Brussel stuit op bezwaren tegen bodembeleid

Op de maandelijkse EU-landbouwraad in Brussel hielden verschillende landbouwministers, onder wie Piet Adema, deze week een slag om de arm. Zij stellen onder meer dat de bodemgesteldheid in de EU-landen te divers is om er één methode voor op te stellen.

Terreinbeheerders en natuur- en landschapsorganisaties dringen bij EU-politici aan op bindende afspraken, inclusief sancties en boetes voor bodemvervuilers. Het uiteindelijke besluit ligt in handen van de Envi-milieucommissie van het Europarlement, maar er is ook advies gevraagd aan de Agri-landbouwcommissie.

Minder uitspoeling

Na afloop van de landbouwraad benadrukte Adema het belang van schone en gezonde grond. 'Dat levert meer gewas op, je hebt er minder mest of middelen voor nodig en het leidt dan ook tot minder bodemvervuiling en minder uitspoeling van middelen.'

De minister is van de school die het voeden van en verzorgen van de bodem op de eerste plaats zet. 'Ik ken geen boer die geen oog heeft voor een gezonde bodem, juist in combinatie met een gezond gewas.'

Halfjaarlijkse onderzoeken

Brussel wil starten met verplichte halfjaarlijkse bodemonderzoeken. Dit moet uitmonden in een systeem van bodemregistratie en schonegrondverklaringen. Dat kan worden gecombineerd met Europese subsidies voor grondeigenaren, boeren en tuinders. Deze schonegrondfilosofie is onderdeel van de al in 2020 gepresenteerde Green Deal en de daaruit voortgekomen boer-tot-bordstrategie.

Milieucommissaris Virginius Sinkevicius wijst erop dat de huidige achteruitgang in bodemgesteldheid leidt tot aanzienlijke schade en economische verliezen, vooral in de landbouw. De EU wil satellietmetingen inzetten om de bodemgesteldheid in de gaten te houden. Volgens de commissaris telt de EU meer dan 3 miljoen bekende vervuilde plekken, terwijl de afgelopen jaren niet eens alle EU-landen intensief bodemonderzoek verrichtten.

Volgens het Compendium voor de Leefomgeving telt Nederland 250.000 plekken die mogelijk ernstig vervuild zijn. Denk aan (voormalige) chemische wasserijen, benzinestations, garages, gasfabrieken of landbouw waar vroeger nu verboden middelen zijn gebruikt.