'Tragedie voor seizoensbedrijven'

Column Boomteelt Peter Bontekoe 12 jul 2024 om 11:00uur

Zoveel mogelijk werkenden een vaste baan bezorgen is een lobby van onze overheid en van de vakbonden. Op zich een loffelijk streven waarbij de laatste tien jaar echter een blinde vlek is ontstaan. Die blinde vlek heet seizoensbedrijven. Daarvan zijn er in de agrarische sector, maar ook daarbuiten, genoeg te vinden.

Deze bedrijven hebben de laatste jaren een flinke rekening moeten betalen voor de extra kosten die flexarbeid tegenwoordig met zich meebrengt. Terwijl in ons omringende landen seizoensbedrijven subsidies of kortingen op premies krijgen, wordt dat in Nederland ontmoedigd. Alsof dergelijke bedrijven zich kunnen permitteren meer vaste mensen aan te nemen.

LTO, MKB-Nederland en VNO-NCW hebben hier geen sterke rol gespeeld. Je kunt ook zeggen dat andere belanghebbenden, zoals vakbonden, die nog geen 15 procent van de werknemers in Nederland vertegenwoordigen, het juist goed hebben gedaan, evenals politieke partijen aan de linkervleugel. Petje af daarvoor.

Vergeet ook niet dat vakbonden, en bijvoorbeeld ook pensioenfondsen, met de enorme toename van zzp'ers zwaar in hun maag zitten. Hun bedrijfsmodel komt op losse schroeven te staan. Daarom moeten zzp'ers zich straks verplicht gaan verzekeren. Ze worden als kleuters behandeld.

In de hooibouwtijd hebben we soms wel 35 extra mensen nodig

Peter Bontekoe, boomkweker in Boskoop

In een vrijemarkteconomie is de toename van zzp'ers een prima ontwikkeling. Zij vormen een flexibele schil die ervoor zorgt dat economische neergang sneller wordt neergeslagen en dat omscholing wordt gestimuleerd. In goede tijden hebben zij meer inkomsten en in slechte tijden minder.

Sommige werknemers willen in drie maanden veel uren maken en vervolgens twee maanden vrij nemen. De transitie van werknemersmotivatie en -participatie, ruimere mogelijkheden op de arbeidsmarkt, alsook een toeslagenwet die demotiverend werkt, gaat aan de gevestigde orde voorbij. Angstvallig houden ze vast aan bestaande wettelijke regelingen, terwijl vernieuwing op dat gebied gewenst is.

In ons bedrijf, met een drukke periode van vijf maanden, zitten we aan de limiet met vaste werknemers, terwijl in de hooibouwtijd soms wel 35 extra arbeidskrachten nodig zijn. Dat zijn Nederlanders en internationale werknemers.

De concurrentiepositie van seizoensbedrijven in Nederland komt steeds meer onder druk te staan. Ik hoop dat het nieuwe kabinet deze bedrijven niet in de kou laat staan. Ze zijn essentieel voor onze economie.