Blauwtong treft zeker 700 schapenbedrijven en 300 rundveebedrijven

Dat meldt demissionair landbouwminister Piet Adema in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens de minister zijn er nog geen meldingen uit Groningen en Limburg, hoewel de laatste update van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) al wel een positieve test heeft gemeld in het Groningse Zevenhuizen.

Overigens wordt niet ieder ziekteverschijnsel daadwerkelijk getest. Het melden van de ziekte kan doordat de dierenarts bloedmonsters van verdachte dieren opstuurt naar Wageningen Bioveterinary Research voor onderzoek op blauwtong. Deze meldingen worden door de NVWA als melding geregistreerd.

Ook kan de dierenarts ziekteverschijnselen die passen bij blauwtong, rechtstreeks melden bij de NVWA. In dit geval is bloedonderzoek niet verplicht. Dat is ook de reden dat de NVWA bij de registratie van meldingen onderscheid maakt tussen positieve testuitslagen en meldingen van ziekteverschijnselen.

Geen toestemming vaccin

Terwijl vanuit de praktijk wordt geroepen om een vaccin dat een voorlopige toestemming heeft in Zuid-Afrika, lijkt dit vaccin vooralsnog niet in Nederland te worden ingezet. Adema heeft het medicijnbeoordelingsagentschap, het agentschap van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen/Bureau Diergeneesmiddelen gevraagd dit vaccin met spoed te beoordelen.

Uit deze beoordeling komt het advies om geen toestemming te verlenen voor het gebruik van dit vaccin. Er ontbreekt informatie, wat kan leiden tot veiligheidsrisico's. Zo is er een klein risico dat levend blauwtongvirus in het vaccin aanwezig is, terwijl ook de aanwezigheid van andere virussen niet is uit te sluiten.

Ook is het de vraag of dit vaccin werkt tegen het in Nederland gevonden virus. Verder ontbreekt de garantie dat het vaccin op een goede manier is geproduceerd. Mocht de producent met aanvullende informatie komen, dan wil het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen/Bureau Diergeneesmiddelen de beoordeling herzien, schrijft de minister.

Weinig effect vaccinatie door winter

Mocht er een vaccin beschikbaar zijn, dan verwacht de deskundigengroep dierziekten dat een vaccinatie op dit moment weinig extra's biedt. De meeste geïnactiveerde vaccins moeten tweemaal worden toegediend, met enkele weken tussentijd. Dit betekent dat er pas voldoende bescherming is op zeven tot acht weken na de eerste vaccinatie.

Op dat moment is de knut niet meer actief, denkt de deskundigengroep. Zo moet de maximale dagtemperatuur gedurende twee weken onder de 10 graden Celsius komen of één week met maximaal 10 graden en drie nachten vorst om de knuttenactiviteit helemaal te stoppen en er vrijwel geen nieuwe besmettingen zullen plaatsvinden.

Knutten minder actief

Wel zullen door de afnemende temperaturen de knutten al minder actief worden, wat leidt tot een daling van het aantal nieuwe infecties, verwacht de deskundigengroep. Hoewel de knut in activiteit afneemt, denken de deskundigen wel dat het virus zal overwinteren.

Verder signaleert de deskundigengroep dat dit virus meer ziekteverschijnselen veroorzaakt dan het type 8 van 2006 tot en met 2008. Adema kondigt in de brief aan extra onderzoek te laten doen naar de gevolgen voor de dieren. GD Diergezondheid gaat het klinisch beeld dat tot nu toe aan het licht is gekomen, nog preciezer beschrijven. Daarbij wordt ook gekeken naar het verloop van dit klinisch beeld in de tijd.