Voorjaar goed moment voor aanpak mastitis bij geiten

De bacterie Staphylococcus aureus is bij geiten de belangrijkste veroorzaker van mastitis, oftewel uierontsteking. Aanpak van deze ziekteverwekker kan de uiergezondheid en productie verbeteren en uitval van geiten verminderen.

Voorjaar+goed+moment+voor+aanpak+mastitis+bij+geiten
© Nieuwe Oogst

Dierenarts en onderzoeker Gerrit Koop van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht is ruim twaalf jaar geleden gepromoveerd op het onderwerp uiergezondheid bij melkgeiten. Uit zijn onderzoek kwamen verrassende zaken naar voren. Zo zijn er bepaalde soorten bacteriën die geiten vaak bij zich dragen, maar zelden een zichtbare uierontsteking veroorzaken.

Sommige van die bacteriesoorten lijken een positief effect te hebben op de melkproductie van geiten. Dat geldt bijvoorbeeld voor Staphylococcus caprae, een stafylokok die veel bij geiten wordt gevonden. Een besmetting met deze ziektekiem heeft weinig effect of zelfs een positief effect op de melkproductie. Maar er zijn ook bacteriën die een subklinische (niet-zichtbare) of klinische uierontsteking kunnen veroorzaken.


Belangrijke oorzaak

Staphylococcus aureus (S. aureus) is een belangrijke oorzaak van zowel subklinische al klinische uierontsteking bij geiten. Dit kan een lagere melkproductie tot gevolg hebben. Een infectie met S. aureus kan uit de hand lopen en leiden tot blauwuier. Dan sterft het uierweefsel af. Daardoor gaat de geit vaak dood.

Dragers van stafylokokken opsporen kan het best tijdens de lactatiepiek

Gerrit Koop, dierenarts en onderzoeker bij de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht

'Aanpak van S. aureus op een melkgeitenbedrijf is zinvol', vindt Koop. 'Het kan op veel bedrijven beter. Er zijn bedrijven die nauwelijks last hebben van S. aureus en bedrijven waar dit wel een probleem is. De algehele weerstand van de geiten speelt hierbij ook een rol. Die is beter als er weinig gezondheids- en voedingsproblemen zijn en als de geiten weinig stress ervaren.'

Het is niet eenvoudig om geiten op te sporen waarbij S. aureus aanwezig is. Het tankmelkcelgetal is geen goede indicatie.


Goede indicatie

Het individuele celgetal biedt volgens de dierenarts en onderzoeker zicht op een mogelijke besmetting. 'Als je dit gaat meten tijdens de lactatiepiek, dan is een hoog celgetal een goede indicatie van infectie van de uier. Aan het einde van de lactatie is het celgetal bij geiten altijd al hoger en zegt het individuele celgetal minder.'

Op de meeste geitenbedrijven lammeren de dieren in het vroege voorjaar en zit de lactatiepiek aan het einde van het voorjaar of aan het begin van de zomer. Dat is een goed moment voor geitenhouders om te beginnen met de aanpak van S. aureus.

'Je moet een strategie hebben', benadrukt Koop. 'Wat ga je doen, als je geiten vindt met hoge celgetallen? Ga je die dieren afvoeren of behandelen, kun je ze apart zetten, ga je vaccineren?'


Een goede uiergezondheid verhoogt de productie en voorkomt uitval.
Een goede uiergezondheid verhoogt de productie en voorkomt uitval. © M. Berendsen

Wil een geitenhouder minder mastitisproblemen door S. aureus, dan is het verstandig om om tijd met de eerste maatregelen te beginnen. Als het goed is, zijn de meeste jaarlingen nog niet besmet met de mastitisbacterie. Om die jaarlingen vrij te houden, horen ze in een aparte groep en moeten ze altijd als eerste worden gemolken. Dat doen veel geitenhouders al.

Als eerste melken is nodig, want de melkmachine is de belangrijkste risicofactor op overdracht van ziektekiemen van geiten met een uierontsteking naar gezonde geiten. Om overdracht via de melkmachine te voorkomen, zijn een goede reiniging van de melkmachine nodig en goed onderhoud, zodat bijvoorbeeld het vacuüm niet te hoog is, de tepelvoeringen in goede staat zijn en er geen blindmelken is.


Celgetal bepalen

Tijdens de lactatiepiek moet de geitenhouder in ieder geval bij al zijn jaarlingen het celgetal bepalen. Is het celgetal hoger dan 1,75 miljoen cellen per milliliter, dan is een jaarling mogelijk besmet met S. aureus en moet de geitenhouder dit dier uit de groep halen. Door steeds alle jaarlingen met een hoog celgetal uit de groep te halen, hebben andere jaarlingen minder kans op infecties met S. aureus.

Daarnaast moet de geitenhouder letten op onkante uiers. Dat is ook een teken dat een geit besmet kan zijn met S. aureus. Een geit met een onkant uier kan al S. aureus hebben verspreid in de groep. Desondanks moet die geit uit de groep om verdere risico's te beperken.


Jaarlingen apart houden

Het mooist is om de jaarlingen gedurende het hele eerste jaar apart te houden en ook in de daaropvolgende lactaties de geïnfecteerde dieren steeds zo snel mogelijk te verwijderen en in een aparte groep te zetten. 'Op die manier wordt de infectiedruk van S. aureus steeds lager', legt Koop uit.

De weerstand van het dier zelf is positief te beïnvloeden met gerichte vaccinatie tegen mastitiskiemen. Onderzoek door Yvette de Geus, een collega van Koop, toont aan dat het vaccin bij jaarlingen goed werkt tegen klinische uierontsteking en een asymmetrisch uier.


Andere lichaamslocaties

Helemaal vrij worden van S. aureus lukt waarschijnlijk niet. De bacterie is namelijk ook op andere lichaamslocaties van geiten aanwezig, blijkt uit onderzoek door Koop en zijn collega's van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. 'Bij de helft tot driekwart van de geiten zit S. aureus in de neus. Vulva, hak en liezen zijn soms ook besmet, maar minder vaak', zegt de dierenarts en onderzoeker.

'Mogelijk komt S. aureus door uitgelekte melk in het stalstof en zit de bacterie vaak in de neus, omdat geiten dat stof inademen. Dat weten we niet zeker. Ook weten we niet of S. aureus in de neus of op de geit een besmettingsbron is voor de uier. Dat zijn we aan het onderzoeken.'


Strategie om kans op besmetting te minimaliseren

Geitenhouders die minder mastitis bij hun geiten willen, moeten volgens dierenarts Niels Groot Nibbelink van Hipra kiezen voor een totaalaanpak. Dit begint met controle op werking, onderhoud en hygiëne van de melkinstallatie. Hij raadt aan om eerst de jaarlingen te melken en handschoenen te dragen om de kans op besmetting te minimaliseren. Groot Nibbelink adviseert om alle chronisch besmette geiten op te sporen. Dat zijn geiten die tweemaal achtereen een celgetal boven de 1,75 miljoen hebben. Deze geiten moeten als laatste worden gemolken. Afvoeren is te overwegen om de kiemdruk te verlagen. De vierde pijler van een goede uiergezondheid is de weerstand van de geit. Voorkom zoveel mogelijk weerstand ondermijnende ziektes zoals pensverzuring en slepende melkziekte. Stress door onrust, overbezetting of hitte zijn ook nadelige factoren. Als onderdeel van de strategie is gericht de weerstand tegen de stafylokokkenbacteriën verbeteren een optie. Er zijn goede resultaten op geitenbedrijven die vaccineren met Vimco, een geïnactiveerd vaccin van Hipra dat zich specifiek richt tegen de biofilmvormende stafylokokken, zoals Staphylococcus aureus en andere verslijmende stafylokokken. Door de uiergezondheid te verbeteren, gaan de kosten die gepaard gaan met een slechte uiergezondheid flink omlaag, stelt Groot Nibbelink. De grootste winst van vaccineren met Vimco zit in minder melkderving door onkante uierhelften, een flinke afname van het aantal blauwuiers en minder gedwongen, vervroegde afvoer vanwege sterfte of opgedroogde uierhelften.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer