'EU moet rekening houden met opbrengend vermogen van grond in Bretagne'

Boeren in Bretagne, in het westen van Frankrijk, zouden graag zien dat de EU meer oog heeft voor het opbrengend vermogen van hun regio. Net als in Nederland profiteren ze van een goede bodem en milde winters, maar ook van de ruime hoeveelheid neerslag die daar valt, zodat de productie optimaal kan verlopen. Mits Brussel niet te veel beperkingen oplegt, stelt veehouder Jan Peter de Olde.

%27EU+moet+rekening+houden+met+opbrengend+vermogen+van+grond+in+Bretagne%27
© Joost de la Court

Frans en Jolanda de Olde emigreerden eind 2020 naar Frankrijk en boeren inmiddels ruim drie jaar als melkveehouders in de regio Finistère in de uiterste westpunt van Bretagne. Ze vonden er de ruimte om henzelf en hun drie zonen een goede toekomst te bieden.

Een wandeltochtje in de miezerregen van de jongveestal naar de 130 melkkoeien in een van de verst gelegen weides van de familie De Olde, geeft een goede indruk van de omstandigheden op hun 120 hectare in Saint-Thégonnec. De begroeiing is ook begin augustus overal donkergroen en de mais staat er, in tegenstelling tot op veel locaties in Nederland, florissant bij. Het gras is mals en lijkt nog goed aan de groei, de kavels worden omzoomd door houtwallen.

'Kijk, dat perceel waar nu nog graanstoppel op staat is sinds kort ook van ons. Hier is nog genoeg grond te koop', geeft Frans de Olde onderweg aan. Zijn oudste zoon Jan Peter wijst even eerder nog op de twee ruime mestbassins pal naast de ligboxenstal. 'Ja, zonder overkapping dus. Dat mag hier gewoon en het is lekker makkelijk mixen.'

Een GLB-toeslag is aardig, maar je inkomen kan toch beter uit de markt komen

Jan Peter de Olde, melkveehouder in Saint-Thégonnec

Frans de Olde boert met zijn gezin in Saint-Thégonnec in Bretagne.
Frans de Olde boert met zijn gezin in Saint-Thégonnec in Bretagne. © Joost de la Court

Dat het die dag grotendeels gestaag doorregent, is helemaal niet zo bijzonder. Volgens de middelste zoon Jochem valt er jaarlijks zo'n 1.000 millimeter. 'Je went eraan. De beregeningshaspel kennen we in het westen van Bretagne dus niet. Die heb je hier echt niet nodig, ook niet in de aardappelen of uien.' Frans de Olde vertelt dat ze door het zachte zeeklimaat vanaf maart al weiden en gras kunnen maaien. Jaarlijks komen er zeker zes tot zeven sneden van een perceel af.

De familie boerde tot drie jaar geleden in Sint Jansklooster in Overijssel, vlak naast het natuurgebied Weerribben-Wieden en ingeklemd tussen drie buren. Hoewel het bedrijf over alle vergunningen beschikte en die buren hen geen strobreed in de weg legden, begon het op den duur toch te knellen.

'We hadden daar tachtig koeien aan de melk en hadden er in 2016 nog drie spanten bijgezet aan de stal. Maar eigenlijk was er geen ruimte meer om verder uit te breiden', legt De Olde uit. 'Het jongvee stond al bij de buren en we zouden er ook hebben moeten investeren, bijvoorbeeld in een nieuwe melkstal. Je wilt je bedrijf toch blijven ontwikkelen.'


Tekst gaat verder onder kader.

Zomerserie: wat verwachten boeren en tuinders in het buitenland van de EU?

De roep om meer flexibiliteit in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie klinkt steeds luider. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, komt in het najaar met een toekomstvisie die boeren meer zekerheid moet geven. Nederlandse boeren en tuinders willen meer ruimte in het mestbeleid, maar wat leeft er in het buitenland? In deze zomerserie laten we daarom agrariërs uit Italië, Ierland, Frankrijk, Polen en Denemarken aan het woord.

Dat het daarnaast voor hun drie zoons heel moeilijk, zo niet onmogelijk, zou zijn daar ieder een eigen rendabel boerenbestaan op te bouwen, maakte dat Frans de Olde en zijn vrouw Jolanda om zich heen gingen kijken naar de mogelijkheden elders. In 1996 had De Olde met veel plezier stage gelopen in Bretagne. Hij kende dus de kansen die de regio biedt. 'Maar als je dan uiteindelijk het ouderlijk huis verkoopt, heb je echt wel een knoop in de maag.'

De Olde keek eerst nog rond in andere regio's in Frankrijk, zoals langs de Loire en in het zuidelijker gelegen departement Charante-Maritime. Maar hij vond die streken toch te droog. Toen hij via de boerenwebsite Prikkebord erop werd gewezen dat een stoppende Nederlandse boer een bedrijf in Bretagne aanbood, hapte hij toe. 'Ik heb hier ook nog andere bedrijven bekeken, maar het ideaalplaatje vind je niet. Dit bedrijf van toen 100 hectare met een recente stal en redelijk vlak land was toch de betere keuze.'


Overgang was hard aanpoten

Ruim drie jaar verder is het gezin redelijk gesetteld. De overgang van Nederlandse koeien en veenweideland naar leem en klei en een gemengde zwartbonte en roodbonte veestapel verliep redelijk. Het was wel aanpoten. De Olde: 'We boeren hier door zoals de vorige boer het deed. Hij komt ook nog weleens kijken.' De ouders namen Franse les, de kinderen gingen er op school. De oudste twee volgen een agrarische opleiding en de jongste, Lars, zit doordeweeks op een internaat, een paar dorpen verderop.

De productieomstandigheden in Bretagne zijn vergelijkbaar met Nederland, evenals de melkprijs, stelt De Olde vast. Al scheelt het een slok op een borrel dat meer ruimte het boeren er wat makkelijker maakt. 'De grondmarkt is vanuit de overheid gereguleerd. Dus niet de vrije markt of de dikte van je portemonnee bepaalt of je een stuk land erbij kunt kopen, maar of je er bewerkingsrechten voor kunt krijgen. Boeren tot 45 jaar hebben voorrang.'

Zolang je niet 'de eigenwijze Hollander' uithangt, zijn Franse collega's volgens De Olde best bereid te helpen. 'Fransen zijn echt niet zo stug als veel Nederlanders denken. Als dat toch zo lijkt te zijn, ligt het vaak aan jezelf.'


Akkerbouw concurreert op grondmarkt

Wel ervaren de veehouders op de grondmarkt een toenemende concurrentie van de akkerbouw. 'De aardappel- en uienpercelen rukken op. Ook de vlasteelt maakt een groeispurt door', geeft Jochem de Olde aan. Hij en zijn broers zien liever dat het zoveel mogelijk gras- en maisland blijft. 'Wij willen koeien blijven melken.'

Frans de Olde maakt er zich niet zo'n zorgen over. 'Het is echt niet zo dat hier binnenkort niets meer beschikbaar komt. Maar het grondaanbod verandert; kleine agrarische bedrijven worden opgeslokt door andere boeren, zodat er voor beginnende jonge boeren minder overblijft. Losse percelen komen ook minder vaak vrij omdat bedrijven vaak in één keer worden overgenomen. De schaalvergroting gaat hier verschrikkelijk hard, dus je moet er wel op tijd bij zijn.'

Mede daarom zoekt de familie naar een geschikt bedrijf voor de oudste zoon Jan Peter. Voor als hij over twee jaar klaar is met zijn opleiding agrarisch bedrijfsmanagement en voor zichzelf wil beginnen. 'Jolanda en ik zijn jong genoeg om op dit bedrijf nog flink wat jaren door te boeren', verklaart De Olde.


Omgaan met beperkingen

De regelgeving in Bretagne is deels regionaal bepaald. Zo kan per hectare 170 kilo stikstof drijfmest worden uitgereden, aangevuld met maximaal 20 kilo kunstmest. Zo wordt volgens Jochem de Olde uitspoeling naar de kustwateren om de landtong heen verminderd, zodat er geen algenoverlast ontstaat.

'Er zijn dus wel degelijk beperkingen, maar er is ook ruimte om die op te vangen. Zo zaaien we meer klaver in. Of je kunt bijvoorbeeld grond bijkopen voor zo'n 8.000 tot 10.000 euro per hectare. Uiteindelijk heeft iedereen te maken met dezelfde EU-regels, alleen knelt het hier niet zo', vat Frans de Olde samen.

De geëmigreerde melkveehouders zouden graag zien dat de Europese Commissie de komende tijd wat meer oog krijgt voor landbouwregio's waar de productieomstandigheden een hogere bemesting rechtvaardigen. 'De situatie hier is heel anders dan in bijvoorbeeld Spanje. Voor Nederland, maar ook voor Bretagne, kan meer rekening worden gehouden met het opbrengend vermogen van de grond, zodat je de volledige potentie benut', zegt Jan Peter de Olde.


Stikstofuitstoot in Frankrijk

Stikstofbelasting op de natuur zien de ondernemers niet, zoals in Nederland, als een mogelijke rem op hun bedrijfsontwikkeling. Te meer omdat de uitstoot vanuit de landbouw in Frankrijk alleen maar minder wordt. Recente plannen van de Franse overheid om de methaanuitstoot vanuit de veehouderij te reduceren, wachten ze rustig af. 'Ik zie het als een uitdaging, het hoort erbij als ondernemer', aldus Frans de Olde.

Over de gevolgen van de vergroening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) maken de veehouders zich ook niet zo'n zorgen, mede omdat ze al heel veel houtwallen langs hun percelen hebben staan en die graag behouden. 'Daarbij, ik hou niet zo van premies voor bepaalde extra diensten, want die houden ook weer op. Een GLB-toeslag is aardig, maar je inkomen kan toch beter uit de markt komen', besluit Jan Peter de Olde.


Familie De Olde in Saint-Thégonnec in de Franse regio Bretagne.
Familie De Olde in Saint-Thégonnec in de Franse regio Bretagne. © Joost de la Court

Bedrijfsgegevens

Jolanda (46), Jochem (17), Lars (15), Frans (46) en Jan Peter (20) de Olde houden 130 melkkoeien in het Franse Saint-Thégonnec in de regio Bretagne. Hun dieren leveren op 120 hectare tot 1.000.000 liter melk per jaar. De melk gaat naar de regionale zuivelcoöperatie Even, met ruim duizend leden-melkveehouders en een meerderheidsaandeel in de zuivelmultinational Laïta. Even betaalt 44 eurocent voor een liter melk bij 3,20 procent eiwit en 3,80 procent vet.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
Meer weer