'Als jongeren de sector uit worden gejaagd hebben we echt een probleem'
De Europese Commissie heeft in het landbouwbeleid te weinig oog gehad voor het grotere belang van voedselproductie. Dat blijkt volgens Peter Meedendorp onder meer uit de boer-tot-bordstrategie. Als voorzitter van Ceja, de Europese koepel van organisaties voor jonge boeren, ziet hij het als zijn taak dit belang onder de aandacht te brengen.
Peter Meedendorp (23) uit het Groningse Onstwedde is in juni gekozen tot voorzitter van Ceja, de Europese koepel van jonge boerenorganisaties. Hij heeft een passie voor het boerenvak en een fascinatie voor de Europese Unie. Tegelijkertijd ziet Meedendorp bij veel anderen weinig interesse in 'Brussel' en dat vindt hij een gemiste kans.
Duurzaam boeren betekent ook het behoud van agrarisch ondernemers
'Over het algemeen is de Europese Unie een ondergeschoven kindje. Dat zie je terug in de aandacht die ervoor is, of eigenlijk het gebrek eraan. Je ziet dat bijvoorbeeld aan de hoeveelheid en capaciteit die belangenorganisaties en media op Europa inzetten, in vergelijking met wat op de Nederlandse politiek wordt ingezet. Dat is jammer. Het hele landbouwbeleid begint en eindigt daar.'
Wat trekt u aan in deze functie?
'Ik vind de Europese besluitvorming heel interessant. Het is veel meer een belangenafweging dan in het nationaal parlement. In de EU zit je met 27 lidstaten met allemaal verschillende interesses en belangen. En dan heb je ook nog het Europees Parlement en de Europese Commissie.
'De hele besluitvorming hangt aan elkaar van 'checks en balances' door de verschillende instituties. Dat spel vind ik fascinerend. En ze komen er toch altijd weer uit met 27 verschillende landen.'
Wat spreekt u aan in Ceja?
'De mensen die Ceja vertegenwoordigen zijn echte jonge boeren die thuis zelf een bedrijf hebben. Zij komen van het platteland naar Brussel om zich in te zetten voor een specifieke lidstaat en de organisatie, maar ook om van elkaar te leren. Dat menselijke contact is een belangrijk onderdeel van de organisatie. Dat maakt onze organisatie heel bijzonder.'
Waarom is het belangrijk in Brussel actief te zijn?
'Het hele landbouwbeleid begint en eindigt daar. Alle beginselen van Europese landbouwbeleid, ook het Nederlandse, worden in Europa vastgelegd. Of het nu gaat om het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, waterkwaliteit, gewasbescherming en zelfs de eisen voor mechanisatie. Dat is allemaal gestoeld en gebaseerd op richtlijnen en verordeningen uit Brussel, de kaders worden daar geschetst. Zie het als een kleurplaat: de Europese instellingen maken de tekening, de lidstaten kleuren deze in.'
Hoe staat Ceja erop in Brussel?
'Wij hebben 33 leden, allemaal organisaties voor jonge boeren. Die 33 organisaties vertegenwoordigen samen 2 miljoen jonge mensen, de huidige jonge boeren en tuinders en die van de toekomst. Als je namens die 33 clubs één standpunt naar buiten brengt over een bepaald dossier, is dat een krachtig signaal. En dat merken we ook. Er wordt graag met ons gesproken over landbouwdossiers.
'De politici weten dat onze standpunten en voorstellen realistisch en praktisch zijn. Wij zijn een organisatie die de uitdagingen van de toekomst niet uit de weg gaat, dat wordt opgemerkt.'
Wat zijn de speerpunten van Ceja?
'Voor ons, voor alle jongeboerenorganisaties, is punt één het mogelijk maken van bedrijfsovername. Het tweede is het zorgen voor een agrofoodcluster waar voor boeren wat te verdienen valt. Dat zijn de voorwaarden om als jonge boer een bedrijf te hebben.
'Verder zijn er nog andere punten, zoals het nieuwe Europese landbouwbeleid dat vanaf 2027 van kracht wordt, natuur- en biodiversiteit, watermanagement en nog veel meer. En de Europese verkiezingen van 2024 komen eraan. Dan komt er een nieuwe commissie die met andere voorstellen gaat komen. We moeten ook ruimte laten daarop te kunnen reageren.'
En de duurzaamheidstransitie?
'Die staat bij ons niet ter discussie. Het gaat bij ons meer om de vraag hoe je die gaat vormgeven. Want de uitvoering van deze transitie gaat het verschil maken in het leven van onze leden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat bedrijven die door willen gaan ook door kunnen? Als er generieke maatregelen zijn waarmee de jonge generatie de sector uit wordt gejaagd, hebben we echt een probleem.
'Daarnaast heb je ook een bepaalde kritische massa nodig als sector. Je hebt een bepaalde aanvoer nodig van producten om coöperaties en ketens in stand te houden en de kennis op niveau te houden. Als we zo hard aan het verduurzamen zijn dat daar geen oog meer voor is, kan die verduurzamingstransitie als een boemerang terugkomen. Daar maak ik me wel oprecht zorgen om. Duurzaam boeren is ook het behoud van boeren.'
Wordt dat aspect van de transitie vergeten?
'Ja, dat denk ik wel. Als je de Europese Commissie om een voedselstrategie vraagt, verwijzen ze naar de boer-tot-bordstrategie. Maar die strategie legt de nadruk op het ecologische gedeelte van de transitie. Op de sociaaleconomische duurzaamheid wordt minder nadruk gelegd. Voedsel heeft ook een bepaalde waarde. We hebben de meerwaarde van voedsel de afgelopen periode te weinig erkend. Dat is problematisch.'
Waarom is dat een probleem?
'Het gaat om de voedselvoorziening. Ik weet dat landbouw een bepaalde uitstoot heeft, maar landbouw is niet te vergelijken met elke willekeurige industrie, we hebben iedere dag voedsel nodig. De landbouw voorziet in een basisbehoefte. Er is een bepaalde productie nodig om het continent te voeden.
'Daarnaast is er nog zoiets als uitgangsmateriaal en zaden, die essentieel zijn voor de wereldwijde voedselvoorziening. Ik denk dat je de landbouwsector daarom niet een-op-een kunt vergelijken met een andere sector.'
U bent voor twee jaar benoemd. Wanneer zijn die twee jaar voor u geslaagd?
'Mijn bestuursperiode is voor mij geslaagd als ik de organisatie beter achterlaat dan toen ik begon. Zowel intern, dat we gezamenlijke posities hebben gevonden op beleidsstukken, als dat we een betere positie hebben in het Europese speelveld van instituties. Zodat de stem van jonge boeren niet kan worden overgeslagen bij beleid dat ons aangaat.
'En tot slot hoop ik dat nationale organisaties Ceja zien als een verlengstuk van hun eigen organisatie.'
Wortels in de akkerbouw
Peter Meedendorp (23) studeerde Internationale relaties en organisaties aan de Rijksuniversiteit Groningen en Economie in Wageningen. De Groninger zit in de maatschap met zijn ouders en broer (deeltijd). Ze hebben een akkerbouw- en loonbedrijf, de hoofdteelt is zetmeelaardappelen. Daarnaast heeft de familie onder meer suikerbieten, hennep, gerst, mais en uien. Meedendorp is bestuurslid van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en belast met de portefeuille Internationaal. Vanuit die functie is hij gekozen tot voorzitter voor de periode van twee jaar. Hij zal in de tijd minimaal één keer per maand in Brussel zijn te vinden. NAJK zoekt nu een nieuwe portefeuillehouder Internationaal.Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
New Holland T7.190 PowerCommand
2019, P.O.A.
-
Trioliet SOLOMIX 2 2000 ZK
Nieuw, P.O.A.
-
Pottinger TOP 962C dubbele hark
2023, P.O.A.
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker Maaidekken (HG) #63966
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / -2°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %