'Onze biologische bollentak is een soort proeftuin'

Vijf jaar geleden besloten Peter Leijten en Jochem Stengs hun tulpenbollenbedrijf een extra dimensie te geven met een biologische tak. Ze begonnen met een halve hectare, inmiddels is dit uitgebreid naar 5 hectare met zestien tulpensoorten.

%27Onze+biologische+bollentak+is+een+soort+proeftuin%27
© ©Studio Kastermans/Danielle van

'We wilden met onze biologische tak Tulipsgreen kennis vergaren en die implementeren in onze gangbare teelt. Daarnaast zagen we het als een leuke uitdaging', vertelt Leijten. Het debat rondom gewasbeschermingsmiddelen was voor Stengs en Leijten ook reden om biologisch te gaan telen. De compagnons, die neven zijn, hebben twee vestigingen in Flevoland: in Ens en Espel.

Leijten heeft ook een persoonlijke motivatie die licht heeft meegewogen. Zijn vader lijdt sinds een jaar of zeven aan de ziekte van Parkinson. 'De ziekte wordt onder andere gelinkt aan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hij was ook bollenteler. Ik kan niet bewijzen dat deze middelen de oorzaak zijn en ik ga niet met de vinger wijzen, maar het zette me wel aan het denken.'

De neven zijn enthousiast over de ontwikkeling van Tulipsgreen. Ze willen een bedrijf nalaten dat meegaat met de tijd. Leijten: 'Het is leuk en ook wel grappig om iets te doen waarvan anderen zeggen: ben je nou helemaal gek geworden, dat kan toch niet?'

We vonden het heel spannend, want we stopten de bol onbehandeld in de grond

Peter Leijten, biologische tulpenbollenteler in Ens en Espel

De ondernemers merken ook wel een scherpe lijn in de sector: een teler is meestal biologisch of gangbaar. Deze tendens willen zij doorbreken door te laten zien hoe deze twee verschillende manieren van kweken elkaar versterken.


Pieken en dalen

Toen de telers begonnen met de biotak hadden ze geen verwachtingen. 'We vonden het heel spannend, want we stopten de bol onbehandeld in de grond', zegt Leijten. Vooral ontwikkelingen rondom onkruid vonden ze spannend, ze dachten dat het ervan ging barsten. 'We wisten dat we meer werk zouden krijgen.'

Het eerste jaar ging best goed, het gewas stond er mooi bij. Het jaar erna gingen de telers experimenteren met biologische middelen. Dit viel erg tegen. 'We spoten met bepaalde combinaties die toch te veel schade aan het gewas hebben gebracht', aldus Leijten. Het seizoen erna zijn ze helemaal gestopt met middelen. Dit wierp zijn vruchten af, want het derde jaar leverde een 'prachtig gegroeid en gezond' gewas op.

In 2023 zorgde de hoeveelheid neerslag in de periode tot en met mei voor kletsnatte en modderige gronden. Dit resulteerde in een minder rooskleurig jaar met veel plantenziekten. 'Het is een basis om een botrytisbesmetting te krijgen. Als we met zoveel neerslag helemaal niets doen, smelt het gewas weg', stelt de teler.


Leijten presenteert zijn biologische tulpenbollen in de schuur waar de Bloembollen Vakdagen Flevoland dit jaar worden georganiseerd.
Leijten presenteert zijn biologische tulpenbollen in de schuur waar de Bloembollen Vakdagen Flevoland dit jaar worden georganiseerd. © ©Studio Kastermans/Danielle van

De goede resultaten van de afgelopen twee jaar waren leidend voor het duo om door te gaan met biologische tulpenbollen. Wel is bemesting veel duurder en onkruidbestrijding een stuk arbeidsintensiever. Daarnaast is de afzet prijziger door de kleinschaligheid van de sector. Overigens zijn de biologische en gangbare tak zowel financieel als productioneel volledig gescheiden.

De toegevoegde waarde van Tulipsgreen is volgens Leijten toekomstgerichtheid. Het gaat hem vooral om de combinatie van gangbare en biologische teelt. Het is voor hem de manier om erachter te komen wanneer hij kan minderen met gewasbeschermingsmiddelen. 'Het is een soort van proeftuin.' Hij zit samen met andere biologische tulpentelers in een studieclub. 'We wisselen ervaringen en kennis uit.'

Na vijf jaar hard werken heeft de biologische tak van Stengs en Leijten een goed financieel rendement. De meeste tulpenbollen worden verkocht aan binnenlandse exporteurs, bloemenkwekers en pluktuinen. 'Maar we zien op dit moment toch stagnatie in groei. Het is geen booming business', laat Leijten weten.


Kennis toepassen

Biologisch telen zorgt ervoor dat Leijten anders kijkt naar de gangbare teelt. 'We leren veel. Als we kennis van de biologische tak, in Nederland slechts 30 hectare, kunnen toepassen op de 10.000 hectare van de hele sector, dan is er veel mogelijk in de toekomst. De maatschappij wil dat wij minder gewasbeschermingsmiddelen gebruiken.'

Leijten merkt dat de sector dit ook wil. 'De afgelopen jaren spoten we op ons bioareaal niets tegen botrytis. In de gangbare teelt is hier nog wat te winnen. Biologisch zijn we ook op zoek naar een structurele oplossing.' Een biologische tak is volgens Leijten niet weggelegd voor alle tulpentelers. 'Je moet er veel energie in stoppen. Als je het er even bij doet, gaat het alleen maar geld kosten.'

De neven houden dit jaar de Bloembollen Vakdagen Flevoland op 2 en 3 februari aan Enserweg 28 in Ens. De schuur staat nu nog vrijwel leeg, op een trekker, bestelbusje en wat lege houten kuubskisten na. Vrijdag en zaterdag staat de loods vol enthousiaste bollentelers die hun tulpenrassen presenteren aan liefhebbers.


Peter Leijten, tulpenbollenteler
Peter Leijten, tulpenbollenteler © ©Studio Kastermans/Danielle van


Bedrijfsgegevens

Naam: Peter Leijten Plaats: Ens en Espel (FL) Bedrijf: Stengs & Leijten Grootte: 130 hectare, waarvan 5 biologisch. Leijten heeft samen met zijn neef Jochem Stengs een tulpenbollenbedrijf met twee locaties in Flevoland. Ze hebben geen eigen grond, maar pachten bij boeren in de Noordoostpolder. De bollen worden verwerkt in Espel en de grote gaan op transport naar Ens. Hier worden ze klaargemaakt voor verkoop.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
Meer weer