'Ruggensteun voor jonge boeren is noodzakelijk'

De noodzaak is wel duidelijk: slechts een op de tien boeren in Europa is jonger dan 40 jaar. Vergrijzing is een serieus probleem voor de voedselproductie. De sector staat bovendien voor grote uitdagingen waarbij innovatie kan helpen. En jongeren popelen doorgaans om nieuwe snufjes toe te passen, met alle voordelen van dien.

Maar veel jongeren dreigen af te haken. Heel begrijpelijk: de grond is peperduur, leningen zijn moeilijk te krijgen, de administratieve rompslomp is enorm. En dan heb je ook nog organisaties zoals Mobilisation for the Environment achter je aan op sociale media of in de rechtbank.

Je zou bijna denken: als jonge agrarisch ondernemer moet je wel stokeigenwijs of radicaal optimistisch zijn. Gelukkig bestaan die jonge agrarisch ondernemers. We moeten hen koesteren. We moeten hen helpen hindernissen weg te nemen. In het Europees Parlement is daar veel bereidheid toe, dat blijkt althans uit een rapport dat we vorige week bespraken.

Het belangrijkste is dat landbouwgrond beschikbaar blijft. Jonge agrariërs moeten beter toegang krijgen tot die grond. Voor het krediet aan jonge boeren vinden we overheidssteun van cruciaal belang, met name subsidies, leningen met lage rente of borgstelling. Het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid biedt al enige verbetering, een groter deel van het budget wordt specifiek ingezet voor jonge boeren. Dat percentage mag wat ons betreft verder omhoog.

Als SGP pleiten we bovendien voor een 'jongeboerentoets', zoals eerder gelanceerd door het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt. Bij elke nieuwe regeling moet dan worden bekeken of die wel aantrekkelijk is voor jonge boeren. Concreet: wat is de impact van bijvoorbeeld nieuwe EU-natuurwetgeving op de beschikbaarheid van grond? Wat is de impact op het verdienmodel?

Ik ben blij dat we in de Europarlementscommissie voor Landbouw stappen willen zetten. Een nieuwe generatie boeren en tuinders is altijd broodnodig. Het oudste beroep van de wereld is niet wat u misschien zou denken, dat is uiteraard boer. Na Adam werd zoon Abel schaapherder en Kaïn legde zich toe op de akkerbouw.

Voedselproductie kan alleen door landbouw. En de vruchtbare klei en andere gronden van Nederland zijn veel geschikter dan menig ander gebied in de EU of daarbuiten. Wat de regeringscoalitie daar ook van vindt.