Kalverhouderij wacht even af met Duits kalf

Nog maar een paar maanden en dan krijgt de Duitse melkveehouderij met een belangrijke wijziging te maken. Kalveren moeten dan 14 dagen langer op een Duits melkveebedrijf blijven.

Wat in Duitsland gebeurt, wordt gezien als voorbode voor heel Europa. De Anit-commissie die aanbevelingen deed voor diertransporten binnen het Europees Parlement wilde de leeftijdsgrens zelfs verhogen naar 35 dagen. Het Europees Parlement heeft dit advies bijgesteld naar 28 dagen.

De Europese Commissie is nu bezig met een voorstel om de wet te wijzigen. In 2023 wordt de wijziging van de Europese transportverordening voorzien.

Gevolgen voor Nederland

Maar wat gaat deze wijziging in Duitsland betekenen voor Nederlandse kalverhouders? Veel zal volgens secretaris Henk Bekman van Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK) afhangen van hoe Duitse melkveehouders in die twee extra weken de kalveren 'opvangen'.

Nederlandse kalverhouders moeten anticiperen op de veranderende situatie. 'Maar wat het precies betekent, weten we nog niet', zegt Bekman. De Nederlandse kalversector verwacht in zijn algemeenheid wel winst te behalen als de 'afleverleeftijd' omhooggaat. Bekman: 'Kalveren zullen gemiddeld een verder ontwikkeld immuunsysteem hebben met naar verwachting positieve effecten voor de kalvergezondheid en daarvan afgeleid een lager antibioticagebruik.'

Maximale groei

Maar melkveehouders zijn bij de stierkalveren niet gericht op maximale groei, iets wat in de kalverhouderij wel van belang is. Bekman: 'Het is dus afwachten of we daar verschil in gaan zien.

Duitse kalveren zullen straks wel duurder zijn. De kalveren zijn immers al zwaarder. Tegenover de extra opbrengsten staan extra kosten voor de melkveehouders in Duitsland, omdat ze langer voor de kalveren zorgen. Daarnaast kunnen ze met extra investeringen te maken hebben om de capaciteit te vergroten of door andere aanpassingen van de stallen. Verder zullen de transportkosten hoger uitvallen doordat er minder kalveren in een vrachtwagen kunnen als ze groter zijn.

Volgens dierenarts Carola Timmer hangt veel af van hoe Duitse melkveehouders de verzorging van de kalveren vorm gaan geven. Ze is voorzitter van de commissie Vakgroep Gezondheidszorg Vleeskalveren van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde en als veearts verbonden aan Klomp dierenartsen in het Gelderse De Klomp. Daarnaast heeft ze met haar man een kalverhouderij.

Biestvoorziening verbeteren

Timmer: 'Ik hoop dat de Duitse melkveehouders de biestvoorziening voor de stierkalveren gaan verbeteren. In de praktijk zie je vaak dat de meeste aandacht van melkveehouders uitgaat naar de vaarskalveren, omdat ze daar zelf mee verder gaan. De stierkalveren krijgen minder aandacht.'

Als dat goed wordt opgepakt, verwacht Timmer dat de Nederlandse kalverhouders gemiddeld vaker gezondere kalveren krijgen uit Duitsland. 'De kalveren zijn na vier weken ook wat zwaarder en daardoor sterker. Als ze een longontsteking krijgen, is de kans groot dat ze veel makkelijker herstellen dan als ze nog wat minder sterk zijn.'

Goede gezondheid

Overigens vindt Timmer dat Duitse kalveren over het algemeen in goede gezondheid zijn. 'Er wordt nu heel erg gekeken naar het transport, maar er zijn veel meer zaken die bijdragen aan een weerbaar kalf. In Denemarken bijvoorbeeld is het heel gebruikelijk dat de kalveren uit schaaltjes drinken in plaats van uit een speenemmer. Dit heeft als voordeel dat de kalveren, als ze in Nederland op een bedrijf komen, gelijk ook veel makkelijker drinken en een goede start hebben.'

Overigens zegt leeftijd voor de dierenarts niet alles. 'Gewicht en leeftijd staan niet los van elkaar, maar gewicht is belangrijker. Ik heb liever een kalf van 2 weken dat 50 kilo weegt dan een kalf van 5 weken dat 50 kilo weegt. Dan heeft het kalf misschien al een hele historie.'

Voorzitter Wim Thus van de LTO-vakgroep Kalverhouderij benadrukt dat transportleeftijd niet de enige discussie is die op Europees niveau speelt. 'Denk ook aan de discussie over 'End the cage'. Daarmee staat individuele huisvesting op het melkveebedrijf in bijvoorbeeld iglo's ter discussie, maar ook op een kalverbedrijf wordt een kalf in de jongste leeftijd eerst individueel gehuisvest voordat het naar groepshuisvesting gaat. 'Dit hangt allemaal met elkaar samen.'

Meer spreiding

De vakgroepvoorzitter verwacht dat er straks meer spreiding tussen de dieren kan zijn. 'Niet alle dieren worden gelijk na 14 dagen afgeleverd. Dat varieert nu tussen de 14 en 35 dagen. Dieren die wat sterker moeten worden, blijven langer bij de melkveehouder. Straks kan er minder uniformiteit zijn doordat ze allemaal na 28 dagen worden afgenomen.'

Het financiële plaatje kan wijzigen. Thus: 'Een ronde duurt straks korter. Over een jaar gezien kunnen kalverhouders straks meer dieren afleveren. Daar staat dus tegenover dat de nuka's duurder zijn.'