LTO Melkveehouderij: 'Er voltrekt zich een ramp die te voorzien was'

Vorige week presenteerde de vakgroep samen met de zuivelsector een plan om de mesttransitie af te wenden. Het plan bevat vier elementen: een permanente graslandderogatie, erkenning van renure als kunstmestvervanger, de herziening van de bufferstroken tot maximaal 0,5 meter op grasland en het blijven inzetten op vrijwillige stoppersregelingen.

Eind vorige week werd bekend dat de Europese Commissie plannen gaat maken om renure toe te laten. Volgens Verstraten is dat mooi voor de lange termijn, maar gaat dat de komende jaren niet voorkomen dat bedrijven omvallen door de hoge financiële lasten van mest en omdat mest eenvoudigweg niet plaatsbaar is.

Renure komt te laat

Verstraten: 'Al hadden we gisteren al 100 procent toezegging voor het toepassen van renure, dan nog komt het te laat. Hiermee kunnen we het tempo van de afbouw van derogatie niet opvangen. Het afbouwpad gaat te snel. Daar komen de aanwijzing van de met nutriënten verontreinigde gebieden en de ingevoerde bufferstroken nog bovenop.'

'En het is nog maar de vraag wat er nu precies is toegezegd in Brussel over renure. Op het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kan men daar op dit moment ook geen duidelijkheid over geven', vervolgt de bestuurder van de LTO-vakgroep Melkveehouderij.

Door al deze maatregelen zijn er omgerekend naar vee, ongeveer 600.000 koeien te veel in Nederland. 'Wij rekenen uiteraard met koeien, want dat is de sector waar wij over gaan. Maar het tekort aan mestruimte kun je ook vergelijken met bijna de mestproductie van de hele varkenshouderij in Nederland.'

Treinramp in slow motion

Tweede Kamerlid Thom van Campen (VVD) noemde het tijdens een debat 'een treinramp in slow motion'. In die vergelijking kan Verstraten zich helemaal vinden. 'Je ziet het van tevoren aankomen. Je kunt het uittekenen. Het is een catastrofe die te voorzien was. Het is toch voor een land als Nederland onacceptabel dat je dit laat gebeuren zonder flankerend beleid? Bij zo'n afbouw van mestruimte moet je een afbouwpad creëren dat realistisch is, waardoor er geen bedrijven failliet gaan aan torenhoge kosten.'

Hij roept de politiek op tot beleid dat uitvoerbaar is. 'Voor de komst van de derogatie in 2006 hadden we al de Minas, en daarvoor hadden we niets. Maar al meer dan vijftig jaar bemesten we meer dan die 170 kilo stikstof per hectare. En nu valt dat ineens in een paar jaar weg. Dat is onverantwoord beleid.'

Minister Adema

De bestuurder van LTO Melkveehouderij kijkt met verbazing naar de rol van demissionair minister Piet Adema voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. 'Die wil met de banken praten over een soort overbruggingskrediet en met de zuivelindustrie over een hogere melkprijs. Maar dan heb je het niet begrepen. Al dat extra geld gaat naar de mestintermediair of akkerbouwer. Je creëert een nog diepere kuil in plaats van dat je werkt aan een oplossing.'

Of er een graslandderogatie gaat komen, is nog maar zeer de vraag. 'Maar wij maken ons er hoe dan ook hard voor. Daar is veel wetenschappelijke basis voor', zegt Verstraten. 'Grasland is het hele jaar door groen, de uitspoeling onder grasland is veel lager dan onder andere gewassen. Grasland kan heel goed nutriënten vasthouden door het hoge gehalte organische stof onder grasland. Dat weet iedereen.

In de melkveesector heerst volgens Verstraten een groot gevoel van onrechtvaardigheid. 'Omdat de wetenschappelijke basis voor dit beleid ontbreekt. De waterkwaliteit onder en bij grasland schiet er niets mee op dat derogatie wordt afgeschaft. Dat is bekend bij de minister en bij iedereen. Als door dit beleid melkveebedrijven het niet redden, op basis van maatregelen die geen wetenschappelijke basis hebben, dan is dat groot onrecht.'