Tulpensector heeft baat bij weerbaarheid

Maken ondernemers voldoende stappen om te werken aan een weerbare tulpenteelt en zijn deze adequaat genoeg om het middelengebruik te reduceren? Tulpentelers zijn er nog niet uit, bleek onlangs tijdens een bijeenkomst van Vertify.

Tulpensector+heeft+baat+bij+weerbaarheid
© Job Hiddink

Net als andere sectoren raken ook de bloembollensector de strenger wordende eisen vanuit afnemers, toenemende wet- en regelgeving en een smaller middelenpakket om de groeiende ziekte- en virusproblematiek te lijf te gaan. Maar maken tulpentelers voldoende grote stappen en zijn ze zich ervan bewust dat ze over een paar jaar niet meer zomaar standaard spuitschema's in kunnen zetten?

Daar heeft Michel Jansen, via de pilot 'Duurzame teelt tulp en bijgoed' betrokken bij het praktijkprogramma 'Weerbaarheid in de praktijk', zo zijn twijfels over. Volgens hem zijn proeven met weerbare teeltsystemen belangrijk om bewustwording te creëren bij tulpentelers om stappen te zetten.


Botrytisbeheersing

Jansen praatte onlangs tijdens de inspiratiebijeenkomst over het praktijkprogramma betrokkenen bij over de bijbehorende proef 'Botrytisbeheersing met groene en chemische middelen'. Deze proef ligt bij onderzoekscentrum Vertify in het Noord-Hollandse Zwaagdijk.

Extensiveren in bouwplan is een mooi voorbeeld van een systeemaanpak

Gert-Jan van Raaij, akkerbouwer in Haps

Waar Botrytis tulipae vorig jaar nauwelijks tot problemen met vuur in tulpen leidde, is die situatie dit seizoen wel anders. 'Dat komt door het natte voorjaar', stelt Jansen vast. 'Tulpen hebben te maken gehad met bladnatperiodes van soms zestig uur. Dat is funest.' De langetermijnoplossing tegen vuur zit volgens hem in de juiste rassenkeuze en een systeemaanpak, waar beslissingsondersteunende systemen (BOS) aan kunnen bijdragen.


Actuele invloeden

Een BOS is een rekenprogramma dat rekening houdt met actuele (weers)invloeden om tot een advies te komen. Jansen werkt in de botrytisproef met sofwarebedrijf Dacom. Daarvan krijgt hij een waarschuwing als het een geschikt moment is om tegen vuur te spuiten. Overigens kan Jansen nog geen tussentijdse resultaten over de proef melden.


Helemaal achteraan op het tulpenproefveld van Vertify liggen elf objecten tegen gras- en onkruiddoding.
Helemaal achteraan op het tulpenproefveld van Vertify liggen elf objecten tegen gras- en onkruiddoding. © Job Hiddink

Verderop ligt een proef waar in twaalf verschillende objecten wordt geprobeerd de virusoverdracht door luizen met niet-chemische middelen te beperken. Ook hier is nog niet iets concreets te melden over proefresultaten. Vooral het object met rode schilfers tussen de tulpen en het object waar de bodem is afgedekt met stro, wekten de aandacht van bezoekers.


Gedesoriënteerde luizen

Idee achter deze experimenten is dat luizen gedesoriënteerd raken van deze producten. Zo zouden luizen geen goed verschil kunnen zien tussen geel en groen. Daarnaast wordt beweerd dat luizen de kleur van schilfers en stro associëren met herfst, waardoor de beestjes denken dat ze op een afstervende plant stuiten. Gevolg is dat de luizen het perceel voorbijvliegen.

Akkerbouwer Gert-Jan van Raaij uit het Brabantse Haps deelde zijn ervaringen met weerbaar telen via een videoverbinding. Vanwege risicospreiding boert hij in een groot gebied op zowel zand als klei op een areaal tussen 750 en 800 hectare. Hiervan is een derde biologisch.


Bio gaat goed in droog jaar

Volgens Van Raaij, die gerst, aardappelen, uien, schorseneren, sperziebonen en erwten teelt, verlopen de biologische teelten zowel wat betreft gewasverzorging als opbrengst in een droog jaar beter dan in een nat seizoen. 'Vooral mechanische onkruidbestrijding is in een nat seizoen lastig', weet de ondernemer, die al 25 jaar biologisch boert. 'Schoffelen moet constant doorgaan. In een seizoen als 2023 lukt dat tot dusver goed.'

Zijn areaal is voor 30 procent biologisch. Daarbij past een extensief bouwplan, wat leidt tot een weerbaar teeltsysteem. Omschakelen naar volledig biologisch is voor hem niet aantrekkelijk, omdat daarvoor volgens hem te weinig vraag is in de markt. De teler voegde een paar jaar geleden wintergerst toe aan het bouwplan om te extensiveren.


Geslaagde systeemaanpak

Dit gewas zaait het bedrijf vóór de sperziebonenteelt. Nu blijkt Van Raaij geen problemen meer te hebben met botrytis in sperziebonen. 'Een mooi voorbeeld van een geslaagde systeemaanpak', constateert hij. De akkerbouwer heeft op zijn biologisch areaal 80 procent van de percelen langjarig vastliggen. Dat maakt een systeemaanpak mogelijk.

Van Raaij geeft aan de toehoorders mee dat tulpentelers door bijvoorbeeld mechanische onkruidbestrijding stappen kunnen zetten naar een integrale aanpak. 'Schaf zelf een wiedeg of schoffelmachine aan, zodat je de werktuigen kunt gebruiken wanneer het past. Het is een kwestie van zelf ervaren en leren.'


Integrated Crop Management

Binnen het praktijkprogramma maakt een expertteam een BOS biostimulanten en biocontrol (biologische gewasbescherming), zodat telers en adviseurs beter onderbouwd een keuze kunnen maken over de inzet van deze middelen. Daarbij biedt het BOS een overzicht in de wildgroei aan producten. Integrated Crop Management (ICM) staat aan de basis.

'Dus ook hier betreft het een systeemaanpak', zegt Rik Peters, onderzoeker bij Wageningen University & Research en expertteamlid.


Verschillende aspecten

Voor nu is de ICM-aanpak gebaseerd op aspecten die een adviseur kan doorlopen bij een telersbezoek: de ligging van het bedrijf, het bodemtype, aantal gewassen, meest kwetsbare moment in de teelt(en), teelthandelingen, grondbewerkingen, rassenkeuze, zaadbehandelingen en of de teler al een BOS gebruikt.

Peters: 'Het is onoverzichtelijk om een complete ICM in een schema te bouwen. We splitsen de BOS op in delen en maken een compact document met daarin definities, regels en databanken van en over biostimulanten en biocontrol.'


Gras doden lukt wel, wortelonkruiden vernietigen lastiger

Op het tulpenproefveld van Vertify liggen dertien behandelingen als alternatieven voor glyfosaat bij graslanddoding. Vernietigen van gras blijkt niet het grootste probleem te zijn. Het lukt niet om zonder glyfosaat van wortelonkruiden af te komen, is te zien op het veld. Doel van het project 'Duurzame beheersing onkruiden' is de afhankelijkheid van chemische onkruidbestrijders verminderen. Glyfosaat is het meest gangbare product voor bollentelers om grasland dood te spuiten. Het glyfosaatobject lijkt op het proefveld dan ook het schoonste. De biofrees en de geohobel lijken goede alternatieven voor graslanddoding. 'De machines schrapen het gras eraf bij de wortel', zegt Koen de Wildt, projectleider Bloembollen bij Vertify. 'Er blijft een kleine mulchlaag over. In deze losse bovenlaag verdorren de wortels. Deze machines hebben we eind september ingezet. Het gras krijgt dan toch weer kans om te hergroeien, maar het wortelt niet vast. Door te spitfrezen vlak voor het planten, krijgt het gras nogmaals een tik en blijft het weg.' Het gras komt niet terug, maar voor wortelonkruiden geldt een ander verhaal. Door de mechanische bewerkingen worden wortelonkruiden vermalen en vermeerdert het zich juist, merkt een bezoeker op. De Wildt bevestigt dat. 'Vóór deze proef was dit perceel zeker tien jaar grasland, dus die kweek verraste ons.' In het tulpenproefveld experimenteerden onderzoekers met twee chemische alternatieven waarvan ze de middelennamen niet mogen noemen, elektrocutie en een ecoploeg. Het object waar de grond is gekeerd tot 14 centimeter diepte met de ecoploeg ziet er opvallend schoon uit.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer