Stikstof en fosfaat onder afgesproken plafonds

Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe cijfers. Het CBS publiceerde februari dit jaar al voorlopige cijfers, die deze trend al aangaven. De stikstofuitscheiding in de mest van koeien, varkens, kippen en ander vee kwam in 2020 uit op 489,4 miljoen kilo.

Dat is 15 miljoen kilo onder het vastgestelde stikstofplafond van 504,4 miljoen kilo. Het is voor het derde achtereenvolgende jaar dat de stikstofuitscheiding onder het productieplafond ligt. De fosfaatuitscheiding daalde vorig jaar met 4,8 miljoen kilo naar 150,7 miljoen kilo. De uitscheiding ligt daarmee onder het plafond van 172,9 miljoen kilo.

Melkkoeien en jongvee

Melkkoeien en het bijbehorende jongvee scheidden vorig jaar 286,5 miljoen kilo stikstof uit. Dat is 2,4 procent meer dan in 2019. De stikstofuitscheiding van de melkveehouderij kwam daardoor uit boven het productieplafond van 281,8 miljoen kilo voor deze sector.

Voor de verantwoording van het Nederlandse mestbeleid aan de Europese Unie mag gerekend worden met gemiddelde stikstof- en fosforgehalten van gras en mais van de laatste vijf jaar. Daarbij blijven de jaren met de hoogste en de laagste gehalten buitenbeschouwing. Met deze zogeheten ruwvoercorrectie komt de stikstofuitscheiding van de melkveesector uit op 281,8 miljoen kilo stikstof. Dat is gelijk aan het productieplafond.

Fosfaatplafond op orde

De fosfaatproductie van de melkveesector ligt met 73,6 miljoen kilo inmiddels onder het fosfaatplafond van 84,9 miljoen kilo. De productie was 2,5 procent lager dan in 2019. Met de ruwvoercorrectie komt de fosfaatexcretie uit op 80 miljoen kilo in 2020.

Dat in de melkveehouderij meer stikstof, maar minder fosfaat is geproduceerd, hangt deels samen met de samenstelling van het veevoer. Koeien kregen naar verhouding meer stikstofrijk gras en minder van het relatief stikstofarme snijmais. Lage fosforgehalten van gras zorgden voor een daling van de fosfaatproductie.

Dalende uitscheiding varkenssector

De stikstofuitscheiding van de varkenssector daalde in 2020 met 1,9 miljoen kilo (1,9 procent) naar 91,8 miljoen kilo. De fosfaatuitscheiding nam af met 100.000 kilo en bedroeg 36,7 miljoen kilo.

Beide dalingen hangen samen met de daling van het aantal vleesvarkens (ruim 3 procent) en het aantal fokvarkens (ruim 1 procent). De hoeveelheid stikstof en fosfaat die varkens produceren, ligt sinds 2016 onder de productieplafonds van 99,1 miljoen kilo voor stikstof en 39,7 miljoen kilo voor fosfaat.

Pluimvee onder productieplafonds

In de pluimveesector daalde de stikstofuitscheiding met 2,4 procent en de fosfaatuitscheiding met 4,1 procent. De stikstofuitscheiding bedroeg vorig jaar 55,5 miljoen kilo, de fosfaatuitscheiding 24,7 miljoen kilo. Die hoeveelheid ligt onder de productieplafonds van 60,3 miljoen kilo voor stikstof en 27,4 miljoen kilo voor fosfaat.

Nertsen

De stikstofuitscheiding van overige dieren als paarden, pony's, schapen, geiten, pelsdieren en konijnen nam in 2020 af met 1,5 miljoen kilo (4,0 procent) tot 22,8 miljoen kilo. Dat gebeurde door de afname van het aantal schapen en nertsen. In de berekening van de mestproductie door nertsen is rekening gehouden met de ruimingen als gevolg van coronabesmettingen.