Tweede Kamer wil derde spoor in mestbeleid

Nieuws Politiek Peter Smit 20 apr 2021 om 17:54uur

De Tweede Kamer wil dat veehouders die deels grondgebonden zijn ook mest op eigen land kunnen aanwenden. In de huidige voorstellen van landbouwminister Carola Schouten moeten die bedrijven alle mest laten verwerken.

Tweede+Kamer+wil+derde+spoor+in+mestbeleid

Twee moties van CDA en SGP die pleiten voor meer flexibiliteit in het nieuwe mestbeleid kregen dinsdag in de Tweede Kamer CDA, VVD, SGP, BBB, JA21, PVV en Forum voor Democratie achter zich. Schouten gaat zelf uit van een rigide mestbeleid met een strikte scheiding tussen grondgebonden bedrijven die alle mest op eigen grond kunnen aanbrengen en niet-grondgebonden en intensieve bedrijven die alle mest moeten laten verwerken.

In zijn aangenomen motie riep Kamerlid Roelof Bisschop (SGP) Schouten op het voornemen te heroverwegen om niet-grondgebonden bedrijven te verplichten alle mest te laten verwerken. CDA'er Derk Boswijk ging nog wat verder. Hij vraagt in de verdere uitwerking van het nieuwe mestbeleid een derde, privaat spoor op te nemen waarbij mest deels op eigen land wordt uitgereden en deels wordt verwerkt.

• Lees ook: Nog veel open eindjes bij uitwerking mestbeleid

Met beide moties stemde de Kamer in. Ook tot tevredenheid van Tineke de Vries, portefeuillehouder Bodem & Water bij LTO Nederland. 'Deze uitkomst biedt perspectief. Een derde spoort past ook veel beter bij de kringloopgedachte.'

De Vries houdt wel een slag om de arm. 'Hiermee zijn we er nog niet. Het is nog de vraag hoe de minister deze moties gaat uitleggen. Bovendien zal haar opvolger de herziening van het mestbeleid moeten gaan uitvoeren.'

Geen voorstander

Schouten zelf is geen voorstander van een derde spoor. Volgens haar maakt dat het mestbeleid weer onnodig ingewikkeld. De bewindsvrouw wil af van het complexe stelsel aan regelgeving omtrent mest. Volgens haar wordt het voor boeren onwerkbaar, worden milieudoelen niet gehaald en blijkt het oude stelsel fraudegevoelig en lastig te handhaven.

Dat beide moties tegen de zin van het demissionaire kabinet werden aangenomen, laat zien dat de verhoudingen in de Tweede Kamer na de verkiezingen zijn veranderd. Door het aftreden van Rutte III is er een machtsvacuüm ontstaan. Stemmingsuitslagen zijn daardoor lastiger te voorspellen. Onder de vorige zetelverdeling en met de toenmalige afspraken tussen de regeringscoalitie met VVD, CDA, D66 en ChristenUnie was het maar de vraag geweest of de moties het hadden gehaald.