Vergroening nieuwe voorwaarde in GLB

Het akkoord dat onlangs in Brussel werd bereikt over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), betekent dat boeren meer moeten vergroenen om in aanmerking te komen voor directe inkomenssteun. Hoe flexibel de nieuwe regelingen worden, moet blijken uit de verdere uitwerking van het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Het nieuwe GLB gaat in 2023 in. Zes punten.

Vergroening+nieuwe+voorwaarde+in+GLB
© Tony Tati

Basisbetaling, ecoregelingen en agrarisch natuurbeheer

De drie belangrijkste onderdelen van het nieuwe GLB zijn de basisbetaling, ecoregelingen en agrarisch natuurbeheer. Er blijft een basisbetaling per hectare, maar om daarvoor in aanmerking te komen, moeten boeren verplicht aan de slag met vergroeningsmaatregelen. Hierbovenop kunnen boeren extra bonussen verdienen, als ze meedoen met de ecoregelingen of agrarisch natuurbeheer.

Het ministerie van LNV houdt pilots en praktijktoetsen met een lijst van twintig ecoregelingen. Boeren kunnen straks punten verzamelen door mee te doen met ecoregelingen gericht op vijf terreinen: klimaat, biodiversiteit, landschap, water en bodem. Ze kunnen kiezen welke maatregelen ze willen treffen om de beloning te ontvangen. Wanneer ze ecoactiviteiten ondernemen, worden ze uitbetaald op drie niveaus: brons, zilver en goud. In het plattelandsbeleid blijft er een regeling voor agrarisch natuurbeheer via collectieven.


Een budget van 717 miljoen euro voor Nederland

Het Nederlandse GLB-budget voor 2023-2027 is 717 miljoen euro per jaar. Als gevolg van Europese bezuinigingen is dat minder dan de ruim 800 miljoen euro per jaar in de vorige periode. Met 1,75 miljoen hectare subsidiabele landbouwgrond is er straks 409 euro per hectare beschikbaar. Dit bedrag wordt verminderd door overheveling naar het plattelandsbeleid. Voor Nederland wordt hier gesproken over 10 procent, maar lidstaten kunnen tot 42 procent gaan. Daarnaast is 3 procent voor investeringssteun aan jonge boeren.

Gewoonlijk wordt 1 à 2 procent van het pijler 1-budget geparkeerd in de nationale reserve voor knelgevallen. Minimaal 25 procent van het budget gaat naar de ecoregelingen. Over dit percentage is in Brussel lang gesoebat. Het werd een compromis tussen de 30 procent die het Europees Parlement wilde en de 20 procent die de voorkeur had van de lidstaten. Mocht er voor de ecoregelingen te weinig belangstelling zijn, dan blijft het overgebleven budget voor de lidstaat. Die mag dan dat geld naar eigen inzicht besteden.

Uiteindelijk zal het bedrag per hectare uitkomen op iets van 240 euro per hectare aan basisvergoeding en, afhankelijk van de deelname, 100 tot 150 euro per hectare extra voor ecoregelingen. In het plattelandsbeleid kan een boer, als die in de juiste gebieden zit, nog onkostenvergoedingen krijgen voor agrarisch natuurbeheer.

De hectarepremies liggen nu op 371 euro per hectare, inclusief 30 procent voor het vergroenen. Voor veel boeren betekenen dit dat de directe inkomenssteun afneemt.


Groene basisvoorwaarden aan inkomenssteun

De nieuwe basisvoorwaarden in het GLB vallen onder de nieuwe goede landbouw- en milieucondities. Voor Nederland zijn er negen van groot belang. Deze richten zich onder meer op de bescherming van veenweiden. Afgesproken is dat lidstaten hier vanaf 2024 of 2025 invulling aan geven. Een voorwaarde is dat langs sloten en waterkanten 3 meter brede bufferstroken moeten komen. Voor landen met veel water zijn er uitzonderingen mogelijk. Het is afwachten of Nederland bereid is boeren deze flexibiliteit te bieden.

Daarnaast zijn er voorwaarden voor vanggewassen in de meest gevoelige perioden en vruchtwisseling op bouwland. De bedoeling is dat er jaarlijks een ander hoofdgewas per perceel wordt geteeld, maar er mag worden afgewisseld met vanggewassen. Bovendien mag gewasdiversificatie ook, zoals nu in de vergroening. Bedrijven met meer dan 75 procent grasland en met minder dan 10 hectare bouwland zijn uitgezonderd. Dat geldt ook voor meerjarige teelten, zoals fruit en boomkwekerij en biologische bedrijven.


Een gevoelig punt is de eis om een percentage bouwland uit productie te halen ten gunste van landschapselementen, bomen, braaklegging of niet-productieve diensten. Dit past bij de Brusselse biodiversiteitsambitie 2030 uit de Green Deal om 10 procent van het landbouwareaal voor landschapselementen te bestemmen. Nadere invulling hiervan zal blijken uit het Nederlandse NSP en de invulling van de ecoregelingen.

Als laatste is er de voor Nederland belangrijke voorwaarde voor bescherming van blijvend grasland in Natura 2000-gebieden. De verdere uitwerking in de NSP wordt ook hier bepalend.


Versoepeling marktbeleid bij verduurzamen

Maatregelen die leiden tot hogere duurzaamheidsstandaarden dan in de EU-wetgeving worden in het nieuwe GLB vrijgesteld van de Europese mededingingseisen. Verder blijft het Europese marktbeleid op hoofdlijnen ongewijzigd. De Europese Commissie kan ingrijpen in geval van ernstige marktverstoringen met bijvoorbeeld interventiemaatregelen. Voorbeelden hiervan waren vorig jaar te zien bij de start van de coronapandemie en eerder bij de EHEC-crisis en de Russische boycot.

Wat ook blijft, is de crisisreserve die nu wordt vastgesteld op 450 miljoen euro. Deze pot wordt gevuld door het geld in mindering te brengen op de directe betalingen. Dat maakt dat het gebruik van de crisisreserve in tijden van crisis niet erg populair is, omdat het in feite een sigaar uit eigen doos is: als de pot leeg is, wordt die weer gevuld door opnieuw geld af te romen van de directe betalingen.


Verdere invulling via het Nationaal Strategisch Plan

Het ministerie van LNV, provincies en waterschappen hebben nog een paar maanden om het NSP vast te stellen. Vooruitlopend hierop wordt al enige tijd getest in pilots en praktijktoetsen om de regelingen fijn te slijpen. Hierbij wordt samengewerkt met boeren en tuinders. Dit najaar wordt het NSP voorgelegd aan de Tweede Kamer en de provincies. Eind 2021 moet het NSP naar Brussel voor een fiat van de Europese Commissie.

In de NSP's moet een aantal doelen worden opgenomen. Een daarvan is de kennisontwikkeling bij boeren. De Europese Commissie heeft een sterk geloof in kennisuitwisselingen tussen boeren in de verschillende lidstaten. Budgetten zijn vrijgemaakt voor kennisvouchers en het oprichten van innovatiegroepen waarin groepen boeren samen kunnen optrekken met kennisinstellingen.


Het peloton moet nu gaan aansluiten

Het peloton is de benaming van de groep boeren die volgens de beleidsmakers wel wil vergroenen, maar niet weet hoe en waar te beginnen. In 2018 beloofde voormalig EU-landbouwcommissaris Phil Hogan dat het nieuwe GLB groener en minder complex zou worden. Het eerste is gelukt, maar het tweede niet, erkende minister Carola Schouten (LNV) donderdag tijdens een onlineseminar over het GLB.

Volgens Schouten biedt de flexibiliteit van de ecoregelingen wel meer boeren de mogelijkheid om tegen een vergoeding te werken aan bodembeheer, waterkwaliteit en het klimaat. Boeren hebben er zelf ook belang bij dat hier meer op wordt ingezet, stelt ze. 'Voor de komende jaren liggen er belangrijke opgaven, zoals de Kaderrichtlijn Water. We missen een kans als we dat nu niet meenemen. Want dan worden de opgaven alleen maar groter. Ik begin er liever op tijd mee.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / -2°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer