Iedere koe van Pieter Bogaards krijgt calciumbolus na afkalven
Melkveehouder Pieter Bogaards uit Gelderswoude geeft koeien en vaarzen na de geboorte standaard een calciumbolus. Dit voorkomt problemen met melkziekte. 'De koeien starten probleemloos en goed op. Daarom ben ik zeker van plan om vast te houden aan deze routine. Ons motto is: kalf eraf, pil erin.'
De fraaie overwegend roodbonte koeien met witte koppen vallen op in het Zuid-Hollandse veenweidelandschap. Melkveehouder Pieter Bogaards is trots op zijn veestapel. 'Het zijn Montbéliardes, grotendeels raszuiver en voor een deel kruislingen. Sterke, gezonde en mooie koeien zijn het', vertelt Pieter.
Sinds 2018 boert Pieter in maatschap met zijn oom Leo en tante Gerda Bogaards in Gelderswoude. Leo is een tweelingbroer van Pieters vader, die geen boer is. 'Het is fijn dat ik hier de kans krijg om te ondernemen, want boer worden, was jaren mijn wens.'
Hoeve Nooitgedacht telt ongeveer 70 melk- en kalfkoeien met bijbehorend jongvee. De ondernemers hebben 50 hectare land in gebruik. Op 7,5 hectare groeit snijmais. De rest is grasland. Een neventak is de verhuur van een drietal vakantieappartementen aan rust zoekende vakantiegangers.
Als de koe aan het voerhek staat, is het verstrekken van de bolus een klein klusje
Het meeste werk op de boerderij nemen Leo en Gerda nog voor hun rekening. Pieter werkt vijf dagen in de week bij een andere melkveehouder waar hij zich onder meer bezighoudt met kaasmaken, veeverzorging en landwerk.
Melkrobot
Het melken van de eigen veestapel gebeurt met hulp van een melkrobot. Overdag zijn de koeien buiten in de wei. 'Daarbij maken we gebruik van een weidepoort, die bepaalt of een koe naar buiten mag. De combinatie weiden en automatisch melken gaat boven verwachting goed. Ondanks het feit dat de melkrobot maar weinig overcapaciteit heeft en dus het grootste deel van de dag aan het melken moet zijn.'
De keuze voor Montbéliardes maakte melkveehouder Leo Bogaards al ruim voor de komst van Pieter in het bedrijf. 'Van oudsher was dit een afmelkbedrijf, er werden voortdurend koeien aangekocht die aan het eind van de lactatie voor de slacht werden afgevoerd. Mijn oom koos ervoor om zelf te gaan fokken, vooral om een hogere melkproductie te bereiken. Maar een goede vleesopbrengst wilde hij ook behouden. En daardoor kwam hij terecht bij het Montbéliarde-rund, een sterk dubbeldoelras dat zowel voor melk- als vleesproductie geschikt is.'
Andere rassen
Ook Pieter is groot fan van de Montbéliardes. Toch heeft hij de afgelopen jaren ook geïnsemineerd met sperma van andere rassen: Zweeds roodbont en rode Holsteins. 'Sinds de komst van fosfaatrechten is het financieel interessanter om zo veel mogelijk melk per koe te produceren. Door te kruisen met andere rassen hopen we de gemiddelde melkproductie wat te verhogen. Die is nu zo'n 8.500 kilo melk per koe per jaar. Mijn streven is om over een paar jaar op 9.000 kilo te zitten', zegt hij.
'We zijn voorzichtig met kruisen, want we willen niet inleveren op bevleesdheid. Goed bespierde koeien brengen niet alleen meer op bij de slager, ze zijn ook sterker en kunnen letterlijk beter tegen een stootje; hebben minder snel gezondheidsproblemen dus.'
De koeien kalven verspreid over het jaar. Een gewoonte die Pieter heeft overgenomen van zijn oom is het toedienen van een calciumbolus na iedere afkalving bij koeien en vaarzen. 'Ons motto is: kalf eraf, pil erin. Het toedienen van een bolus is een vast onderdeel van het protocol met handelingen die we rond een geboorte van een kalf uitvoeren. Ingeven van de bolus met een pillenschieter gebeurt als de koe nog in de afkalfstal verblijft. Het strohok is voorzien van een vastzetvoerhek. Als de koe aan het voerhek staat, is het verstrekken van de bolus een klein klusje.'
Tweede bolus
Sommige koeien krijgen een tweede bolus, als de betreffende koe wat meer kans op melkziekte heeft. Dat is ook het advies van de fabrikant: een bolus onmiddellijk na afkalven en een tweede bolus 12 tot 24 uur na het kalven. 'We maken gebruik van Bovikalc calciumbolussen van Boehringer Ingelheim. Die bevatten calcium dat deels onmiddellijk en deels geleidelijk vrijkomt.'
Het motief van Bogaards om standaard bij alle afkalvingen een calciumbolus in te brengen, is het voorkomen van melkziekte. En dat werkt. Melkziekte komt al jaren niet meer voor op het bedrijf. 'Ik kan me een paar gevallen van melkziekte herinneren. Maar daarbij was steeds ook iets anders met de koe aan de hand, bijvoorbeeld een keizersnede.'
Andere maatregelen
Dat de melkveehouder iedere koe na afkalven een calciumbolus geeft, betekent niet dat hij geen andere maatregelen neemt om te bereiken dat koeien gezond aan een nieuwe lactatie kunnen beginnen.
'We vinden het belangrijk om de koeien in de droogstand goed te voeren. We winnen kuilvoer van beperkt bemest land speciaal voor deze groep koeien. Dit kuilgras krijgen de droogstaande koeien in combinatie met een halve kilo onderhoudsbrok per dag tot twee weken voor afkalven. Dan schakelen we geleidelijk over op het rantsoen van de melkgevende koeien. Dit is een gemengd rantsoen dat hoofdzakelijk bestaat uit gras en snijmais; momenteel bevat het ook wat sinaasappelschillen die we als afdeklaag op de snijmaiskuil hebben liggen. Een week voor afkalven verhuist een koe naar de ligboxenstal met de lacterende koeien. Op de dag van afkalven verplaatsen we haar naar het strohok.'
Koeien starten prima op
Pieter is tevreden over hoe het loopt. 'Bijna alle kalveren komen vlot en vitaal ter wereld en de koeien starten rustig en zonder problemen op. Daarom ben ik niet geneigd om te stoppen met het standaard toedienen van calciumbolussen. Ook al zou dat misschien wel kunnen. Met name bij de vaarzen. Die zijn doorgaans niet zo gevoelig voor melkziekte', stelt hij.
'Toch willen we op de huidige voet verdergaan. Zowel de kosten van een bolus als het werk dat je hebt om ze toe te dienen, zijn beperkt. Je kunt onze werkwijze beschouwen als het betalen van een verzekeringspremie om risico's af te dekken. Als een koe rond afkalven wel melkziekte of andere gezondheidsproblemen krijgt, zijn de financiële gevolgen vaak groot, nog afgezien van de ergernis en het werk dat je ermee hebt. Daarom kiezen we liever voor een aanpak waarbij niet snel problemen ontstaan. Dat is beter voor mens en dier.'
Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Boehringer Ingelheim
Boehringer Ingelheim
Innovatieve geneesmiddelen voor mensen en dieren, daarvoor zet het onderzoeksgerichte farmaceutische bedrijf Boehringer Ingelheim zich al meer dan 130 jaar in....
Lees verder »