'Tekort aan mestplaatsingsruimte is best schokkend'

Het mestoverschot bedraagt in 2030 17 miljoen ton meer dan in 2022. De toelating van kunstmestvervangers uit dierlijke mest, oftewel renure, kan de pijn flink verzachten. Maar er zijn meer maatregelen nodig, stellen NCM-directeur Jan Roefs en LTO-portefeuillehouder Mest Jos Verstraten.

%27Tekort+aan+mestplaatsingsruimte+is+best+schokkend%27
© Twan Wiermans

Door de afbouw van derogatie, verplichte bufferstroken en de invoering van met nutriënten verontreinigde gebieden ontstaat in Nederland in 2030 een extra mestoverschot van 17 miljoen ton mest ten opzichte van 2022. Dat blijkt uit berekeningen van het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM).

'Best schokkend', vindt NCM-directeur Roefs. 'Het gaat om grote getallen en een korte termijn. De helft van de pijn komt door het wegvallen van de derogatie.'

De helft van de pijn komt door het wegvallen van de derogatie

Jan Roefs, directeur Nederlands Centrum voor Mestverwaarding

Geen goede infrastructuur

Een kant-en-klare oplossing ligt volgens Roefs niet in het verschiet. 'Veel gebieden met een mestoverschot, zoals het Groene Hart, hebben geen goede infrastructuur om mest te verwerken of te vervoeren. De bedrijven die dit al doen, zitten vooral in Noord-Brabant en Gelderland. Dat is te ver en die hebben werk genoeg.'

Melk- en rundveebedrijven die nu nog hun mest in de buurt af kunnen zetten, moeten straks het overschot het land uit zien te krijgen. 'Dat is hartstikke moeilijk', stelt de NCM-directeur. 'Daarvoor is transportcapaciteit en veel geld nodig. Je bouwt niet snel even een grote verwerkingsinstallatie.'

Renure

De afbouw van derogatie is volgens de mestspecialist dus de grote boosdoener. Toch ziet hij licht aan het einde van de tunnel en wel in de vorm van renure. 'Er ligt een voorstel van de Europese Commissie op tafel. De details zullen bepalen of het al dan niet snel kan worden opgeschaald. Op papier kan renure grofweg de helft van het kunstmestgebruik vervangen. Dan is de mest in Nederland op', licht hij toe.

'Dus absoluut gezien is er geen overschot aan stikstof als meststof in Nederland. Sterker nog, er is een tekort, want het kunstmestgebruik gaat alleen maar stijgen als een melkveehouder straks vanuit mest niet 250 of 230 kilo, maar nog maar 170 kilo per hectare mag plaatsen. Dat gat wordt normaal gesproken opgevuld met kunstmest', zegt Roefs.

In theorie is er in 2030 volgens de NCM-directeur meer dan genoeg ruimte om mest te plaatsen. Dat komt niet alleen door het toelaten van renure.

Krimp veestapel

'Dat komt onder meer door de krimp van de veestapel en de reductie via het voerspoor. Daar is nog 5 tot 10 procent te halen volgens specialisten. Meer exporteren is natuurlijk ook een optie, alleen is de afname onzeker. Zo is de export van fosfaat uit mest dit jaar met 12 procent gekrompen. Waarschijnlijk omdat het in landen als Frankrijk ook heel nat was', legt Roefs uit.

De NCM-directeur vindt dat zowel de agrarische sector als de overheid de handschoen op moet pakken. 'De landbouwsector is deels debet aan het probleem, dus moet je het ook zelf oplossen. Ik doe een appel op de overheid om de regie te pakken. Die moet dit veel beter faciliteren, bijvoorbeeld via vergunningverlening en investeringssubsidies voor mestverwerking.'

Not in my backyard

Mochten al die hordes zijn genomen, dan heb je altijd nog het Nimby-effect (Not in my backyard). Roefs: 'Je ziet dat provincies beleid maken voor mestverwerking en boeren verplichten om mest te verwerken, maar dat ondernemers lokaal tegen een muur aanlopen omdat gemeenten het hen onmogelijk maakt om een verwerkingslocatie uit te breiden. Laat staan ergens nieuw te vestigen.'

Jos Verstraten, portefeuillehouder Mest bij LTO-vakgroep Melkveehouderij, ziet ook dat de inzet op mestverwerking tot kunstmestvervangers en mestexport steeds belangrijker wordt. 'We moeten blijven innoveren, anders houden we geen melkveehouderij meer over. In de discussie hoe Nederland eruit moet zien, is het belangrijk hoeveel grond er beschikbaar blijft voor de landbouw. Het hoofdlijnenakkoord speelt daarbij een belangrijke rol.'

Groot struikelblok

De impact van 5 miljoen kilo krimp aan stikstofmestplaatsingsruimte door het bemestingsverbod rond beekdalen en 47 miljoen kilo in het kader van het Nationaal Plan Landelijk Gebied (NPLG) is een groot struikelblok. 'Zo houdt Noord-Brabant, ondanks de opkoop, nog steeds een groot mestoverschot. Landelijk gezien gaat het in de NPLG om 275.000 hectare. Dat is een zesde van het huidige landbouwareaal', rekent Verstraten voor.

Volgens de LTO-portefeuillehouder Mest is duidelijk dat de hoeveelheid beschikbare grond altijd minder wordt. 'Dat maakt het ook lastig om als sector te extensiveren. Wanneer je moet extensiveren met minder grond, houd je geen relevante melkveehouderij meer over', stelt hij.

'Alleen krimp van de veestapel is niet voldoende om op de lange termijn evenwicht op de mestmarkt te bereiken. Dat is de kernboodschap van het rapport', zegt Verstraten.

Grondgebonden veehouderij

'De politiek ziet graag een grondgebonden veehouderij. Met de 30 procent krimp, zoals die rondzingt, en 15 procent minder landbouwareaal blijft de veehouderij intensief. Dan wordt extensiveren uiteindelijk dus minstens halveren en kom je alsnog uit bij de uitspraak van D66-politicus Tjeerd de Groot', verzucht de LTO-portefeuillehouder Mest.

Terwijl veehouders nu licht krimpen in de veestapel, verwacht Verstraten dat de grote klap nog komt. 'De mestopslag zal op 1 september bij veel veehouders niet leeg zijn, dus moeten ze eerder mest afvoeren. Dat kan deels naar bestaande opslagen in akkerbouwgebieden, maar die zitten dan vroeg vol. Extra opslagruimte in die gebieden creëert nog geen extra plaatsingsruimte.'

Grond te duur

Extra grond aanwenden door pacht of koop kan een individuele veehouder helpen, maar is volgens de LTO-portefeuillehouder Mest niet dé oplossing. Daarbij signaleren banken en makelaars dat grond buiten de grasregio's vaak te duur is voor de melkveehouderij, zegt hij. 'In de melkveehouderij wordt structureel minder geld verdiend. Melkveehouders kunnen de concurrentieslag met bijvoorbeeld akkerbouwers niet maken.'

De oplossing zit dus in de uitvoering van het crisisplan voor de korte termijn en opschalen van vooral de productie van kunstmestvervangers voor de lange termijn. Het is volgens de LTO-bestuurder en-en. 'Daarnaast moeten partijen die landbouwgrond kopen wat mij betreft investeren in dierrechten opkopen of mest verwerken. Anders blijft de geschiedenis zich herhalen.'


Alleen Zeeland, Flevoland en Groningen kunnen nog mest aanvoeren.
Alleen Zeeland, Flevoland en Groningen kunnen nog mest aanvoeren. © Twan Wiermans

Verschillen tussen 2022 en 2030


Uitgangssituatie in 2022:

• De mestproductie bedraagt in totaal 405 miljoen kilo stikstof
• Het mestgebruik bedraagt 330 miljoen kilo stikstof
• In 2022 waren er zes provincies met een netto mestafvoer en zes provincies met een netto mestaanvoer
• De provincies met de grootste mestproductie waren Noord-Brabant (83 miljoen kilo stikstof), Gelderland (68 miljoen kilo stikstof) en Overijssel (59 miljoen kilo stikstof)
• De meeste mestaanvoer vond plaats in Zeeland, Groningen en Flevoland
• In Friesland is zowel veel mestproductie als mestgebruik. In 2022 was er al sprake van een beperkt mestoverschot.


Voorspelling voor 2030:

• Het netto mestoverschot bedraagt 150 miljoen kilo stikstof. Dat komt overeen met een krimp van de veestapel van 37 procent
• In alle provincies is er sprake van een forse krimp van plaatsingsruimte voor stikstof uit dierlijke mest, variërend van 11 procent in Flevoland tot 45 procent in Noord-Brabant
• In Friesland en Noord-Brabant, Overijssel en Gelderland mag circa 5 miljoen ton minder drijfmest worden aangewend
• In alle provincies behalve Zeeland, Flevoland en Limburg is het effect van wegvallen van de derogatie groot (meer dan 3 miljoen kilo stikstof)
• In Noord-Brabant, Overijssel en Gelderland is het verlies als gevolg van aanwijzing van met nutriënten verontreinigde gebieden het grootst
• In Friesland is de toename met 3,6 miljoen ton mest het grootst, gevolgd door Noord-Brabant (3,2 miljoen ton)
• Negen provincies moeten mest afvoeren. Alleen Zeeland, Flevoland en Groningen kunnen nog beperkt mest aanvoeren vanuit andere provincies.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer