Buitenlandstage: op Crocs en zonder handschoenen de pluimveestal in

De een gaat voor de taal, de ander om wat van de wereld te zien. Wat de reden ook is, een buitenlandstage staat goed op het curriculum vitae. Veel studenten van agrarische hogescholen gaan werken bij bedrijven die ook over de landsgrens actief zijn. Zo ook Rhodee Kroese en Nienke van Mispelaar, die studeren in de richting varkens- en pluimveehouderij.

Buitenlandstage%3A+op+Crocs+en+zonder+handschoenen+de+pluimveestal+in
© Nienke van Mispelaar

De twee studenten van Aeres Hogeschool in Dronten brachten niet één maar elk drie periodes door in het buitenland. Kroese zag Suriname, Tanzania en Zuid-Afrika. Van Mispelaar ging naar Brazilië, Tsjechië en Ghana. Ze studeerden er één tijdvak en werkten mee op een boerenbedrijf.

'In Ghana werkte ik op de proefboerderij van de universiteit aan een onderzoek bij vleeskuikens (Ross 308) naar de optimale verdeling tussen mais en cassave in het rantsoen. Cassave is volop voorhanden en een goedkopere grondstof dan mais', vertelt Van Mispelaar over haar stage in het vierde jaar. Het onderzoek betrof 360 eendagskuikens verdeeld over zes groepen. 'In de stal werk je gewoon op Crocs. Handschoenen worden amper gebruikt.'

Mestonderzoek en sectie maakten deel uit van het onderzoek. 'De kuikens waarop sectie was verricht, aten we na afloop heerlijk op', zegt Van Mispelaar. 'In Ghana wordt echt niets weggegooid.' Het optimum bleek te liggen bij 70 procent mais en 30 procent cassave. In hetzelfde gebouw als de vleeskuikens werden ook leghennen gehouden. 'De eieren poetsten we daar schoon met een schuursponsje.'

Als je niet kunt communiceren, duurt een dag van 12 uur werken wel lang

Nienke van Mispelaar, student van Aeres Hogeschool in Dronten

Voor haar stage in het tweede jaar ging de Aeres-student naar Brazilië. Ze werkte 3,5 jaar parttime op een gesloten varkenshouderij en wilde iets met varkensgenetica doen. Het Braziliaanse TopGen, een kernfokbedrijf dat gelten fokt voor vermeerderaars, voldeed daaraan. 'Boeren zijn fijne mensen en ik vind varkens leuk. Ik hou ervan het optimale uit een dier te halen als het gaat om het aantal biggen en de groei.'

De manier waarop varkens in Brazilië worden gehouden, verschilt minder van de Nederlandse manier dan Van Mispelaar had verwacht. 'Het is meer westers dan in Afrika.' In Brazilië is weinig geautomatiseerd en meer arbeid beschikbaar. Daar wordt meer tijd besteed aan een dier, maar de beschikbare arbeid gaat er ook deels op aan werk als het afbinden van de navelstreng met een touwtje. Terwijl de biggen daar, net als in Nederland, worden gespeend tussen de 21 en 28 dagen.


Leerzaam maar pittig

De maanden in Brazilië noemt Van Mispelaar leerzaam, maar ook pittig. 'Ik was er echt op mezelf aangewezen.' Ze spreekt geen Portugees en de mensen waarmee ze werkte geen Engels. 'Als je niet kunt communiceren, duurt een dag waarin je 12 uur aan het werk bent wel lang.'

Daarnaast maakte het tijdsverschil met Nederland het contact met thuis lastig. 'Wanneer ik vrij was, sliep mijn familie. Ik was in Brazilië heel veel alleen, in tegenstelling tot Ghana, waar ik continu op sleeptouw werd genomen. Daar moest ik echt mijn rust opzoeken.'


Open stallen

Kroese bracht haar eerste buitenlandstage door in Suriname op een varkensbedrijf met negenhonderd zeugen en dertig medewerkers. Het is het enige bedrijf met varkens in de wijde omtrek. De stallen waren aan beide lange zijden open; de roosters zaten een meter boven de grond voor de mestopslag. De mest werd afgevoerd naar het bos.

'Als je het vergelijkt met Nederland, was hygiëne er ver te zoeken', stelt Kroese. Zo was de waterleiding doorzichtig, waardoor de temperatuur van het water opliep. Algen groeiden in de waterbakjes. 'In Suriname kijken mensen anders naar ongedierte. Ongedierte zijn voor hen niet alleen ratten, maar alle in het wild levende dieren. En daarmee moet je samenleven.'


Suriname bracht Rhodee Kroese naar Tanzania en Zuid-Afrika.
Suriname bracht Rhodee Kroese naar Tanzania en Zuid-Afrika. © Rhodee Kroese

In Tanzania werkte Kroese samen met twee docenten van Aeres Hogeschool Dronten aan een lerarenproject. Op veel plaatsen in de wereld is de ontwikkeling van de landbouw een thema en onderwijs speelt daarin een belangrijke rol. Docenten en studenten uit Nederland dragen daar hun steentje aan bij. In Tanzania deden die van de hogeschool uit Dronten dat.


'Activerende didactiek'

'Ik hield mij bezig met activerende didactiek', licht Kroese toe. Het gaat daarbij om opdrachten in de les om de (denk)activiteit van leerlingen te prikkelen. 'Zuid-Afrika is al heel Europees, maar op het continent in landen zoals Tanzania hebben kleine dingen veel impact. In Afrika liggen nog veel kansen.'

De ervaring die de student daar opdeed, komt haar nu goed van pas. Kroese moet, net als Van Mispelaar, officieel nog afstuderen. Maar ze staat nu twee dagen in de week voor de klas op Reggesteyn in het Overijsselse Rijssen en geeft praktijkonderwijs. Kennis overdragen en jongeren stimuleren in hun ontwikkeling blijkt echt haar ding.

Van Mispelaar werkt op dit moment mee aan een onderzoek bij De Schothorst in Lelystad naar de wateropname van biggen in relatie tot groei. Zij weet nog niet precies waar haar toekomst ligt als ze is afgestudeerd. 'Advieswerk lijkt me wel wat, maar ik ben er nog niet achter of het commerciële bij mij past.'


Verplichte buitenlandstage

Een buitenlandstage is op Aeres in het tweede jaar verplicht. Net over de grens of aan de andere kant van de wereld, dat maakt niet uit. Van Mispelaar wilde wat van de wereld zien. 'En als je nog naar school gaat, is dat vrij gemakkelijk te organiseren.' Voor Kroese gold dat in mindere mate, maar Suriname smaakte naar meer.

Beide studenten geven aan veel te hebben geleerd over hoe het in andere landen gaat. Elk land kent zijn eigen gebruiken en je moet je aanpassen, vatten ze hun ervaringen samen. Hun advies aan eerstejaars studenten: reizen maakt wijzer, kom uit je comfortzone. En als je gaat, ga dan alleen.



Internationale oriëntatie: verder kijken dan je neus lang is

Niet iedereen verlangt naar het avontuur van een studie of stage in het buitenland. Het is een grote stap die niet zaligmakend is en voor veel ouders ook een grote stap in het loslaten. Toch stimuleren agrarische mbo- en hbo-scholen hun studenten de kans van een buitenlandstage aan te grijpen.

Zo'n stage verruimt de blik en leert de student zich open te stellen voor andere culturen en verder te kijken dan de eigen neus lang is. Studenten komen anders terug, is de ervaring van docent Marrit van Engen en studieleider Jeroen Nolles van Aeres Hogeschool Dronten.

'Voor veel jongeren is studeren of stage lopen in het buitenland een eyeopener. Ze worden geconfronteerd met nieuwe denkwijzen en levensstijlen en ondergedompeld in een andere cultuur, waardoor ze groeien als persoon', zo staat op de portaalsite voor studenten Students on the Move.


Team met specialisten

Voor de ondersteuning en coördinatie van internationale activiteiten hebben de agrarische scholen een apart, gespecialiseerd team in dienst. Dat team helpt de studenten met het organiseren van een studie of stage en is een belangrijke informatiebron voor vragen over onder andere studiefinanciering, beurzen, fondsen, verzekeringen enzovoorts.

Bij de Rijksoverheid is ook veel informatie te vinden over studiefinanciering en studeren of stagelopen in het buitenland. De overheid koppelt aan die informatie een to-dolijst van zaken die een jaar tot zes maanden voor vertrek moeten worden geregeld. Net als een lijst voor zes maanden tot een maand voor vertrek en een checklist voor wat er de laatste maand moet gebeuren.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    16° / 3°
    10 %
  • Zondag
    14° / 6°
    20 %
  • Maandag
    18° / 11°
    70 %
Meer weer