Zonder derogatie gaan afzetkosten voor varkenshouders omhoog

Als Brussel onverhoopt geen derogatie verleent, heeft dat ook voor varkenshouders grote gevolgen. In de tweede helft van dit jaar komt er veel extra mest op de markt en die verdringt varkensmest. Hogere afzetkosten zijn het gevolg.

Zonder+derogatie+gaan+afzetkosten+voor+varkenshouders+omhoog
© Twan Wiermans

Of de Europese Unie Nederland derogatie verleent om dit jaar en volgende jaren onder voorwaarden meer stikstof uit dierlijke mest op grond te mogen brengen, is onzeker. Ondertussen is het groeiseizoen lang en breed begonnen en hebben veehouders al een flink deel van hun dierlijke mest uitgereden.

Of veehouders hiermee kunnen doorgaan, is maar de vraag. Het lijkt er steeds meer op dat er dit jaar geen derogatie komt vanuit Brussel.


170 kilo stikstof per hectare

Dat betekent voor bedrijven die gebruik konden maken van de derogatie, vooral melkveehouders, dat ze in plaats van 250 of 230 kilo stikstof per hectare uit dierlijke mest nog maar 170 kilo stikstof per hectare mogen aanwenden. Voor deze bedrijven zal dat extra mestafvoer betekenen. Op landelijk niveau kan dat betekenen dat er miljoenen kuub extra rundveemest op de mestmarkt komen.

De kosten zijn te overzien, maar voor varkenshouders is het wel klap op klap

Robert Hoste, econoom bij Wageningen Economic Research

Zeker dit jaar kan dat de mestmarkt verstoren, omdat het groeiseizoen al een eind op dreef is en op veel percelen de bemesting al is gegeven. De verwachting is dat niet alleen melkveehouders die op zoek gaan naar afzetmogelijkheden voor hun overschotmest hier de gevolgen van ondervinden.


Waarschuwing Schouten

Vorig najaar waarschuwde toenmalig landbouwminister Carola Schouten al voor de gevolgen van het wegvallen van de derogatie. 'Melkveehouders zullen meer mest willen afzetten in de akkerbouw, waar nu vooral mest uit de varkenshouderij wordt gebruikt', schreef de minister aan de Tweede Kamer.

Schouten schatte in dat akkerbouwers bij voldoende beschikbaarheid liever rundveemest gebruiken, omdat deze mest meer organische stof bevat, en een mineralenverhouding heeft die akkerbouwers beter past.


POV benadrukt belang

Ook anderen zien negatieve gevolgen voor de varkenshouderij als Brussel de derogatiekeutel definitief intrekt. De Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) benadrukte afgelopen jaar het belang van het behoud van derogatie talloze keren.

'Feitelijk is het simpel. Voor een gemiddeld varkensbedrijf zijn de mestafzetkosten al veel te hoog. Een stijging van die kosten kunnen we er niet bij gebruiken', betoogt Eric Stiphout, varkenshouder en vicevoorzitter van de POV.


Dalende lijn

De laatste paar jaar tekende zich op het gebied van mest een gunstige ontwikkeling af in onze sector, schetst Stiphout. De gemiddelde mestafzetkosten begonnen een dalende lijn te vertonen. Dat heeft te maken met een groeiende mestverwerkingscapaciteit, minder varkens en ook wat minder rundvee.

'We hebben ons jaren ingespannen om de mestkosten voor varkenshouders behapbaar te maken. Het zou jammer zijn dat die inspanningen voor een deel teniet worden gedaan door het verdwijnen van de derogatie', vindt de vicevoorzitter van de POV.


Ruimere mogelijkheden

Namens de POV pleit Stiphout voor behoud van de derogatie. 'Dat is van belang voor de hele agrarische sector. Dit onderwerp moet niet elke paar jaar weer ter discussie staan. Dat nog niet bekend is of er in 2022 derogatie komt, is fnuikend.' De POV is voorstander van ruimere mogelijkheden om dierlijke mest toe te passen in de land- en tuinbouw.


Behalve behoud van derogatie vinden de POV en LTO ook de introductie van gewasderogatie wenselijk. Dat betekent dat er voor specifieke gewassen meer ruimte komt om dierlijke mest aan te brengen.

'Ook het gebruik van kunstmestvervangers moet eens goed worden geregeld. Als de overheid wil dat boeren werken aan het sluiten van kringlopen, dan moet je dit soort zaken onderdeel van je beleid maken', stelt de vicevoorzitter van de POV.


5.000 euro per bedrijf

In 2017 berekende Wageningen Economic Research op verzoek van LTO Nederland dat het wegvallen van de derogatie voor de varkenshouderij een inkomensverlies van 5.000 euro per bedrijf per jaar zou betekenen als gevolg van hogere mestafzetkosten. Of dit bedrag nog steeds actueel is, is niet helemaal duidelijk. 'Dan zouden we opnieuw aan het rekenen moeten slaan', zegt Robert Hoste, econoom bij Wageningen Economic Research.

'Er zijn wel wat factoren veranderd, zoals de omvang van de veestapel, de landelijke mestverwerkingscapaciteit en de actuele mestafzetkosten. De afzetkosten zijn sindsdien met 3 tot 4 euro per ton gedaald. Als de derogatie niet doorgaat, zullen de afzetprijzen weer stijgen. Verlies van derogatie over 2022 kan een grotere verstoring van de mestmarkt veroorzaken dan wanneer dit al in januari bekend zou zijn geweest', zegt Hoste.


Kostendekking van 85 procent

Ook al is niet exact bekend hoeveel het verlies van de derogatie varkenshouders kan gaan kosten, het gaat er volgens de econoom vooral om dat varkenshouders geen extra kostenstijgingen kunnen gebruiken. Voor de vleesvarkenshouderij is de situatie nu zo dat ondernemers te maken hebben met een kostendekking van maar 85 procent. In de zeugenhouderij is de situatie iets gunstiger.

'Als je het vergelijkt met de stijging van de voerkosten waarmee varkenshouders al te maken kregen, dan zou je kunnen zeggen dat een aantal duizenden euro's extra mestkosten misschien te overzien valt. Maar het is wel klap op klap. Dat kunnen ondernemers er niet bij hebben', stelt Hoste.

'In de coronaperiode kon een flinke groep varkenshouders nog gebruikmaken van de TVL-regeling om een deel van de vaste lasten op te vangen, maar deze overheidssteun is er niet meer.'


Het groeiseizoen is lang en breed begonnen en een flink deel van de mest is al uitgereden.
Het groeiseizoen is lang en breed begonnen en een flink deel van de mest is al uitgereden. © Twan Wiermans


Geen derogatie: 10 miljoen kuub rundveedrijfmest extra

Op grond van de derogatiebeschikking 2020-2021 mogen boeren op zand- en lössgronden in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg 230 kilo stikstof per hectare gebruiken. In de overige provincies gaat het om 250 kilo stikstof per hectare. Op het moment dat Nederland geen derogatie krijgt, betekent dit dat ons land op alle landbouwgronden zal terugvallen op de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen uit de Nitraatrichtlijn. Die is bepaald op 170 kilo stikstof per hectare. De gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat totaal – dierlijke mest en kunstmest – veranderen niet door het wegvallen van de derogatie. De afgelopen jaren viel ruwweg een kleine helft van het Nederlandse areaal landbouwgrond onder de derogatie, variërend tussen de 750.000 en 900.000 hectare. Als we een voorzichtige aanname doen dat het dit jaar zou gaan om 600.000 hectare waarvan 75 procent in de zuidelijke en oostelijke concentratiegebieden ligt, dan betekent het uitblijven van de derogatie dat er 39 miljoen kilo minder stikstof uit dierlijke mest kan worden aangewend. Dat is krap 10 miljoen kuub rundveedrijfmest. Rundveehouders zullen dit volume grotendeels afvoeren. Via mestscheiding is het afvoervolume enigszins te verkleinen. Rundveehouders bereiken daarmee dat ze meer fosfaat op het bedrijf kunnen houden. Of rundveehouders bij het uitblijven van de derogatie genegen zijn om ook dit jaar nog veel mest te (laten) scheiden, is de vraag. Het groeiseizoen al volop gaande en voor gewassen als mais is de bemesting al helemaal gebeurd.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / -2°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer