
Vacatures
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Accountmanager Binnendienst
AgriPers - Wageningen
Weer
-
Woensdag12° / 1°10 %
-
Donderdag10° / 7°10 %
-
Vrijdag11° / 3°10 %