Akkerbouwers vrezen financiële gevolgen wateroverlast

Verspreid over heel Nederland worden in teeltgebieden problemen gemeld met grote hoeveelheden neerslag. Dat blijkt uit een inventarisatie van LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente. De algemene tendens is dat diverse gewastelers vrezen voor forse financiële gevolgen door de wateroverlast.

Uit het neerslagkaartje van het KNMI blijkt dat in het grootste deel van Nederland in de maand mei al meer dan 100 millimeter water is gevallen. De gebieden met de grootste neerslaghoeveelheden zijn Zuid-Limburg en Midden- en Oost-Brabant. In het zuidwesten van het land zijn het afgelopen weekend in West-Brabant en een deel van de Zeeuwse eilanden nog zware buien overgetrokken.

In Limburg en Oost-Brabant hebben akkerbouwers en groentetelers de grootste achterstand als het gaat om het te zaaien of te planten areaal. De inschatting is dat in deze gebieden nog niet de helft van de aardappelen in de grond zit en zelfs moet er nog een behoorlijk areaal suikerbieten worden ingezaaid. Bij aardappeltelers is er ook veel zorg over de kwaliteit van het pootgoed dat in veel gevallen al enkele weken geleden op de bedrijven is afgeleverd.

Clusterbuien

Vaak is specifiek in gebieden sprake van clusterbuien die grote neerslaghoeveelheden kunnen meebrengen. In de Kop van Noord-Holland gingen dergelijke buien ook gepaard met hagel. Dat heeft behalve in de akkerbouw ook voor behoorlijke schade gezorgd in bloembollen en vollegrondsgroenten.

Noord-Groningen werd halverwege vorige week getroffen door een wolkbreuk die over een strook met vooral pootgoedbedrijven trok en in korte tijd 70 millimeter water meebracht. Veel akkerbouwers zijn de afgelopen dagen druk geweest met het graven van greppels om overtollig water op hun percelen zo snel mogelijk kwijt te raken.

Lokaal veel overlast

In het zuidwesten van het land is op een groot areaal van Zeeuws-Vlaanderen tot aan de Zuid-Hollandse eilanden en nu dus ook West-Brabant sprake van grote neerslaghoeveelheden in mei, maar ook al in de periode daarvoor. Clusterbuien zorgen ook in deze regio lokaal voor enorm veel overlast.

In Flevoland en dan vooral de Noordoostpolder lijkt de situatie naar verhouding mee te vallen. Hetzelfde geldt voor de Veenkoloniën en het grootste deel van de rest van de noordelijke zand- en dalgronden. Daar blijven de neerslaghoeveelheden vooralsnog beperkt tot net iets meer dan 50 millimeter vanaf begin mei.