Schade door bonenvlieg en fritvlieg in mais valt mee

De vrees dat door het wegvallen van Mesurol als zaadontsmetting de schade door de bonenvlieg en fritvlieg flink toe zou nemen, lijkt mondjesmaat terecht. Problemen ontstaan eerder op percelen met organisch materiaal van mais, groenbemesters en op percelen waar niet is geploegd.

Schade+door+bonenvlieg+en+fritvlieg+in+mais+valt+mee
© Dirk Hol

De bonen- en fritvlieg zorgen sinds 2020, na het verbod op enkele zaadontsmettingsmiddelen, niet tot grote aantastingen en dus schades in maispercelen, maar het afgelopen teeltseizoen waren al meerdere percelen met schade te zien.

Het lijkt erop dat de populaties van deze insecten zich beetje bij beetje herstellen. Het middel Mesurol voorzag tot 2020 nog in de bestrijding van deze insecten, maar sindsdien moet naar andere oplossingen worden gezocht om schade door deze bodeminsecten tegen te gaan.

Mede omdat de vliegen een cyclus van meerdere jaren hebben en de populatie was ingedamd, was de verwachting niet dat de insecten op korte termijn zouden toeslaan in mais. Maar kenners voorzien dat dat de komende jaren wel aan de orde kan zijn.

De periode waarin de gewassen gevoelig zijn voor schade is tot drie tot vier weken na de zaai

Wouter Wijnhout, sales- en productmanager mais- en graanzaden bij Syngenta

Ook de koudere voorjaren die sinds 2020 achter ons liggen, zorgden ervoor dat de frit- en bonenvlieg minder actief waren. 'Een laat voorjaar voor de mais is ongunstig voor de frit- en bonenvlieg. Doordat de voorjaren en daardoor de mais later op gang kwamen, bestaat de kans dat de vliegen in graan of gras eitjes legden', zegt Jos Groot Koerkamp, commercieel manager landbouw bij Limagrain. 'Maar als de insecten wel toeslaan, kan het hard gaan en is de schade groot.'


Thema Mais

De maisrassen zijn bekend. Boeren in Nederland zijn druk bezig hun maisras voor het komende jaar te kiezen. Gaan ze voor zekerheid of gooien ze het eens over een ander boeg? Kijken ze naar een vroeg of een laat ras? En wat is verstandiger: voor- of nazaai van het ondergewas? Mais blijft een van de belangrijkste gewassen in Nederland. Er valt heel wat te kiezen in deze teelt. Het is uiteindelijk aan de vakman om van seizoen 2024 weer een succes te maken. Dit artikel is onderdeel van het thema Mais in de Nieuwe Oogst van 12 januari.

De fritvlieg is een vlieg, waarvan de 3 tot 4 millimeter lange, min of meer doorzichtige, witte, pootloze larve aan plantendelen van grasachtigen vreet. De vlieg legt al vroeg eitjes op de maisplant, rond het 3-4-bladstadium. De doorschijnende larven beschadigen het groeipunt, zodat de hoofdstengel niet of moeizaam groeit.

De beschadiging aan het blad valt meteen op aan misvormingen, gaten en gerafelde randen. Ook is te zien dat de bladpunten van de jongste bladeren blijven steken in de gaten van oudere bladeren. De schade is ook vaak waar te nemen aan de randen van het perceel.


Verschillende gewassen

De volwassen bonenvlieg is een kleine, grijze vlieg met zwarte poten en haren verspreid op het lichaam en 3 tot 6 millimeter lang. De kleur van kop, borst en achterlijf is grijs tot geelachtig. De borst en buik zijn voorzien van een bruine band. De larve van de bonenvlieg kan schade aanrichten in gewassen als spinazie, pompoen en bonen, maar ook in mais.

Die larve kan de kiemende zaden van mais aantasten. De maden boren zich in kiemende zaden, zodat deze worden vernietigd door de witte larven.

Een snelle start van de mais is een belangrijke remedie tegen belagers als de fritvlieg en de bonenvlieg. In een koud en nat voorjaar is maiszaad gevoelig voor aantasting door kiem- en bodemschimmels en kan een minder goede opkomst het gevolg zijn. Mais die in de kiem- en beginfase langzaam groeit, is veel vatbaarder voor de schade van onder andere insecten.


Zaaibed en zaaimethode

Een goed zaaibed en een goede zaaimethode zijn dus belangrijk om de maisplant, die bekend staat als snelgroeiend gewas, snel te laten doorgroeien.

Ook van belang is dat telers meer preventief en meer bouwplanmatig te werk gaan, vindt Wouter Wijnhout, sales- en productmanager mais- en graanzaden bij Syngenta. Hij zag in 2022 en nog meer in 2023 al enkele maispercelen met schade door de fritvlieg en de bonenvlieg. De bodeminsecten komen meer voor op percelen met veel organische resten bovenin, vooral dus op percelen die niet worden geploegd, waar nog stengels staan of waar de groenbemester niet goed is ondergewerkt.


Bouwplanmatig werken

'Onderzaai in mais en de verplichting om een vanggewas te zaaien na mais werken dat in de hand', zegt Wijnhout. 'Het is zeker goed dat er meer aandacht is voor organische stof in de bodem, maar mede hierdoor moeten we nog breder kijken en meer bouwplanmatig te werk gaan om schades door bijvoorbeeld bodeminsecten zoveel mogelijk te voorkomen. Welk gewas past waar om zo min mogelijk schade te krijgen? Ken je percelen en je bodem goed. Het komt steeds meer aan op goed vakmanschap. In de groenteteelt zijn ondernemers al veel meer op die manier bezig. Ik denk dat maistelers daar nog veel van kunnen leren.'

Volgens Wijnhout betekent dit dat telers alert moeten zijn op het tijdig en het goed vernietigen en onderwerken van het vanggewas. 'Als je daarna mais gaat zaaien, moet de basis goed zijn en mag de bodem geen storende lagen hebben. Let op een vlak en fijn zaaibed en ga de mais niet zaaien als de bodemtemperatuur nog geen 10 graden is', adviseert hij.


Eerste acht weken

'De eerste acht weken zijn cruciaal, al is de periode waarin de gewassen gevoelig zijn voor schade van de bonen- of fritvlieg tot drie tot vier weken na de zaai. Als het in die eerste acht weken te droog is, beregen het maisperceel dan gerust.'

Insecticiden als zaaizaadbehandeling kunnen een nevenwerking hebben tegen de frit- en bonenvlieg en dan vooral in de beginfase. Hetzelfde geldt voor de toepassing van granulaten die ritnaalden te lijf gaan.


Bodemscans

Wijnhout ziet veel in bodemscans toepassen en bodemdata beheren, zodat meer plaatsspecifiek kan worden gewerkt. 'Dit kan telers veel inzicht geven. Op die manier kunnen we problemen in de bodem opvangen en ervoor zorgen dat jonge maisplantjes een optimale start maken. Dat is een hele stap die vraagt om samenwerking met akkerbouwers en loonwerkers.'

Goed vakmanschap en perceelsspecifiek telen worden dus nog belangrijker, vindt ook Groot Koerkamp. 'De fritvlieg kan overleven in het vanggewas na de mais. Vanggewas zaaien wordt op steeds meer gebieden verplicht. Het milieu waarin de fritvlieg kan overleven, wordt dus alleen maar beter waardoor je meer schade kunt verwachten.'

Toch ziet de commercieel manager landbouw van Limagrain vogelvraat in de mais door het verbod op Mesurol als een veel groter probleem. 'Maar de schade door de fritvlieg en bonenvlieg mag niet worden onderschat. We moeten er zeker alert op blijven.'


Vraatschade is toegenomen sinds het verbod op Mesurol

Mesurol, met als werkzame stof methiocarb, kan sinds 2020 niet meer worden toegepast in de maisteelt, nadat het middel niet meer werd toegelaten. Volgens stichting Centrum voor Landbouw en Milieu spoelt het middel uit naar het grond- en oppervlaktewater. Het heeft een negatief effect op het waterleven, bijen en andere insecten. Voor dit verbod werd het middel op twee derde van het maiszaad aangebracht. Na dit verbod nam niet alleen het aantal fritvliegen toe, maar ook de vraatschade. Dat de maisteelt ook zonder kan, bewijzen onder meer biologische ondernemers. Zij zaaien vaak wat later.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer