'Zorgen over groeiende onbalans tussen zeugen en vleesvarkens'

Het zijn gouden tijden voor de varkenssector. De verdiensten zijn goed en de verwachting is dat dat nog even zo blijft. Varkenshouders zijn optimistisch en zien kansen, maar kunnen door het uitblijven van vergunningverlening geen kant op. Onzekerheid over politiek en maatschappelijk perspectief staat ontwikkeling in de weg, weet voorzitter Linda Verriet van de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV).

%27Zorgen+over+groeiende+onbalans+tussen+zeugen+en+vleesvarkens%27
© Koos Groenewold

De afspraak met Verriet is op 14 mei. De dag dat de Eerste Kamer een expertmeeting heeft over de wijzigingen in de Wet dieren. Een ongebruikelijke gang van zaken, zegt Verriet. 'Het werk van de Tweede Kamer wordt overgedaan. De Partij voor de dieren lijkt alles op alles te zetten om toch het amendement van Vestering (Partij voor de Dieren) erdoor te krijgen.'

Cruciaal is dat vergunningen worden verleend worden en de markt de meerkosten gaat betalen

Linda Verriet, voorzitter Producentenorganisatie Varkenshouderij

De POV-voorzitter spreekt over een 'vertragingstactiek', die er mogelijk toe leidt dat de Eerste Kamer niet voor 1 juli kan stemmen en het amendement van Vestering van kracht wordt. Het amendement schrijft voor dat dieren niet meer mogen worden belemmerd in hun natuurlijke gedrag.

Wat haar eigen sector betreft is de richting duidelijk. De koers daarvan werd vijf jaar geleden al vastgelegd in het Actieplan Vitale Varkenshouderij van de Coalitie Vitale Varkenshouderij (CoViVa). De varkenshouderij heeft een afgerond plan liggen om het welzijn van varkens te vergroten. 'Vul de randvoorwaarden maar in, dan voeren wij het Convenant dierwaardige veehouderij wel uit', klinkt het vol vertrouwen.


Is het echt zo eenvoudig?

'Als de randvoorwaarden kloppen, dan willen varkenshouders wel. Wat voor hen vooral belangrijk is, is een integrale benadering van alle uitdagingen waarvoor de sector staat. Dierenwelzijn is daar maar een van. Diergezondheid, emissiereductie en klimaat spelen ook een rol. Deze moeten met elkaar in balans zijn en worden daarom binnen CoViVa integraal benaderd in de vijf ambities. Cruciaal voor het Convenant dierwaardige veehouderij is dat vergunningen worden verleend en de markt de meerkosten gaat betalen. De afspraken hierover zijn nog niet hard genoeg.

'De ambities voor 2040 zijn uitdagend, maar niet onmogelijk. Het conceptconvenant voor onze sector bevat geen zaken waarvoor geen wetenschappelijke onderbouwing is. Buitenuitloop voor varkens en het dekken van zeugen in groepen zitten er daarom bijvoorbeeld niet in. Ons conceptconvenant heeft de steun van de Dierenbescherming, terwijl die twee punten wel in het Deltaplan Veehouderij van de Dierenbescherming staan.'


Hoe wordt integraliteit dan veiliggesteld?

'Veiligstellen is moeilijk, maar we vragen er volop aandacht voor. We kunnen niet op alle thema's een 10 halen. Wij hebben voor verschillende thema's in beeld gebracht wat de impact is op andere thema's. Afhankelijk van de plek van het bedrijf en het concept of de markt waaraan wordt geleverd, zou de ondernemer zelf zijn speerpunten moeten kunnen kiezen. Investeringen moeten kunnen worden terugverdiend en met concepten kan daarop worden ingespeeld.

'Daarnaast zijn we onderdeel van de EU en is een EU-level playing field belangrijk. De ontwikkelingen in Nederland moeten samengaan met die in andere landen in Noordwest-Europa. Gelukkig is er nu in het regeerakkoord aandacht voor import van producten die niet aan onze wetgeving voldoet. We kunnen niet consumeren wat we niet mogen produceren.

'De vijf actielijnen – een goede zorg voor de leefomgeving, een centrale positie in de circulaire economie, een erkende bijdrage aan klimaat- en energietransitie, robuuste varkens in een diervriendelijke houderij en mondiaal koploper zijn in marktgerichtheid en ketensamenwerking – uit het actieplan van CoViVa staan niet los van elkaar. Om de maatschappelijke doelen te kunnen halen, moet ook Den Haag meer integraal kijken. Elk ministerie, met alle afdelingen die daaronder vallen, werkt vanuit de eigen blik en opdracht, maar alles hangt met elkaar samen.'


In het houden van varkens met lange staarten lijken veel van de uitdagingen bij elkaar te komen.

'We komen inderdaad steeds meer tot het inzicht dat alle thema's die met een duurzame varkenshouderij samenhangen, bij elkaar komen in het staartendossier. In de varkenshouderij wordt het indelen van een hok naar functiegebieden – een plek om te mesten, te eten en te drinken en een plek om te slapen met een goed stalklimaat – steeds belangrijker en dat wordt in de praktijk goed opgepakt.'


In 2030 moeten alle varkens hun staart houden. Haalt de sector dat?

'Varkens houden met lange staarten is moeilijk, omdat het van veel verschillende zaken afhankelijk is. Alles moet kloppen. Ook met aangepaste huisvesting en goed management loopt 5 tot 15 procent van de afgeleverde ongecoupeerde varkens schade op aan de staart. Een varkenshouder krijgt daarvoor dan geen vergoeding. Wageningen University & Research berekende dat om rendabel varkens met intacte taarten te kunnen houden, een vergoeding nodig is van tussen de 17 en 31 euro per varken met een staart in een goede conditie. In dit bedrag is deze schade meegerekend van 5 tot 15 procent.

'Ook hier zal Den Haag moeten meebewegen. Beleidsregels zijn vaak conflicterend in plaats van faciliterend. Neem bijvoorbeeld transport en transportwaardigheid. Een varken met een staartbeschadiging mag nu niet worden vervoerd volgens de richtlijnen van transportwaardigheid die de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit aanhoudt. Maar een varkenshouder moet een escape hebben voor als het dreigt mis te gaan. Varkens moeten vervroegd of met beschadigde staart naar de slacht kunnen worden gebracht. Uiteindelijk is dit ook beter voor het varken.'


Alle inspanningen ten spijt lijken de kosten nog steeds eenzijdig bij de varkenshouder op het bordje te blijven liggen.

'Dat moet snel veranderen. We merken dat de retail meer contact zoekt als het gaat om een eerlijke prijs, maar wat een 'eerlijke prijs' is, is nog wel een zoektocht. Vanuit de POV werken wij al langer aan meer transparantie in de prijsvorming. We publiceren nu maandelijks een Beter Leven-fair price en zouden het liefst toewerken naar één transparant prijsmodel voor Beter Leven waarin duurzaamheidsontwikkelingen kunnen worden meegenomen.

'De positie van de varkenshouder in de keten moet sterker. Wij vragen ons ook wel eens af of wij daar niet een meer leidende rol in moeten spelen. Vion brengt nu op maandag een notering uit en de andere slachterijen volgen, ook al zouden zij, omdat zij bijvoorbeeld op andere markten zitten, best hoger kunnen noteren.'


De structuur van de sector baart u zorgen?

'Dat klopt. Voor de Lbv- en Lbv-plusregeling hebben zich nu in totaal 1.419 bedrijven gemeld, waaronder 535 varkenshouders. Hoeveel dieren zij met elkaar hebben, weten we nog steeds niet. Wij krijgen signalen dat met meer vleesvarkenshouders intekenen. Dat leidt tot een verdere scheefgroei tussen zeugen en vleesvarkens en misschien meer biggen voor de export. Een afstand van 500 kilometer zou geen naam mogen hebben, terwijl politiek en maatschappij juist kritisch kijken naar biggenexport over een lange afstand.

'Een volgende opkoopregeling moet echt bijdragen aan een structuurverbetering in onze sector. Een betere balans tussen biggenproductie en vleesvarkensplaatsen en behoud van goede locaties.'


Aan de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) deden uiteindelijk maar 278 bedrijven mee van de 430 bedrijven die zich intekenden.

'Dat wordt dit keer anders. Er is een grotere groep varkenshouders die helemaal klaar is met het politieke en ondernemersklimaat in Nederland en dit als een goede oplossing ziet. Met de bedrijven die stoppen, verdwijnen ook dit keer locaties waarop een nieuwe boer prima verder zou kunnen.'

'In Noord-Brabant (162), Limburg (143) en Gelderland (110) meldden zich de meeste varkenshouders voor de opkoopregelingen. Als die bedrijven stoppen, dan heeft dat grote gevolgen voor de periferie. Er verdwijnt ook veel andere bedrijvigheid en werkgelegenheid uit een gebied. Dat tast de leefbaarheid van het platteland aan en daar is veel te weinig aandacht voor.

'Dan hebben we het nog niet over de slagkracht van de sector zelf. Grote bedrijven uit de periferie investeren in het buitenland. Het gidsende kennisland blijven we niet.'


Tienjarig bestaan POV

De Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) staat in 2024 stil bij het tienjarig bestaan met een tour langs alle regio's en een ledenenquête. 'Peilen waar we staan', zegt voorzitter Linda Verriet. Uit de eerste feedback blijkt dat leden tevreden zijn over de organisatie, de structuur en dat waar de POV zich voor inzet. Maar er gaat wel wat veranderen, benadrukt Verriet. Om te kunnen blijven doen waar de POV voor staat, wordt onderzocht hoe en waar de organisatie efficiënter kan. 'Uiteindelijk zullen minder varkenshouders de begroting van de POV moeten dragen', zegt de POV-voorzitter. Belangrijker noemt zij de zoektocht samen met jongerenorganisatie NAJK naar nieuwe vormen om jonge ondernemers in de sector aangesloten te houden. 'Zij zijn betrokken en hun mening doet ertoe, maar ze zijn druk met ondernemen en hebben minder met de huidige vergaderstructuur.' De meningen en ideeën die bij de achterban worden opgehaald, komen in het landelijk bestuur en na de zomer wordt duidelijk of er veranderingen worden doorgevoerd en zo ja, welke dat zijn.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer