Wakker Dier: weidegang bij jongvee neemt af

De organisatie baseert zich op de verhouding tussen stalmest en weidemest op melkveebedrijven, zoals het CBS die publiceert. Liep in 2015 nog 27 procent van het jongvee buiten, in 2019 en 2020 was dit nog 18 en 17 procent. In 2021 liep dit weer op naar 20 procent, stelt Wakker Dier.

'We hebben niet naar aantallen dieren gekeken. Dat er minder jongvee wordt aangehouden, wil niet zeggen dat die verhouding anders is', stelt woordvoerder Collin Molenaar van Wakker Dier. Hij vindt dat er meer aandacht moet komen voor de weidegang van dit jongvee.

Aandeel beperkt

Het CBS ziet dit anders, stelt landbouweconoom Cor Pierik van dit bureau. 'Het aandeel jonge koeien bij de weidemest is sowieso beperkt. Niet alleen omdat ze minder mesten, maar ook omdat ze het eerste half jaar niet buiten komen.'

In de ogen van Pierik is het opvallend dat de hoeveelheden dunne mest ook worden beïnvloed door het aantal melkkoeien. 'In 2015 waren er veel koeien en veel jongvee. Toen was er een piek in de productie van dunne mest in de stal. Sindsdien is er niet alleen meer focus op weidegang, maar nam ook het aantal dieren af, zowel koeien als jongvee. De hoeveelheid weidemest bleef gelijk, stalmest nam af.'

Nat voorjaar

Volgens de landbouweconoom spelen vooral andere factoren een rol bij de hoeveelheid weidegang. 'Stel dat het een nat voorjaar is, dan gaan de koeien later in het voorjaar naar buiten. In de droge zomers van 2019 en 2020 stond er in bepaalde gebieden nauwelijks gras. Toen koos een aantal ondernemers bewust voor tijdelijk opstallen, wat leidt tot meer stalmest.'

Op basis van CBS-cijfers steeg het aantal koeien met weidegang van 2017 tot 2020 met 6 procent naar 74 procent. Wel daalde het aantal stuks jongvee ouder dan een jaar met 2 procent en jonger dan een jaar met 3 procent naar respectievelijk 60 en 33 procent.