Rianne Mulder: 'Dragende merries zijn geen nummers'

Diep weggestopt in het Achterhoekse coulisselandschap rondom Ruurlo ligt Paardenpension 't Arve. Rondom het bedrijf lopen diverse groepen paarden in de weilanden. Het bedrijf met woonhuis is in 1999 nieuw gebouwd.

De familie Ten Arve had voorheen een melkveebedrijf aan de rand van het dorp. Maar ze moesten wijken voor industrie. 'We hadden hier al grond liggen en we konden verplaatsen', laat Rianne Mulder-ten Arve weten. Ze richtte het paardenbedrijf samen met vader Jan op.

Paardenopfok

'Eerst was het de bedoeling dat het een paardenpensionstal zou worden, met vleesveeopfok erbij. We fokten zelf met een aantal merries. Hengstenhouder Henk Nijhof zei toen: waarom begin je geen paardenopfok? Dat werd in die tijd net hot en leek ons ook wel wat', vervolgt Mulder-ten Arve.

Zo gezegd, zo gedaan en sindsdien staan er jaarrond zo'n zestig jonge paarden in opfok. De paarden, onderverdeeld op leeftijd en geslacht, lopen 's zomers dag en nacht buiten. In de winter staan ze in groepen van zes op stal en overdag komen ze op de paddock. De groepshuisvesting is gesitueerd in het achterste deel van de stal. Voorin bevinden zich de individuele boxen. Hier staan eigen paarden en de gastmerries die hun veulentje moeten krijgen.

Geen bewuste keuze

De 'kraamtak' was geen bewuste keuze, lacht de Gelderse paardenhouder desgevraagd. 'Wij kregen zelf elk jaar een paar veulens en iemand vroeg: doe je dat ook voor anderen? Dat leek me heel leuk, maar heb ik eerst goed overlegd met mijn man Klaasjan, die inmiddels in het bedrijf was gekomen.'

En dus werd de knoop doorgehakt. Toch wordt gekozen voor kwaliteit boven kwantiteit. 'We willen jaarlijks niet meer dan vijftien merries die afveulenen, die van onszelf meegerekend. De bevallingen zijn vrijwel altijd 's nachts, het kost dus redelijk wat nachtrust. Dat is niet erg, maar als je het eerste veulen net zo zorgvuldig op de wereld wil zetten als het laatste, is er gewoon een limiet aan het aantal merries', stelt Mulder-ten Arve.

De dragende merries zijn bij 't Arve bepaald geen nummers. Mulder-ten Arve neemt de tijd om ze goed te leren kennen. 'Ik wil een merrie graag minimaal vier weken voor de uitgerekende datum op stal hebben. Dan heeft ze tijd om te acclimatiseren en antistoffen aan te maken. En dan weten wij wat voor vlees we in de kuip hebben. Hoe is haar karakter, kent ze een singel, kunnen we haar uier aanraken, dat soort dingen.'

Geboortesingel

Komt de uitgerekende datum dichtbij, dan wordt er goed gelet op signalen dat de geboorte eraan komt, zoals losse banden, een voller uier en kegelen. 'Dan weet je dat het bijna zover is en gaat de geboortesingel om, deze geeft een signaal als de merrie plat gaat liggen. We kijken dan eerst op de camera of de bevalling echt is begonnen, want soms is het vals alarm.'

Als het zover is, gaat de paardenhouder naar de stal. 'Vaak moet je snel zijn, want als de pootjes er al uitsteken, heb je amper tijd om kleren aan te trekken. Een normale bevalling is binnen een half uur wel gepiept.'

Problemen rondom bevalling

Het bevallen zelf gaat meestal goed, maar ook eromheen kunnen problemen ontstaan. 'Het gebeurt elk jaar wel dat er een merrie aan de nageboorte blijft staan of het veulen te weinig biest binnenkrijgt. Het is belangrijk om dan op tijd in te grijpen. Als het nodig is, roepen we ook meteen de dierenarts erbij', legt Mulder-ten Arve uit.

Dat is volgens de Ruurlose ondernemer ook de reden waarom steeds meer eigenaren hun merrie elders laten afveulenen. 'Het geeft toch een stukje stress, niet iedereen zit daarop te wachten. Men durft het zelf niet aan, werkt fulltime of de merrie staat op een plek waar bevallen niet handig is, zoals een pensionstal.'

Gezond veulen meegeven

Maken merrie en veulen het goed, dan kunnen ze ongeveer een week na de geboorte naar huis. 'Dat is het mooiste eraan, dat je de eigenaar een gezond veulen mee naar huis kunt geven. We hebben trouwens ook een paar merries die hier het hele jaar staan. Dan regelen wij ook dat ze opnieuw worden gedekt', zegt Mulder-ten Arve.

De veulens kunnen tot hun derde jaar op paardenbedrijf 't Arve blijven. 'Het geeft veel voldoening als je een gezonde 3-jarige kunt afleveren, die klaar is voor zijn verdere carrière. Natuurlijk passen we heel goed op de paarden en doen we er alles aan om ze gezond te houden, maar er komt ook een stukje geluk bij kijken. Sommige dingen heb je nu eenmaal niet in de hand', besluit de Gelderse paardenhouder.