Achterblijvende vraag grote belemmering voor groei van biologische landbouw

Het creëren van een grotere vraag naar bioproducten is cruciaal voor groei van het areaal biologisch in Nederland. De lage vraag vormt nu een van de belangrijkste belemmeringen. Andere struikelblokken zijn onder meer het gebrek aan biologische mest en biologisch krachtvoer.

Achterblijvende+vraag+grote+belemmering+voor+groei+van+biologische+landbouw
© Dirk Hol

Dat blijkt uit de studie 'Het perspectief van biologische landbouw' van Wageningen University & Research (WUR). Het onderzoek is een verkenning naar het effect van een groter areaal biolandbouw op de thema’s klimaat, natuur en dierenwelzijn. Het is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Nederland heeft een nationaal actieplan voor biologische productie en consumptie opgesteld met als ambitie dat in 2030 15 procent van het landbouwareaal biologisch is. In 2021 was 4 procent van het areaal biologisch. De Europese Commissie heeft in de boer-tot-bord- en biodiversiteitsstrategie de ambitie uitgesproken om naar een biologisch areaal van 25 procent toe te gaan in de Europese Unie.


De Nederlandse consumptie van biologische producten blijft gering. Bioproducten uit Nederland worden op dit moment voornamelijk afgezet in Nederland en in Europa. Met het oog op de Europese ambitie het biologisch areaal te laten groeien, zal het aanbod van deze producten in Europa de komende jaren gaan stijgen. Dit is volgens de onderzoekers een mogelijke belemmering voor de afzet en het bestaansrecht van Nederlandse biobedrijven. Meer aanbod zorgt namelijk voor meer concurrentie. Toename van de vraag is nodig om te voorkomen dat de prijzen van bioproducten dalen bij toename van het aanbod.

Een andere belemmering die uit het onderzoek naar voren komt, is de beschikbaarheid van extra grond voor gangbare bedrijven om te kunnen omschakelen naar een biologische bedrijfsvoering. Omschakelen van gangbaar naar bio leidt tot minder productie per hectare.

Meer grond per bedrijf maakt het voor gangbare bedrijven aantrekkelijker om de stap naar biologisch te zetten. Zeker als deze gronden goedkoper ter beschikking kunnen komen voor gangbare bedrijven die omschakelen. De onderzoekers adviseren het ministerie om er samen met provincies voor te zorgen dat extra grond beschikbaar komt voor gangbare bedrijven die willen omschakelen.


Krachtvoer en humane mest

De onderzoekers benoemen ook een tekort aan biologische mest, met name kalium en fosfor, als een belemmering voor groei. Een oplossing op de lange termijn zou de inzet van humane mest kunnen zijn. Dat is een kans om landbouwsystemen meer circulair te maken en minder afhankelijk van uit mijnbouw gedolven en eindige nutriënten, zo schrijven ze. Het probleem is dat er geen zuivere biologische vormen van humane mest zijn. Het zal altijd een mix zijn van gangbare en biologische consumptie.

De beschikbaarheid van biologische krachtvoeders is ook een belemmering, stellen de wetenschappers. De biomelkveehouderij is kleiner dan de gangbare. Hierdoor kan sneller schaarste aan krachtvoeders ontstaan en een grotere afhankelijkheid van leveranciers van biologische veevoeders.


Veel arbeid nodig

In de biologische akkerbouw is veel arbeid nodig om onkruiden te wieden, vergeleken met de gangbare akkerbouw. Betaalbare technologie voor mechanisch wieden is nog niet altijd voldoende verkrijgbaar. Ook is mechanisch onkruid bestrijden niet altijd mogelijk. Arbeid verhoogt de kosten van de productie.

In Nederland is momenteel weinig arbeid beschikbaar en deze is relatief duur. Innovatie en technische ontwikkelingen – vooral voor het bestrijden van onkruiden in de rij – zijn nodig om zonder de inzet van extra arbeid toch onkruidbestrijding mogelijk te maken bij groei van het areaal bio-akkerbouw.

De onderzoekers adviseren een aantal zaken nader in kaart te brengen. Zo moet worden gekeken of het omvormen naar biologisch per saldo ook leidt tot nettoklimaatwinst in Europa en wereldwijd. Ook raden de onderzoekers aan een integraal onderzoeksprogramma op te zetten rondom extensivering van de melkveehouderij (gangbaar en biologisch) en onderzoek te doen naar de samenhang tussen alle aspecten die spelen. Het gaat daarbij onder meer om meststoffen, technologie, markt, verdienmodellen en samenwerking met de akkerbouw.


Minder broeikasgasemissies

Het vergroten van het areaal bio-akkerbouw en -melkveehouderij draagt volgens de onderzoekers bij aan een vermindering van de broeikasgasemissies. Meer biologisch areaal kan volgens hen ook leiden tot een hoger organischestofgehalte en een groot aandeel (permanent) grasland, en daarmee tot een verhoogde koolstofvastlegging. Daarnaast kan het bijdragen aan het versterken van de natuur, door minder nitraatuitspoeling, ammoniakemissie, gebruik van diergeneesmiddelen en gewasbescherming, en meer biodiversiteit.

Bionext, de organisatie voor de biologische sector, omarmt het rapport. 'Wij zijn heel blij dat WUR juist nu met dit onderzoek naar buiten komt en laat zien welke flinke bijdrage onze sector kan leveren', zegt directeur Michaël Wilde.


• Bekijk ook de College Boer-aflevering met Michaël Wilde: 'Alles hoeft echt niet 100 procent biologisch te zijn'

De ontwikkel- en aandachtspunten zijn herkenbaar en laten zien dat ook de biologische sector nog een aantal stevige uitdagingen voor de boeg heeft, zegt Wilde. 'Om de potentie van biologische landbouw volledig te benutten en de uitdagingen het hoofd te bieden, zullen we allemaal flink aan de slag moeten. Dit onderzoek rechtvaardigt een stevige inzet vanuit de overheid en ketenpartijen op een ambitieuze biologische groei.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
Meer weer