InterPIG: landen die zelf grondstoffen telen in het voordeel

In landen die zelf grondstoffen produceren, stegen de voerkosten minder hard dan in landen die meer afhankelijk zijn van import. Dat blijkt uit de cijfers van InterPIG over 2022.

InterPIG%3A+landen+die+zelf+grondstoffen+telen+in+het+voordeel
© Marcel Berendsen

In landen die veel grondstoffen zelf telen, lag het aandeel voer in de kostprijs al lager dan in landen die veel veevoergrondstoffen moeten importeren. In 2022 werd dat verschil alleen maar groter. Zo steeg het aandeel voer in de totale kosten in Nederland van 99 eurocent per kilo warm geslacht gewicht naar 1,33 euro. In Denemarken bedroeg de stijging 29 eurocent en in Frankrijk 28 eurocent.

Ook Duitsland teelt traditioneel veel grondstoffen zelf. De kosten voor het voer lagen al relatief hoog op 1,07 euro per kilo warm geslacht gewicht, maar daar kwam in 2022 nog eens 34 eurocent bij. InterPIG-voorzitter Robert Hoste van Wageningen Economic Research wijdt dat aan de druk die er zit op de Duitse varkenshouderij. 'Mogelijk komt dit doordat de voerindustrie er zo competitief is, dat ze meer op de dagprijs zitten. De Nederlandse voerindustrie richt zich meer op voorinkoop.'



Hoste denkt dat het voervoordeel van Denemarken en Frankrijk de komende jaren kleiner wordt. De verwachting is dat de prijs van soja daalt en die van tarwe licht stijgt. Hoste: 'De futureprijzen van grondstoffen geven aan wat er naar verwachting de komende tijd gaat gebeuren.'

De varkenscyclus ontstaat door bedrijven die kunnen kiezen of ze wel of niet biggen opleggen

Robert Hoste, InterPIG-voorzitter

In een analyse van de InterPIG-cijfers valt het de varkenseconoom verder op dat in landen die veel grondstoffen inkopen zoals Nederland, Spanje en België, de voederconversie in 2022 iets opliep. Daarop is een breed palet van factoren van invloed, schetst Hoste. Iets goedkopere grondstoffen is daar een van.


Structuurverandering

De structuur van de varkenshouderij in Europa verandert. In Duitsland is sprake van een duidelijke krimp van het aantal zeugenhouders. Dat is het gevolg van nieuwe welzijnseisen die uitgaan van meer vierkante meters in de dekstal en vrijloopkraamhokken. Volgens de meitelling daalde het aantal zeugen in Duitsland in 2022-2023 met 6 procent ten opzichte van 2021-2022. En Hoste rekent voor 2023-2024 met een verdere daling. Het aantal vleesvarkens kromp tussen mei 2022 en mei 2023 met 4 procent.

Denemarken zag in die periode de zeugenstapel met 5 procent verkleinen, terwijl het aantal vleesvarkens met 12 procent veel harder daalde. Enerzijds is het voor Denen aantrekkelijk om biggen te exporteren. De Deense kostprijs van een big van 30 kilo was in 2022 68 euro. De Duitse kostprijs lag daar met plus 11 euro fors boven. 'Dat verklaart de grote exportstroom', merkt Hoste op. Met een kostprijs van 73 euro zat Nederland tussen de Deense en Duitse in.

Anderzijds is het zo dat veel Denen vleesvarkens combineren met een akkerbouwtak. Ooit ontstaan om meerwaarde te geven aan het eigen geteelde graan. Maar akkerbouwers kunnen met rechtstreekse verkoop goede rendementen maken, terwijl nieuwbouw van varkensstallen ook in Denemarken duur is geworden.



Bovendien is het maar afwachten wat de vleesprijzen doen, wanneer de biggen slachtrijp zijn. Een combinatie van die factoren noemt Hoste als reden waarom op dit moment relatief veel vleesvarkensstallen in Denemarken gesloten worden. 'Zolang de biggenprijzen goed zijn, zal geen zeugenhouder stoppen', vervolgt Hoste. De vraag is hoelang dat nog het geval zal zijn.

Jaarlijks is een krimp van 2 procent van de zeugenstapel nodig om de productiviteitsstijging te compenseren. In 2021-2022 kromp in Europa de zeugenstapel met 4,6 procent. In 2022-2023 was dat 2 procent. Zijn verwachting is dat ergens in 2025-2026 er weer sprake zal zijn van een overaanbod aan varkensvlees.

'De varkenscyclus', schetst Hoste, 'ontstaat door bedrijven die kunnen kiezen of ze wel of niet biggen opleggen.' Van de Europese varkensstapel huisvest Nederland 8 procent. Krimpt de varkenspopulatie in Nederland met 30 procent, dan daalt de Europese productie met 2 procent.


Rosalia

De Spaanse kostprijs, zo blijkt uit de cijfers van InterPIG, stijgt sinds 2017. Spanje wordt sinds 2020 geteisterd door de PRRS-variant Rosalia. Het Iberisch schiereiland krijgt het virus maar niet onder controle. Het gevolg daarvan is veel uitval – wel tot een derde – bij alle diergroepen: de zogende biggen, bij de gespeende biggen en bij de vleesvarkens.

Dat zet de productie per zeug, die blijft hangen op 23,5 slachtvarken per zeug per jaar, onder druk. Het kostprijsvoordeel in Spanje ten opzichte van Nederland verminderde daardoor van 5 naar 2 eurocent.


• Bekijk de marktprijzen van biggen en vleesvarkens

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer