ZLTO verbaasd om plan woningbouw in Brabantse polder

In Brabant moeten voor 2030 85.000 extra nieuwe huizen worden gebouwd, bovenop het al geplande aantal van 90.000 woningen. Om dit voor elkaar te krijgen, moeten groene gebieden worden opgeofferd. In Brabant gaat het om gebieden ten oosten van Breda, ten noorden van Eindhoven en ten oosten van Den Bosch.

In het onderzoek van de EIB is nagegaan op welke locaties in zeven provincies, waaronder Noord-Brabant, de meeste behoefte is aan nieuwe woningen. Onder meer een groot deel van de Beerse Overlaet, het poldergebied tussen Oss en Den Bosch, is aangewezen als mogelijke nieuwbouwlocatie.

Landbouwkundige structuur

'Dat slaat nergens op', zegt ZLTO bestuurder Hendrik Hoeksema. 'Dan heb je echt niet goed gekeken naar de landbouwkundige structuur van deze polder. De Beerse Overlaet is bij uitstek geschikt om de landbouw ook in de toekomst perspectief te bieden, met name de veehouderij. Het is een van de weinige plekken in Brabant waar boerenbedrijven op een volwassen en dynamische wijze landbouw kunnen bedrijven. Daar moet je van afblijven.'

Hoeksema snapt dat het verleidelijk is om landbouwgrond te verkopen aan projectontwikkelaars. 'Dat is hetzelfde als met de zonneparken. Natuurlijk bepaalt de ondernemer zelf wat hij wel of niet verkoopt. Maar als ZLTO staan wij voor het behoud van een goede landbouwkundige structuur. Dat er af en toe een randje van af wordt geknabbeld, daar kunnen we over discussiëren. Maar met zo'n plan moet je niet aankomen.'

Ook het bestuur van de gemeente Breda keurt het plan, waarbij ten oosten van de stad rond Bavel veel woningen zouden moeten verrijzen, direct af. 'Blijkbaar is er nog steeds een aantal ontwikkelaars dat zegt: 'Doe ons maar een paar weilanden.' Ik ken dat pleidooi om de groene ruimte te gebruiken nu wel, maar het is ontwrichtend voor zowel Bavel als de hele stad', reageert wethouder Paul de Beer (Stedelijke Ontwikkeling) in BN De Stem.

De gemeente Breda wil 90 procent van de geplande woningbouw binnen de huidige stadsgrenzen realiseren. De Beer: 'We hebben in de stad genoeg ruimte om de mensen plezierig en compact te laten wonen. De inwoners van Breda hoeven niet bang te zijn voor dat idee van het EIB. Het heeft geen status en ik ga er niets mee doen.'