Onderzoekers: gerichte behandeling klinische mastitis werkt net zo goed

De kans op genezing, het celgetal, de melkgift en de gedwongen afvoer van koeien verschilt volgens de onderzoekers niet van het inzetten van een standaardbehandeling met antibiotica. In Nederland en andere Noord-Europese landen wordt mastitis doorgaans al selectief behandeld.

In andere landen is dat nog niet altijd het geval en wordt bij een mastitis standaard naar antibiotica gegrepen. Omdat een aantal van de hierbij gebruikte antibiotica nodig is voor de aanpak van ziekteverwekkers bij de mens, is dat niet gewenst.

Resultaten op een rij gezet

Er was tot nu toe geen zekerheid dat selectief behandelen van mastitis met antibiotica wel dezelfde resultaten behaalt als bij het standaard inzetten van antibiotica. Daarom zijn de resultaten door het internationale team van onderzoekers op een rij gezet. Ze keken daarbij naar milde vormen van klinische mastitis. Ernstige vormen van klinische mastitis zijn eruit gefilterd.

In de dertien onderzoeken is met behulp van snelle testen vastgesteld wat de veroorzaker van de mastitis bij de koeien is. Daarmee is onder andere verschil te maken in de zogeheten gramnegatieve en grampositieve bacteriën.

Gramnegatieve bacteriën hebben een dunne celwand en kleuren bij een test anders dan de grampositieve bacteriën die een dikke celwand hebben. Gramnegatieve bacteriën als E. coli en Klebsiella zijn allemaal ongevoelig voor penicilline. Een behandeling met dit antibioticum werkt dan dus niet.

Gramnegatieve bacteriën

Bij een milde mastitis van gramnegatieve bacteriën is de inzet van antibiotica meestal niet nodig. Het grote onderzoek toont nu aan dat deze selectieve inzet van antibiotica geen nadelen heeft voor de dieren. De kans op genezing van de milde mastitis is hetzelfde als bij standaardinzet van antibiotica. Er is ook niet meer kans dat de mastitis terugkeert. Verder zijn er geen verschillen in melkproductie, celgetal en gedwongen afvoer vanwege mastitis vastgesteld.