Uienoogst groeit, aardappeloogst neemt af

Per hectare nam de bruto-opbrengst van zaaiuien met 2,7 procent toe naar 45,7 ton. Daarmee klimt de opbrengst uit een dal, want alleen in 2018 en 2022 was deze lager. Omdat ook het areaal zaaiuien toenam, met 6,9 procent, steeg de totaalopbrengst van het gewas met meer dan 9 procent tot 1,3 miljoen ton.

De groeiende opbrengst komt vooral door betere resultaten in het noorden van het land. In andere delen was de opbrengst per hectare vergelijkbaar met een jaar eerder. Veruit de meeste zaaiuien zijn gele, met een totale oogst van 1,2 miljoen ton (+14,9 procent). Het aantal rode zaaiuien nam ten opzichte van 2022 met 20 procent af tot 157.000 ton.

In 2023 nam het teeltoppervlak consumptieaardappelen met 1,2 procent af tot 75.000 hectare. De opbrengst bedroeg gemiddeld 45,8 ton per hectare, 2,8 procent lager dan een jaar eerder. De totale bruto-opbrengst van consumptieaardappelen was met 3,4 miljoen ton ruim 4 procent lager.

De oorzaak is het natte weer, waardoor niet alle percelen konden worden gerooid en er op sommige plekken zelfs nog steeds aardappelen in de grond zitten. De kans is groot dat deze aardappelen uiteindelijk helemaal niet kunnen worden geoogst. Hierdoor zal de misoogst groter zijn dan de 2,6 procent die op dit moment bekend is en dat drukt de totale bruto-opbrengst verder.

De bruto-opbrengsten van zomertarwe en -gerst zijn met meer dan de helft afgenomen ten opzichte van 2022. Dit komt mede door een daling in de arealen en hectareopbrengsten van de zomergranen. Door het natte voorjaar konden deze niet of laat worden ingezaaid.

Door het late inzaaien zijn de graankorrels op sommige plekken ook kleiner dan vorig jaar. Dat leidt tot de laagste bruto-opbrengst per hectare zomertarwe en -gerst sinds 2000. Wel neemt voor zowel tarwe als gerst het aandeel van het in de winter beteelde areaal toe.

Afgelopen jaar werd 93 procent van de tarwe als wintertarwe geteeld. Voor gerst was dit 42 procent, niet eerder was dit percentage zo hoog. De bruto hectareopbrengst van wintertarwe kwam 13 procent lager uit, voor wintergerst was deze vergelijkbaar met een jaar eerder.