Advies: meer populatiebeheer grauwe ganzen

De Maatschappelijke Adviesraad Faunaschade pleit voor meer populatiebeheer van ganzen in Nederland. Dat is een van de adviezen die staat in rapport 'Ganzen zonder grenzen'. Dat heeft de adviesraad aangeboden aan de Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland van het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Advies%3A+meer+populatiebeheer+grauwe+ganzen
© Vidiphoto

De adviesraad heeft op verzoek van de provincies een analyse gemaakt van de bestaande situatie voor de verschillende ganzensoorten. Zij constateren dat jaarlijks zo'n 400.000 ganzen worden geschoten om overlast en schade te beperken. Ieder jaar wordt voor ongeveer 20 miljoen euro aan tegemoetkomingen voor ganzenschade uitgekeerd. Geen van de betrokken partijen is tevreden over het huidige beleid. Het gaat daarbij om overheden, boeren, maatschappelijke organisaties en faunabeheereenheden.


De grootste drijfveer achter het ganzenbeleid is één populatie: de standpopulatie van de grauwe gans. In korte tijd heeft de grauwe gans zich massaal als broedvogel gevestigd in ons land. De soort past zich gemakkelijk aan in wisselende omstandigheden en heeft een hoge reproductie. Hierdoor veroorzaakt deze populatie de grootste overlast en schade.


Mogelijkheden effectiever ganzenbeleid

De Maatschappelijke Adviesraad Faunaschade heeft onderzocht welke mogelijkheden er zijn om te komen tot effectiever ganzenbeleid. In dit advies roept de raad provincies en stakeholders op om te zorgen voor een robuust en gebiedsgericht ganzenbeleid, met betere bescherming en effectiever beheer. De internationale context is daarbij van belang en biedt mogelijkheden voor betere bescherming van populaties die de landsgrenzen overschrijden.

De principes achter het foerageergebiedenbeleid moeten overeind blijven. Die vormen de grondslag voor beheer buiten die gebieden, vindt de adviesraad. De hoeveelhedn geboden rust en aantrekkelijk voedsel en moet toereikend zijn voor het aantal ganzen dat welkom is. Buiten de foerageergebieden moeten grondgebruikers worden gestimuleerd om schade te voorkomen. Daarvoor dienen ze afdoende mogelijkheden te krijgen.


Populatiebeheer

De komende jaren moet stevig(er) ingezet worden op populatiebeheer van vooral grauwe ganzen, met name standganzen. Dit dient planmatig, gebiedsgericht en met zo een groot mogelijke medewerking van alle partijen plaats te vinden. Juridische mogelijkheden, financiële prikkels en andere middelen die een actieve bijdrage van de verschillende partijen kunnen stimuleren, dienen fijnmazig en op regionaal niveau te worden afgestemd.

Ook met het Rijk moet het gesprek worden aangegaan over wettelijke mogelijkheden om de grauwe gans te bestrijden, vindt de adviesraad. Er moet grote urgentie worden toegekend aan het bereiken van duurzaam populatiebeheer, zodat op termijn het gebruik van dodelijke middelen aanmerkelijk verminderd kan worden.

Door de mix van beleidsinstrumenten op een meer samenhangende manier in te zetten, zal het accent aanmerkelijk meer richting het voorkomen van schade moeten verschuiven. Het laaghouden van de kosten is hierbij geen doel op zich. Het gaat om het vinden van de juiste balans en het proportioneel inzetten van de mogelijkheden.


Beroepsbeheerteam

Het instellen van beheerteams, bestaande uit beroepsbeheerders, kan volgens de adviesraad helpen invulling te geven aan populatiebeheer. Dit is een aanvulling op het beheer door vrijwillige jagers en moet zo mogelijk in samenwerking met deze groep worden vormgegeven.

De beheerteams moeten zich bij de uitvoering van hun werkzaamheden richten op beheer op het meest effectieve moment, het broedseizoen. Maar ook op de gebieden waar dit het meest effectief is, bijvoorbeeld natuurgebieden. Bij een gecoördineerde gebiedsgerichte aanpak is samenwerking tussen landbouworganisaties, terreinbeheerders en uitvoerders (jagers, beroepsbeheerders) van belang.

Daarbij moeten de verschillende vormen van beheer worden afgestemd, zoals nestbehandeling, ruivangsten en afschot en georganiseerde afvoer van geschoten ganzen met behulp van het beschikbaarstellen van koelcontainers. Ook niet-dodelijke middelen kunnen tot het instrumentarium van professionele beheerteams behoren.


Verjagen werkt niet blijvend

De adviesraad heeft gekeken naar niet-dodelijke wildwerende middelen. Het grootste probleem bij veel preventieve middelen is dat ze hun werking verliezen door gewenning. Belangrijke factoren om langdurig effectieve verjaging zonder gewenning in stand te houden, zijn onvoorspelbaarheid en variatie in de toepassing en vorm van de prikkels. Bijvoorbeeld zowel visuele en akoestische prikkels die zo sterk mogelijk een associatie met een predator oproepen.

De afgelopen vijftien jaar zijn in opdracht van het Faunafonds en BIJ12 meer dan 150 onderzoeken uitgevoerd naar niet-dodelijke wildwerende maatregelen. Hieruit blijkt dat, afgezien van afschermende middelen als netten en rasters, er nog geen verjagingsmiddel is dat zonder gewenning van de dieren zorgt voor een effectieve, langdurige en structurele vermindering van de schade.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer