Alwin Koobs: 'Doe je een varken tekort, dan wordt ie chagrijnig'

Onderzoek bij varkens met intacte staarten was ruim twee jaar geleden voor Schothorst Feed Research aanleiding om rigoureus te stoppen met couperen. Dat het gemiddeld goed gaat, wijt bedrijfsleider Alwin Koobs aan het klimaat, de voeding en gezondheid. 'Maar het kan nog beter.'

Alwin+Koobs%3A+%27Doe+je+een+varken+tekort%2C+dan+wordt+ie+chagrijnig%27
© Schothorst Feed Research

Schothorst Feed Research in het Flevolandse Lelystad staat vooral bekend om het voedingsonderzoek. Gemiddeld lopen er zeven tot tien verschillende onderzoeken tegelijk. Van Nederlandse bedrijven, maar ook steeds meer voor bedrijven uit het buitenland. Bedrijfsleider Alwin Koobs noemt Zuid-Korea en de Filipijnen. 'Net als wij voeren ook zij veel reststromen. 11 procent van de wereld rekent met cijfers van ons', klinkt het niet zonder trots.

Ruim twee jaar geleden lag er een onderzoeksvraag over vleesvarkens met intacte staarten. 'Wij zeiden toen tegen elkaar: waarom niet helemaal stoppen met couperen? Ik wist dat het kon', zegt Koobs. Sinds vier jaar is hij bedrijfsleider bij de varkens op Schothorst Feed Research. Daarvoor werkte hij op het fokbedrijf van Martin van de Peut in het Flevolandse Marknesse.


Verschillende sporen

Het observeren van dieren noemt de bedrijfsleider een belangrijk onderdeel van het onderzoek bij Schothorst Feed Research. Al jaren worden iedere drie weken de biggen- en vleesvarkensafdelingen gecontroleerd op het voorkomen van manipulatief gedrag. Verder evalueren Koobs en de zes stalmedewerkers regelmatig eventuele risicofactoren en wordt één keer per jaar de welzijnscheck ingevuld voor alle afdelingen.

Breng de sterke en zwakke punten van je bedrijf in kaart en voorkom overbezetting

Alwin Koobs, bedrijfsleider Schothorst Feed Research

Al die informatie geeft inzicht, zegt de bedrijfsleider. 'Bij ons kon vooral het stalklimaat beter.' Tegelijk met het besluit om te stoppen met couperen werden bij alle diergroepen verbetertrajecten in werking gezet. Koobs nam daarbij ventilatiespecialist Frans Leemans in de arm. Omdat de meeste problemen zich voordeden bij de vleesvarkens, werd die afdeling het eerst aangepakt.


Tocht

Daar was vooral tocht het probleem. 'Varkens hebben daar een gruwelijke hekel aan.' Om dat te ondervangen werden buiten voor de luchtinlaten geleidingsbakken geplaatst van 1,5 meter hoog. Koobs: 'Er is nu geen directe inlaat van buitenlucht meer en de invloed van de wind is geminimaliseerd. De temperatuur van de inkomende lucht is daardoor constanter.' Volgens hem wil een vleesvarken maar twee dingen: slapen en vreten. 'Dat moet gewoon goed zijn.'


Voor de luchtinlaten zijn 1,5 meter hoge geleidingsbakken geplaatst.
Voor de luchtinlaten zijn 1,5 meter hoge geleidingsbakken geplaatst. © Studio Kastermans

Ook bij de gespeende biggen was het ventilatiepatroon niet goed. Door de welzijnsregels worden nu minder dieren per vierkante meter gehuisvest, waardoor te veel lucht in de afdeling kwam. Door een geperforeerde damwand in de luchtinlaat van de deur te plaatsen, is dat probleem verkleind. Door de inkomende lucht voor te verwarmen, worden de temperatuurwisselingen zoveel mogelijk beperkt.


Kieren en naden

Tijdens een rookproef bleek duidelijk het effect van kieren en naden in de hokafscheiding. De bedrijfsleider wijst ze aan bij de gespeende biggen. 'Zijn die dicht, dan hebben de dieren minder last van tocht.' Bij de gespeende biggen is ook de centrale luchtafvoer boven de centrale gang vervangen. 'Belangrijk is dat er voldoende frisse lucht binnenkomt, maar dat de temperatuurwisselingen minimaal zijn.'

Tegelijk met de klimaataanpassingen zijn alle luchtkanalen gereinigd en keek Koobs kritisch naar de looplijnen. 'Ik kom van een bedrijf met een hoge gezondheidsstatus en hier wil ik in stappen de hygiëne ook verbeteren.' Alle diergroepen zijn overdekt bereikbaar. Van de opfokzeugen, aangekocht bij Gert van Beek in Lelystad, gaat het via de dragende zeugen, de kraamafdeling en de gespeende biggen naar de vleesvarkens. 'We werken één kant op: voor komen ze erin en achter er weer uit', licht de bedrijfsleider toe.


Hygiënesluis

Bij iedere overgang is er nu een hygiënesluis waar wordt gewisseld van laarzen en overall. Elke diergroep heeft zijn eigen kleur. Het effect daarvan was na een half jaar al zichtbaar in het bloedonderzoek dat twee keer per jaar wordt uitgevoerd. 'Rond de tijd dat wij stopten met couperen, liepen bijvoorbeeld de circotiters op. Door de nieuwe werkwijze daalde dat zonder te enten', zegt Koobs. De circodruk is nu bijna helemaal weg.

Schothorst Feed Research is vrij van de ziekten PRRS en mycoplasma. Er wordt niet geënt. De dierdagdosering bij de zeugen ligt op 2, bij de gespeende biggen op 3 en bij de vleesvarkens op 0,9. Dat kan in de ogen van de bedrijfsleider nog lager. Bijvoorbeeld door gangen nog consequenter schoon te houden, duidelijk aangeven wat de looplijnen zijn en werken met heldere protocollen. 'Nog lang niet alles is optimaal.'


Over op vrijloopkraamhokken

Bij de kraamzeugen is het klimaat meegenomen in 2022, toen de kraamstal werd gerenoveerd en uitgerust met vrijloopkraamhokken. Om tot een keuze te komen voor het vrijloopkraamhok, liet Koobs in twee afdelingen verschillende typen vrijloopkraamhokken plaatsen. De keuze viel op het vrijloopkraamhok van Nooyen vanwege de robuustheid met minder uitstekende delen.

De hokken zijn vrij vierkant: 2,66 x 2,50 meter. Door een deel van het middenpad op te offeren, kon het aantal kraamhokken gelijk blijven. 'Eerst vond ik het spannend hoe de zeugen zouden reageren, maar nog geen zeug is weggegaan omdat ze ongewenst gedrag vertoonde', zegt Koobs. Het valt hem en de medewerkers op dat de zeugen rustiger zijn.


De vrijloopkraamhokken zijn 2,66 meter x 2,50 meter.
De vrijloopkraamhokken zijn 2,66 meter x 2,50 meter. © Schothorst Feed Research

De hokken zijn uitgerust met balansvloeren. Verse lucht komt via een frisseneuzensysteem bij de kop van de zeug. Het uitvalspercentage ligt in de kraamstal rond de 10 procent, 1 procent lager dan het was. De zeugen staan tot vier dagen na het spenen vast. 'De biggen krijgen alleen een ijzerinjectie. Verder doen we niets', licht de bedrijfsleider toe.

Bijtgedrag is een complex probleem. Er ligt een combinatie van factoren aan ten grondslag en die zijn voor geen bedrijf hetzelfde. 'Voor dit bedrijf zijn ventilatie, voeding en gezondheid de drie belangrijkste pijlers om varkens met lange staarten te kunnen houden. Hoe gezonder een varken, des te minder stress heeft deze en des te kleiner is de kans op bijtgedrag,is de ervaring van Koobs.


Sterke en zwakke punten

'Dat bedrijfsspecifieke maakt varkens houden met intacte staarten extra complex', stelt de bedrijfsleider. Het belangrijkste voor wie daarmee aan de slag wil, noemt hij het goed in kaart te brengen van de sterke en zwakke punten van het bedrijf en het voorkomen van overbezetting. 'Neem onafhankelijke adviseurs in de arm. Iedereen heeft zijn eigen vakgebied waar die goed over kan informeren.'

Koobs vervolgt: 'Blijf kritisch en stel jezelf bij alles wat je doet de vraag: waarom? We handelen zoveel uit automatisme. Een varken is een topsporter. Die wil hard groeien. Elk jaar komt er een halve big bij en 30 gram groei per dag. Doe je een varken tekort, dan wordt ie chagrijnig en gaat ie klooien.'


Zelf lopen

Ook de wijze waarop met varkens wordt omgegaan, beïnvloedt hun gedrag. 'Oren en poten zijn geen handvatten. Zorg ervoor dat de schotjes altijd goed staan en dat je peddels bij je hebt', zegt de bedrijfsleider. 'Laat een dier zoveel mogelijk zelf lopen.'

De praktijk praat doorgaans over staartbijten, maar daarnaast onderscheidt Koobs ook oorbijten en flankbijten. Staartbijten komt bij Schothorst Feed Research het meest voor bij vleesvarkens, oorbijten in gemengde hokken en flankbijten in hokken met zeugen. Over de oorzaak van die verschillen wordt nog in het duister getast. 'Studenten onderzoeken dat. Gedacht wordt aan de temperatuur.'


Staartenpremie

Toen het varkensbedrijf van Schothorst Feed Research stopte met couperen, was 60 tot 70 procent van de dieren beschadigd bij aankomst op de slachterij. In 2022 werd 1 procent – negentig dieren – afgekeurd op staartbeschadigingen. Koobs: 'Dan heb je het over 14.000 euro die je misloopt.' Positiever dan korten op de uitbetaling en meer stimulerend om met lange staarten aan de slag te gaan, noemt hij een premie op intacte staarten.

'Jammer dat die premie niet van de grond komt. In 2030 mag er niet meer worden gecoupeerd. Dat gaat door en de rekening daarvan komt keihard bij de boer', zegt de bedrijfsleider. Bij de varkens op Schothorst Feed Research is het nu staartbijten rustig. De aanblik van de dieren bevestigt dat beeld. Koobs: 'Maar dat is niet het hele jaar zo.'


Alwin Koobs, bedrijfsleider Schothorst Feed Research
Alwin Koobs, bedrijfsleider Schothorst Feed Research © Studio Kastermans


Bedrijfsgegevens

Alwin Koobs is bedrijfsleider van Schothorst Feed Research in het Flevolandse Lelystad. Dit is een gesloten varkenshouderij met 370 zeugen (TN70 x Tempo) en 2.900 vleesvarkens. Schothorst Feed Research is een kennis- en onderzoeksorganisatie die wetenschappelijke, onafhankelijke, nutritionele kennis ontwikkelt voor varkens, maar ook voor koeien en pluimvee.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / -2°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer