Intratuin zet in op vergroening Nederlandse tuinen

Tony's Chocolonely is een concept waaraan Intratuin zich graag spiegelt, vertelt directeur Peter Paul Kleinbussink. 'Het is een goed verhaal bij een duurzaam product, waarbij de prijs een ondergeschikte rol speelt. Ook wij onderscheiden ons door duurzame productiemethodes en zijn niet de goedkoopste in de markt. Maar we moeten er wel voor zorgen dat we ons verhaal goed vertellen.'

Kleinbussink sprak onlangs tijdens het Nationale Bloembollencongres in het Zuid-Hollandse Lisse over Intratuins verduurzamingsdoelen en hoe daarover wordt gecommuniceerd met de klant. Intratuin is in Nederland de grootste keten van tuincentra met 57 vestigingen.

Daarnaast heeft de groep drie winkels in België en elf in Duitsland. De totale winkeloppervlakte is 464.000 vierkante meter en daarop worden zo'n 80.000 verschillende artikelen verkocht.

De positie in de markt brengt volgens Kleinbussink met zich mee dat Intratuin vaak als eerste wordt aangesproken op vermeende misstanden. Zoals in 2014, toen Greenpeace 'landbouwgif' op tuinplanten in verband bracht met bijensterfte.

In gesprek met Greenpeace

'De impact van deze actie was behoorlijk', erkent Kleinbussink. 'We zijn toen samen met Tuinbranche Nederland in gesprek gegaan met Greenpeace. Het leidde tot de Ambitie 1.0, met als inzet om negen middelen die schadelijk zijn voor bijen uit te faseren. De sierteeltsector heeft ons daarbij goed geholpen.'

De Nederlandse tuinbranche is inmiddels toe aan een Ambitie 5.0. De duurzaamheidsdoelen hebben betrekking op productiemethoden, het beperken van de effecten van klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit. De missie van Intratuin is dat iedereen moet kunnen profiteren van het goede van de natuur en dat Nederlandse tuinen in 2030 minimaal voor 50 procent groen zijn.

Kleinbussink legt uit dat het beeld van de versteende tuinen vanaf 2018 is gaan kantelen. 'Meer en meer ontstond het besef van de voordelen om stenen om te wisselen voor planten. Dat is gunstig voor de biodiversiteit, de opvang van water en het tegengaan van hittestress. Vandaar onze doelstelling om tuinen groener te maken.'

5 procent biologisch

Bij sierteeltgewassen legt Intratuin de focus op het terugdringen van het middelengebruik, verklaart Kleinbussink. Hij vertelt dat van het aanbod nu zo'n 5 procent biologisch is geteeld en Skal-gecertificeerd is. Verder worden op zo'n 20 procent van de bomen en planten geen middelen meer toegepast. 'Binnen drie jaar willen we dat aandeel vergroten naar 50 procent. Volledig zonder chemie gaat nog niet lukken, maar we maken wel grote stappen.'

Een teler wil tijdens de afsluitende discussie van Kleinbussink weten wat voor hem het voordeel is van een MPS-milieucertificaat. De directeur antwoordt dat Intratuin alleen nog gecertificeerde bomen, planten en bloembollen inkoopt. 'MPS als keurmerk verzekert ons van aanbod van gerenommeerde telers. Zonder MPS komt u terecht in andere afzetkanalen.'